10.De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P. van Eerde, voorzitter, mr. S.M.M. Bordenga en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2015.
Mr. Bordenga is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van het Korps Landelijke Politiediensten, onderzoek Skipper, proces-verbaalnummer 30-622991. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 juli 2013 gesloten proces-verbaal van aangifte, nummer PL15J2-2013139406-1, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik wil aangifte van mensenhandel doen tegen [verdachte]. (…) Ik heb een basisschool gedaan en daarna ben ik gaan studeren voor serveerster (…) op mijn 17de heb ik die afgerond. V: Heb je ook gewerkt als serveerster? A: Ik werd vanwege mijn huiskleur niet aangenomen. (…) In november 2011 kwam ik terug naar [verdachte]. V: Waar verbleef je in Hongarije? A: Bij mijn vader. (…) Op Eindhoven heeft [verdachte] mij opgewacht samen met [naam 1], ze hebben mij naar Den Haag gebracht met de auto. (…)
Hij (…) deed of hij veel van mij hield. (…) Ergens in maart begon hij allerlei meisjes te werven en naar Nederland te halen om te werken. Op een bepaald moment wilde hij geld voor een auto. Ik kon het niet binnen twee weken verdienen. Toen duwde hij mij van de trap af, omdat ik niet genoeg daarvoor verdiende. Toen zei ik dat ik ooit een aangifte tegen hem zou doen. Hij werd boos dat ik zoiets durfde te zeggen. Hij gooide me tegen de keukenkast, toen viel ik flauw, daarnaast stond ik op en ging weg van huis. De volgende dag ben ik terug gekomen en toen kreeg ik het dubbele van hem. (…) Ik bracht niet meer genoeg geld mee, en daarom sloeg hij mij weer. (…) Op 21 maart 2012 ging ik naar (…) Cyprus. Na een weekje kwam ik terug en [verdachte] (…) begon te schreeuwen tegen mij en hij was boos. (…) [verdachte] heeft mij opgebeld en zei dat hij mij zou vinden, hij zou mij vermoorden, hij zou mijn keel doorsnijden. (…) Hij heeft al het geld afgepakt en hij heeft gelogen tegen mij. Hij heeft misbruik van mij gemaakt. (…) Wat mij het meest pijn heeft gedaan is dat hij mij mishandeld heeft. (…) Vanaf januari 2012 tot mei 2012 was hij mijn pooier. (…) Hij had meer meisjes. (…) V: Met wie woonde jij in Nootdorp? A: Ik, [verdachte], [naam 1], [naam 2] en nog drie andere meisjes die als prostituee werkten. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2013 gesloten proces-verbaal verhoor aangeefster, nummer PL15J2 -2013139406-2, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
In november 2011 ben ik naar Nederland terug gekomen. Voor die reis had ik mot [verdachte] afgesproken dat ik naar hem toe zou gaan. Het leek erop alsof we verkering hadden. Ik kwam in Eindhoven aan en hij haalde mij op van het vliegveld. (…) Hij had dus nooit het woord prostitutie laten vallen? A: Nee. (…) V: Je werd door [verdachte] opgehaald van het vliegveld in Eindhoven?
A: Ja. V: Met wie was hij? A: Hij was met [naam 1]. (…) Ik stapte met [verdachte] en [naam 1] in de auto. (…) V: Waar ging je naar toe? (…) A: [straat 1]. (…) V: Wie woonden daar? A: Wij met zijn drieën, dus [naam 1], [verdachte] en ik. (…) V: Wie van jullie begon over prostitutie? Hij of jij?
A: Hij begon ermee. Wat als je nou daar zou staan? Ik was toen zo dom om tegen hem te zeggen dat ik hem zou helpen. (…) 0: De straat is de Doubletstraat. A: die ex van [naam 1], genaamd [naam 2], zij liep met mij mee naar de straat en zij regelde het voor mij. (…)
V: Wanneer kregen jullie wel een seksuele relatie? A: Dat was 2 a 3 dagen voor de kerst. Dat was in 2011. Ik werkte toen al in de Doubletstraat.
V: En dan ga je werken. Hoeveel dagen ging je werken? A: Zeven dagen in de week.
V: Welke tijdstippen? A: Van 's ochtends tot ‘s avonds.
V: Wat gebeurde er met je verdiende geld? A: Hij kreeg het. Ik moest 150 euro voor de kamer betalen. Alles wat ik meer verdiende betaalde ik aan hem voor de huur van de woning. (…) Daarna had ik geen woord in te brengen. Ik had toen alleen maar geld voor artikelen voor het werk. Ik had zelf geen geld meer. (…) Als ik terug kwam in de huiskamer, had hij het geld uit mijn tas gehaald. Na twee weken had ik er genoeg van en heb ik er wat van gezegd. [verdachte] plaatste mij tegen de muur en gaf aan hoe ik het in mijn hoofd haalde om er iets over te zeggen. (…) Ik vloog tegen de muren en ik kreeg toen een klap en daarna kreeg ik een vuistslag van hem. (…)
[verdachte] belde mij vaak om te vragen hoeveel ik al verdiend had. Ik gaf dan aan hoeveel ik verdiend had. Hij belde mij continu op en vroeg mij wat ik aan het doen was en hoeveel klanten ik al gehad had. (…) Ik kwam er later pas achter dat hij nog een vriendinnetje had, genaamd [bijnaam slachtoffer 2]. Ik kwam er ook achter dat hij nog 2 à 3 andere hoertjes had. (…)
A: Ze hebben mij een keer gebracht en bij de Bijenkorf afgezet. (…)
In Nootdorp ben ik drie keer mishandeld. Ik ben een keer van de trap geduwd. Een keer (…) kreeg ik een hele harde klap en voelde dat mijn hoofd omdraaide. De dag erop (…) sloeg [verdachte] mij toen met zijn linkerhand en ik vloog toen tegen de keukenkast aan. (…) Ik (…) had wel pijn. (…)
V: Je bent in november aangekomen en na drie weken ben je begonnen te werken? A: Ja dat klopt. Dat was in 2011 en heb gewerkt tot 21 mei 2012. (…)
Doordeweeks werkte ik tot 00:00 uur en in de weekenden tot 01:00 uur. (…)
Hoeveel geld verdiende gemiddeld per dag wat je aan [verdachte] moest geven? A: Op hele goede dagen ongeveer 450 euro. (…) 150 euro, was dan echt een slechte dag. V: zeven dagen per week? A: Ja. (…)
Ik durfde niet weg te gaan. Ik had geen geld, ik wist niet waar ik naar toe moest. (…)
Het ticket was voor 21 mei. (…) Kort daarna werd ik gebeld en schold hij mij uit voor alles wat mooi en lelijk is, waaronder stinkhoer. (…) [verdachte] begon mij te bedreigen door te zeggen dat hij mij zou vinden en dat hij mij zou vermoorden. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-595072, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
A: Mijn vader is een alcoholist, sloeg me altijd. (…) Ik had niks meer en kon nergens naartoe. (…)
V: Dus als ik het goed begrijp 7 dagen maal 130 euro. Dat is ongeveer drieënhalf duizend euro per maand. Wat hield u daar aan over?
A: Niks. Alles ging naar [verdachte]. (…) ik had geen vrijheid. Ook als ik ziek was moest ik werken. lk werkte van 's ochtends 9 uur tot middernacht en in het weekend tot 1 uur 's nachts, zeven dagen in de week. (…)
V: Wie regelde de huurcontracten voor de woningen waar u verbleef?
A: Die twee idioten, [naam 1] en [verdachte]. (…)
V: Waar sloeg [verdachte] u zoal?
A: Thuis, op mijn rug, gezicht en benen. (…)
V: Hoe vaak in de week gebeurde het dat u geslagen of geschopt werd door [verdachte]?
A: Dat was ongeveer drie a vier keer per week. Hij heeft zelfs een keer mijn notebook op mijn rug gebroken. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal, nummer PL1533 2012112740-15, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik weet dat [verdachte] vanaf oktober 2011 had hij een nieuwe vriendin, [slachtoffer 1]. Dat was ook een meisje uit Hongarije en die werkte ook in de Doubletstraat. Ik weet dat [slachtoffer 1] ook haar geld moest afstaan aan [verdachte]. [verdachte] had namelijk het idee dat hij een café wilde kopen en daar was veel geld voor nodig. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] op 13 mei 2014 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal nummer 30-582983, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Betreft een mutatie van de Koninklijke Marechaussee over een observatie, binnen project Wodan II, op Eindhoven Airport. Tijdens betreffende observatie op 23 november 2011, omstreeks 12:00 uur, werd bekend dat er een vlucht vanuit Boedapest was uitgeweken naar vliegveld Weeze en dat de passagiers per bus naar Eindhoven Airport vervoerd zouden worden.
Omstreeks 14:45 uur, zien de verbalisanten dat er een autobus vol mensen P1 oprijdt. Tevens zagen
verbalisanten dat [verdachte] en een onbekend persoon richting de bus lopen. Bij de laadruimte van de bus zien verbalisanten dat [verdachte] een jonge vrouw op haar arm tikte en dat ze elkaar begroeten.
Vervolgens zien de verbalisanten dat [verdachte], de onbekende man en de jonge vrouw richting een beige Opel Vectra, vermoedelijk voorzien van Hongaars kenteken [kenteken 1], lopen, instappen en wegreed.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597339, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: (…) Wil je nu verklaren wie heb je gewoond op het [naam gebouw] in Nootdorp?
A: [slachtoffer 1].
V: [slachtoffer 1]?
A: Ja. [naam 1] en [naam 2]. lk was toen met [naam 2] bevriend en later kregen wij een relatie. (…)
V: We willen met je praten over [slachtoffer 1]. Wie is [slachtoffer 1]?
A: Zij was mijn vriendin. (…)
A: ik heb haar op het vliegveld opgehaald. (…) Eindhoven. (…)
A: In het begin toen wij een relatie kregen werkte zij niet. (…) Later wel. (…) ln de red light zone. (…) Op de Lijnbaan woonden wij dus samen en vanaf daar zijn wij verhuisd naar Nootdorp. (…)
A: Zij werkte eerst in Amsterdam. (…) Daarna in Den Haag.
V: Welke straat?
A: Hoe heet de straat ook alweer?
V: Doublet?
O: De verdachte knikt "ja" met zijn hoofd. (…)
A: Het kan wel eens dat ik haar naar het werk heb weggebracht (…) lk heb haar wel eens naar het centrum gebracht. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 14 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597891, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: [slachtoffer 1] verklaarde dat zij geld moest overmaken naar jouw vader in Hongarije. Wat kun je
hier over vertellen?
A: (…) We stuurden wel geld. (…)
A: Toen zij werkte hadden wij meer geld en heb ik daar ook van genoten.
Een geschrift, te weten een vereenvoudigde weergave van transacties van de Western Union, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum Opdrachtgever Begunstigde Betaald
01/27/2012 [slachtoffer 1] [naam 3] 183,00 Euro
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] d.d. 13 augustus 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Nummer 4 is [slachtoffer 1]. Zij werkte ook op fiftyfifty basis met [bijnaam verdachte], net als ik en [naam 2]. Zij had
ook seks met [bijnaam verdachte].
- het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van getuige [slachtoffer 1] d.d. 18 maart 2015, nummer 14-614, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Toen ik naar Nederland kwam, werd ik opgehaald door twee mensen: [verdachte] en [naam 1]. Wij gingen naar Den Haag naar de woning van [verdachte] en [naam 1]. Ik ben daar toen ook gaan wonen. (…) Medio december 2011 werd er toen wel druk op mij uitgeoefend omdat er geen geld was om de huur te betalen. Toen zeiden [verdachte] en [naam 1] dat ik dan maar achter de ramen moest gaan staan. [verdachte] zei dat hij heel erg van mij hield. Hij was lief voor mij. (…) Ik zelf ben drie of vier keer met [verdachte] naar bed geweest. Dat was één keer in december 2011, één keer in januari 2012, één keer in februari 2012 en één keer in maart 2012. (…) Ik moest van [verdachte] als prostituee werken van 09.00 uur in de morgen tot middernacht. Ik moest van [verdachte] iedere klant nemen die er kwam, hoe meer klanten hoe beter. [verdachte] wist dondersgoed dat ik wilde stoppen met het werk als prostituee maar hij zei: “dan sla ik je kapot”. (…)
Ik kreeg geld van mijn klanten. [verdachte] pakte mij dat geld steeds af. Ik mocht van hem alleen net zoveel geld houden dat ik de cabine waarin ik werkte steeds kon betalen. De rest hield [verdachte] voor zich. [verdachte] zei vaak dat ik te weinig verdiende. [verdachte] heeft mij (…) ook wel geslagen. Hij heeft mij 5 à 6 keer in één maand geslagen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal opgemaakt naar aanleiding van het rechtshulpverzoek van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, nummer 25.Bpk.32.787/201430, voorzover als verklaring van [slachtoffer 4], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Antwoord van getuige [slachtoffer 4] op de door de raadsvrouw voorgestelde vraag: [slachtoffer 1] ken ik; ze was de vriendin van [verdachte], ze leefden samen als partners. [slachtoffer 1] woonde samen met ons in dezelfde woning.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal, nummer PL1533 2012112740-15, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik ken [verdachte] vanaf april 2010. Ik leerde hem kennen en we werden verliefd. (…) Toen
heb ik nog 3 maanden met hem in Hongarije gewoond en daarna, juli 2010 ben ik naar
Nederland gegaan met hem. (…) Ik weet dat [slachtoffer 5] sinds 3 maanden ook in Nederland werkt. Ik kende [slachtoffer 5] vanuit Hongarije en zij vroeg mij of ze ook in Nederland kon komen werken als prostituee. (…) [verdachte] heeft toen de woning voor ons geregeld en ik ben daar, op de [adres 1] gewoond. Ik woonde daar dus met [slachtoffer 5] samen. (…) Ongeveer 3 weken geleden zijn we verhuist naar de [adres 2]. Daar woonde in dus weer samen met [slachtoffer 5]. [verdachte] had die woning voor ons geregeld. (…)
Ik heb ook altijd voor hem gewerkt en dan zei hij dat het voor onze toekomst was. Ik heb nooit dat geld terug gehad. (…) In de tijd dat wij samen waren heb ik altijd alles betaald voor hem. Ik kan niet zeggen wat dat gekost heeft, maar dat was veel geld. [verdachte] had geen respect voor mij, want als ik een dag gewerkt had en moe was, dan zei ik tegen hem dat ik moe was en even wilde rusten. [verdachte] bleef dan maar aan mij kop zeuren dat ik door moest werken want dat café kostte veel geld. En anders moest ik langer werken voordat hij zijn café had. [verdachte] heeft me vele malen mishandeld, [slachtoffer 5] was daar een keer getuige van. Ik zat toen in de auto bij hem en ik zat achter hem. Ik werd toen boos om een opmerking van mij en toen heeft hij me geslagen. Hij sloeg me op het hoofd. [slachtoffer 5] kan dat vertellen. Dat deed pijn en hij sloeg me altijd op plekken waar je er niet zoveel van zag. (…)
Ik heb eerder verklaard dat hij dreigde mijn zussen in Hongarije iets aan te doen. (…) [verdachte] heeft een keer tegen mij gezegd dat als ik naar de politie zou gaan en mij verhaal daar zou vertellen, dan zou hij mijn zussen ontvoeren, of meenemen. Ook zou hij ze mishandelen. (…) Daardoor voelde ik me zo bedreigd dat ik deed wat hij zei. Ik gaf dus het geld wat ik had verdiend aan hem. (…)
Ik gaf al mijn geld aan [verdachte] omdat hij zei tegen mij dat [slachtoffer 1] nu geen geld meer gaf aan hem. Ik hield van hem en hij had altijd wel mooie woorden. (…)
Gister (…) zat ik in de woonkamer te eten en had dus een mesje in mijn hand (…). Ik hoorde dat [verdachte] nog steeds een het schreeuwen was tegen mij en op een gegeven moment komt hij dicht bij mij staan. (…) Toen pakte hij mijn rechterhand vast en daarin dat het mesje. Ik kon onmogelijk
loslaten want hij had me stevig vast. Ik zag dat hij met het mesje naar mijn boven been ging en daar kleine krassen in maakte. Ik voelde hevige pijn (…). (…)
Ik weet zeker dat als [verdachte] vrij komt dat hij me dood gaat maken. Dat heeft hij een aantal keren gezegd tegen mij. Hij zei dan tegen mij dat hij me dood ging maken als ik naar de politie zou gaan. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal van aangifte, nummer PL1533 2012112740-1, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik doe aangifte tegen mijn ex vriend en pooier [verdachte]. (…) Ik verblijf sinds 2 jaar in Nederland. Ik ben hierheen gekomen, met [verdachte]. Ik ken hem nog van Hongarije. (…) Ik was zo verliefd op hem dat ik ben meegegaan. Hij zei telkens tegen mij dat ik niets was en niets waard was. Ik ben dus met hem meegegaan naar Nederland en hij vertelde mij dat we samen gingen werken hier. (…) Ik was daar in Hongarije erg arm en dacht hier geld te verdienen door mij te prostitueren.
Ik heb dus in Nederland 1.5 jaar gewerkt als prostituee en ik moest altijd mijn geld afstaan aan hem. (…)
Vanavond kwam [verdachte] thuis, hij was er dus al 3 dagen. [verdachte] heeft me in die drie dagen meerdere keren geslagen op mijn hoofd. (…) Ik was aan het eten en hij was me aan het slaan, niet heel erg hard
maar ik moest bang worden voor hem. Ik had een klein mesje in mijn hand en hij heeft toen mijn hand gepakt. Ik had geen controle meer over mijn rechterhand, die had hij vast. Ik zag dat hij mijn hand met
daarin het mesje, naar mijn been drukte. Ik zag dat hij met het mesje in mijn been stak. Ik voelde veel pijn en hij herhaalde dat drie keer. (…) [verdachte] weet ook dat ik drie zusjes in Hongarije heb. Hij heeft een keer tegen mij gezegd dat hij ze zou pakken en iets zou gaan aandoen. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 5], nummer PL15J2 2012112740-4, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
[slachtoffer 2] heeft een ex-vriend genaamd [verdachte]. [slachtoffer 2] heeft [verdachte] in Hongarije leren kennen. Ze kregen een relatie met elkaar. Op een gegeven moment zijn ze samen naar Nederland toe gegaan. (…) [slachtoffer 2] ging toen in de prostitutie werken. Ik weet dat [verdachte] toen al het verdiende geld van [slachtoffer 2] afpakte. (…) Hij dreigde namelijk haar iets aan te doen of haar familie. (…) Ik heb van [slachtoffer 2] gehoord dat [verdachte] haar sloeg. Ik heb dit zelf lx gezien. (…) Ik zag toen dat [verdachte] haar sloeg. (…) Ik zag dat [verdachte] naar achteren sloeg en [slachtoffer 2] in haar gezicht raakte. Ik zag verder dat hij haar aan haar haren trok. (…) Ik zag vervolgens dat [verdachte] uit de auto stapte, het portier van [slachtoffer 2] opende en haar vervolgens nogmaals een aantal keren in het gezicht sloeg. (…) Ik weet dat [verdachte] mij of [slachtoffer 2] pijn doet als ik niet met genoeg geld thuis kom. (…) Terwijl jullie iets probeerden te regelen voor mij en [slachtoffer 2], kreeg ik om 22:10 uur een sms in de Hongaarse taal van [slachtoffer 2]. Hierin stond het volgende vernnld: Szetvagta kessel a labam. Ik zal het voor u vertalen: Hij heeft mijn been met een mes gesneden. Ik wist dat [verdachte] bij haar was. Hij is namelijk elke dag bij ons in de flat, dus hij moest wel diegene zijn die [slachtoffer 2] met een mes had gestoken/gesneden.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 10] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal verhoor aangeefster [slachtoffer 5], nummer PL1533 2012112740-14, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
[slachtoffer 2] mag van hem helemaal nergens heen. Zij zit alleen maar in ons huis en zij mag helemaal niets van hem. (…) Heb je wel [verdachte] wel eens iets bedreigends horen zeggen tegen [slachtoffer 2]? Ja ik heb dat gehoord toen ik ook had gezien dat hij [slachtoffer 2] mishandelde. Hij zei dat hij haar zou vermoorden en haar familie ook. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11] en [verbalisant 12] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal verhoor verdachte, nummer PL1533 2012112740-18, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Gisteren is er een incident geweest. (…) Tijdens het eten kregen wij ruzie. (…) Ik heb haar alleen op haar gevoel bedreigd. Alleen gevoelsmatig. (…) We gingen boodschappen doen en we hadden ruzie. Ik heb haar alleen aan de haren getrokken. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 20 augustus 2012 gesloten proces-verbaal van bevindingen, nummer PL15J2 2012176557-2, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Daarnaar gevraagd vertelde [slachtoffer 3] ons het volgende:
- Dat zij op de [straat 2] samen woont met [bijnaam slachtoffer 2] en dat andere meisje maar ook met
[verdachte] (…)
- [bijnaam slachtoffer 2] is de vriendin van [verdachte], [bijnaam slachtoffer 2] heeft ook voor hem gewerkt en moest
al haar geld afstaan.
- (…) [verdachte] had [bijnaam slachtoffer 2] toen in haar been gestoken, hierdoor is hij zijn auto en zijn huis kwijt zegt hij zelf tegen [bijnaam slachtoffer 2] (…)
- [bijnaam slachtoffer 2] kent ze al heel lang ze hebben samen in de 25 euro (Doubletstraat) straat
gewerkt als prostituee (…)
- Gisteravond heeft [verdachte] [bijnaam slachtoffer 2] een bloedneus geslagen (…)
- Zij en [bijnaam slachtoffer 2] en het andere meisje konden het huis niet uit. [verdachte] heeft de enige sleutel van het pand en sluit deze ook af als hij weggaat (…)
De echte naam van [bijnaam slachtoffer 2] bleek uit onderzoek te zijn: ----[slachtoffer 2] geboren [geboortedag] 1988 te Hongarije----
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597339, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
A: Het is wel in een andere relatie geweest dat ik iemand heb geslagen.
V: Welke relatie was dit?
A: Met [slachtoffer 2]. (…)
V: Wat is de werknaam van [slachtoffer 2]?
A: [bijnaam slachtoffer 2]. (…)
V: Heb je haar ooit geslagen?
A: [slachtoffer 2]? Ja.
Een geschrift, te weten een vereenvoudigde weergave van transacties van de Western Union, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum Opdrachtgever Begunstigde Betaald
03/05/2011 [verdachte] [naam 3] 1634,50 Euro
06/06/2011 [verdachte] [naam 3] 467,50 Euro
(…)
08/01/2011 [verdachte] [naam 3] 200,00 Euro
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] d.d. 13 augustus 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Die ochtend gebeurde het dat we thuis waren en [verdachte] [bijnaam slachtoffer 2] heel erg sloeg. (…)
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5] d.d. 12 augustus 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Vraag: U heeft eerder aangegeven dat [slachtoffer 2] door haar vriend, [verdachte], mishandeld
werd. Vertel u alstublieft daar eens over?
Antwoord: Ik herinner me een concreet geval, toen [verdachte] de joystick van de playstation tegen haar hoofd gooide (…). En toen [verdachte] haar in de been stak.
- het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van getuige [slachtoffer 2] d.d. 16 maart 2015, nummer 14-614, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Hij had al ons geld, van [slachtoffer 5] en van mij afgepakt. We konden niet weggaan omdat we het geld er niet voor hadden. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 13] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 20 augustus 2012 gesloten proces-verbaal van bevindingen, nummer PL15J2 2012176557-2, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op vrijdag 17 augustus 2012 omstreeks 09:45 uur kwamen wij verbalisanten aan bij de Doubletstraat pandnummer [pandnummer] te 's-Gravenhage voor de controle van de nieuwe prostituee. In het pand was de exploitant [naam 4] aanwezig en wees ons de kamer van de nieuwe prostituee. Zij bleek genaamd te zijn: [slachtoffer 3] geboren [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] (Hongarije)---
Wij zagen op onze zogenoemde signaallijst dat [slachtoffer 3] op 25 juli 2012 een negatief werkadvies had gekregen van collega’s van de unit Commerciele zeden. (…) Daar naar gevraagd vertelde [slachtoffer 3] ons het volgende:
- Zij heeft eerder in de Doubletstraat gewerkt als prostituee. (…)
- Dat zij het werk in de Doubletstraat helemaal niet wil doen
- Dat zij dit werk inderdaad gedwongen doet
- Dat zij op de [straat 2] samen woont met [bijnaam slachtoffer 2] en dat andere meisje maar ook met
[verdachte]
- Dat het inderdaad zo is dat [verdachte] haar uitbuit, zij moet voor hem werken
en het geld aan hem geven
- Dat [verdachte] de vorige keer ervoor had gezorgd dat haar zoontje ook in
Nederland was om haar zo onder dwang te laten werken. Als zij het niet deed zou ze
haar zoontje niet meer zien
- Dat zij heel erg bang is dat [verdachte] haar kinderen iets zou doen als hij
erachter komt dat ze met de politie praat (…)
- Zij en [bijnaam slachtoffer 2] en het andere meisje konden het huis niet uit. [verdachte] heeft de enige sleutel van het pand en sluit deze ook af als hij weggaat (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 14] en [verbalisant 15] in de wettelijke vorm opgemaakt en op [huisnummer 2] augustus 2012 gesloten proces-verbaal van bevindingen nummer PL27YS/12-057091, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Wij, verbalisanten, waren bezig met een controle mobiel toezicht vreemdelingen in de THALYS op traject Parijs-Amsterdam. Tijdens de controle zagen wij een voor ons onbekend manspersoon met
een minderjarige jongen (geschat 3 jaar oud) in treinstel 16 van de voornoemde trein zitten. (…) Op dinsdag 07 augustus 2012, omstreeks 13:01 uur heb ik, eerste verbalisant, de man staande gehouden. lk heb de man om zijn grensoverschrijdingsdocument gevraagd ter inzage. Hij overhandigde mij een geldig op zijn naam staande identiteitskaart van Hongarije:
NAAM: [verdachte]
VOORNAAM: [verdachte]
GEBOORTEDATUM: [geboortedag]-1983 te [geboorteplaats]. (…)
Op dinsdag 7 augustus 2012, omstreeks 13:05 uur, heb ik, eerste verbalisant, [verdachte] gevraagd naar zijn relatie met de jongen. Ik, eerste verbalisant, hoorde hem hierop zeggen dat de jongen niet zijn zoon was maar de zoon van zijn vriendin. (…)
Tijdens de overbrenging hebben wij, verbalisanten, [verdachte] telefonisch contact op laten nemen met de moeder van het kind, zodat zij naar Rotterdam centraal station zou komen met de juiste documenten van haarzelf en het kind. Wij, verbalisanten, hoorden dat het gesprek aan de telefoon plaatsvond in een taal die voor ons, verbalisanten, onbekend was.
Wij, verbalisanten, zagen en hoorden dat:
- [verdachte] zijn stem verhief tegen de andere persoon
- [verdachte] erg directief was aan de telefoon, waarbij het leek alsof hij opdrachten of bevelen gaf
- het gesprek erg kort was.
- [verdachte] geen uitleg gaf over de situatie tegen de andere persoon
Op de voornoemde post viel ons, verbalisanten, het volgende op:
- Dat [verdachte] het kind geen vrijheid gaf maar direct op schoot nam.
- Dat [verdachte] zich op zijn eigen wang aanwees zodat het kind hem een
zoen op zijn wang zou geven.
Op dinsdag 7 augustus 2012, omstreeks 13:25 uur, kwam er een voor ons, verbalisanten, onbekend vrouwspersoon binnenlopen op de voornoemde post. Wij, verbalisanten zagen dat:
- Het kind meteen opsprong en naar de vrouw rende.
- Het kind haar meteen in de armen vloog.
- De vrouw het kind stevig omhelsde.
- De vrouw het kind vele malen zoende.
De vrouw alleen oog had voor het kind en geen aanstalte maakte om [verdachte] te begroeten,
- [verdachte] geen aanstalte maakte om de vrouw te begroeten.
- De vrouw het kind vast bleef houden en niet losliet.
IDENTIFICATIE:
Op dinsdag 7 augustus 2012, omstreeks 13:27 uur overhandigde de vrouw aan mij, tweede verbalisant, een geldig op haar naam staande identiteitskaart van Hongarije:
NAAM: [slachtoffer 3]
VOORNAAM: [slachtoffer 3]
GEBOORTEDATUM: [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
(…) Tevens overhandigde zij aan mij een Hongaars geboortecertificaat:
NAAM: [zoon slachtoffer 3]
VOORNAAM: [zoon slachtoffer 3]
GEBOORTEDATUM: [geboortedag]-2009 te [geboorteplaats] (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597339, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Op 7 augustus 2012 word jij samen met een jongetje van 3 jaar aangetroffen in de Thalys, traject
Parijs-Amsterdam. Dit jongetje blijkt te zijn; [zoon slachtoffer 3] ([geboortedag]-2009), de zoon van [slachtoffer 3]
.
A: Waar kwam jij vandaan en waar ging jij heen?
lk heb het kind naar [slachtoffer 3] gebracht. (…) lk kwam vanuit België. (…) In Hongarije heb ik haar opgehaald. (…) V: Wie is haar? A: [slachtoffer 1]. (…)
Een geschrift, te weten een vereenvoudigde weergave van transacties van de Western Union, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum Opdrachtgever Begunstigde Betaald
08/05/2012 [slachtoffer 3] [verdachte] 50 Euro
08/07/2012 [slachtoffer 3] [verdachte] 35,10 Euro
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] d.d. 13 augustus 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Desgevraagd vertel ik dat ik ook de helft van mijn verdiensten aan [verdachte] moest afgeven zolang ik
daar woonde, elke dag wanneer wij met het werk klaar waren, kwamen we thuis aan en dan haalden
wij het cabinegeld voor de volgende dag van onze verdiensten af en wat overbleef, daar moesten
wij de helft van afgeven. (…) Hij sloeg meerdere meisjes.(…)
[verdachte] zei dat ik niet weg mocht gaan en dat de jongen ook daar was. Ik mocht wel gaan maar zonder het kind. (…) Ik was afhankelijk van hem. Ik kon nergens heen, ik kon mijn zoontje aan niemand toevertrouwen en hij wist deze dingen.
Vraag: Waarom werkte u in de prostitutie?
Antwoord: (…) In Hongarije had ik geen kans op een goedbetaalde baan, dit was de makkelijkste manier om snel veel geld te verdienen. Desgevraagd vertel ik dat ik de [huisnummer 2] klassen van de basisschool heb afgemaakt, ik heb geen vak geleerd, ik heb geen opleiding, ik trouwde vroeg en werd vroeg moeder. (…)
Vraag: Heeft u geld naar zijn familie overgemaakt?
Antwoord: Ja, zoals ik al zei heb ik wel geld overgemaakt. (…)
- het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van getuige [slachtoffer 3] d.d. 12 mei 2015, nummer 14-614, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik werkte 5 à 6 maanden voor [verdachte]. (…) U vraagt mij of ik gedwongen werd om in de prostitutie te werken. (…) Ik vond wel dat ik werd gedwongen om dat werk te doen.
- een geschrift, te weten een registratie van de Koninklijke Marechaussee, nummer PL2700_12005091_BPS, d.d. 25 maart 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op zaterdag 21 januari 2012 heeft van 08:20 uur tot 08:35 uur een observatie plaatsgevonden op de binnenkomende vlucht vanuit Boedapest (Hongarije), vluchtnummer W 62271. Ik, [verbalisant 16], bevond mij omstreeks 08:21 uur in de aankomsthal van Eindhoven Airport. (…) Omstreeks 08:30 uur zag ik, [verbalisant 16], twee dames de aankomsthal inlopen. Dame 1, naar later bleek [slachtoffer 4], pakte een rolkoffer van de bagageband en beide dames liepen hierna samen richting de uitgang van de aankomsthal. (…) Dame 1 overhandigde mij een Hongaarse identiteitskaart voorzien van het nummer [nummer] ten name gesteld van:
- [slachtoffer 4] geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] (Hongarije). (…)
[slachtoffer 4] verklaarde aan mij, [verbalisant 16], desgevraagd in het kort dat:
(…) Zij ([slachtoffer 4] en [naam 5]) opgehaald werden van Eindhoven Aiport door [verdachte]. (…)
Ik, [verbalisant 16], (…) heb geen retourticket kunnen zien. (…)
Wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], bevonden ons omstreeks 08:33 uur in de terminal van Eindhoven Airport ter hoogte van de aankomsthal. Aldaar zagen wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], voor ons twee onbekende mannen staan. Eén van deze twee mannen voldeed aan het signalement wat, [verbalisant 16], had doorgekregen van de meldkamer van de Koninklijke Marechaussee te Eindhoven Airport, wat later [verdachte] bleek te zijn. [verdachte] stond samen met een andere man, wat later [naam 1] bleek te zijn (…). (…)
Wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], zagen [slachtoffer 4] en [naam 5] de terminal van Eindhoven Airport binnen lopen. Zij, [slachtoffer 4] en [naam 5], liepen naar [verdachte] en [naam 1] toe. Zij begroetten elkaar door middel van twee kussen op de wang. Wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], zagen dat voornoemde personen naar buiten richting parkeerplaats P1 van Eindhoven Airport liepen. Ter hoogte van een personenauto van het merk Ford, type Ka, kleur grijs, voorzien van Nederlands kenteken [kenteken 2] stonden voornoemde personen stil. Wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], zagen dat [verdachte] de kofferbak van de personenauto openmaakte. Wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], zagen dat [naam 1] de koffers/ bagage van de twee vrouwen, [slachtoffer 4] en [naam 5], in de kofferbak van de personenauto legde. (…) Vervolgens hebben wij, [verbalisant 17] en [verbalisant 18], voornoemde personen aan een controle onderworpen. [verdachte] overhandigde mij, [verbalisant 18], een Nederlands rijbewijs voorzien van het nummer [nummer] ten name gesteld van: - [verdachte] geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] (Hongarije). (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 19] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 9 maart 2012 gesloten proces-verbaal van bevindingen, nummer PL15J2 2012051974-2, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op vrijdag 9 maart 2012, omstreeks 12.05 uur, werd ik verbalisant [verbalisant 3], gebeld door een beheerder van het raamprostitutiestraat de Doubletstraat [huisnummer 1] te 's-Gravenhage, genaamd [naam 6], geboren op [geboortedag]-1966. Hij verzocht mij een nieuw meisje te controleren die wilde gaan werken in de prostitutie. Hij gaf vervolgens haar naam: [slachtoffer 4], geboren op [geboortedag]-1991 te [geboorteplaats] in Hongarije. (…)
Wij verbalisanten, zijn vervolgens naar de Doubletstraat gegaan. Omstreeks 12.40 uur, hebben wij een gesprek gevoerd met [slachtoffer 4]. Zij vertelde het volgende:
* Zij heeft eerder gewerkt in de Geleenstraat, voor een maand terug. Vorig jaar zomer heeft zij ook in de Geleenstraat gewerkt. (…)
* Zij werkt 2 a 3 weken als prostituee en gaat dan naar Hongarije voor een korte vakantie. (…)
* In Hongarije betaalt zij alles. Ze woont samen met haar moeder, die bij de politie werkt. Haar broer en zus wonen ook daar. (…)
Wij hebben hierna [slachtoffer 4] uitgelegd dat wij het vermoeden hadden dat zij slachtoffer is van mensenhandel. (…) Hierna zei ze dat de twee jongens waar zij het eerder over verklaard had, pooiers zijn. [slachtoffer 4] bedoelde hiermee [verdachte] en [naam 7]."
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 19] en [verbalisant 20], in de wettelijke vorm opgemaakt en op 18 maart 2012 gesloten proces-verbaal van bevindingen, nummer PL15J2 2012051974-3, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op zaterdag 17 maart 2012, omstreeks 21.30 uur, hebben wij een bestuurlijke controle gedaan in het raamprostitutiepand de Doubletstraat [huisnummer 2] te ‘s-Gravenhage. (….) Een vrouw vertelde dat er boven ook nog een prostituee was. (…) Zij is genaamd [slachtoffer 4], geboren op [geboortedag]-1991 te [geboorteplaats] in Hongarije. (…)
[slachtoffer 4] woont in Nootdorp, in de [adres 3]. Zij woont daar samen met 2 mannen en 2 vrouwen. De mannen zijn genaamd [verdachte] en [naam 1].
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 16 juli 2013 gesloten proces-verbaal van aangifte, nummer PL15J2-2013139406-1, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
[verdachte] (…) had meer meisjes. (…) Een is genaamd [slachtoffer 4], haar familienaam is [slachtoffer 4]. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 augustus 2013 gesloten proces-verbaal verhoor aangeefster, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1], nummer PL15J2 -2013139406-2, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ze heet [slachtoffer 4]. (…)V: Wat ging [slachtoffer 4] toen doen? (…) Ze gaf aan dat ze bij [naam 8] woonde, maar voor [verdachte] werkte. (…) A: [verdachte] vertelde mij continu hoeveel [slachtoffer 4] had verdiend. (…) Ik zag dat [slachtoffer 4] [verdachte] kuste. (…) Ik zag dat het [slachtoffer 4] en [verdachte] waren die seks met elkaar hadden. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-595072, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Het is een keer gebeurd dat ik niet hoefde te werken, maar moest toen mee van [verdachte] naar Eindhoven om andere meisjes op te halen.
V: Om welke meisjes ging het?
A: Dat waren twee Hongaarse meisjes. Dat was de "[bijnaam] (…) en [slachtoffer 4]. [verdachte] zei dat [slachtoffer 4] familie was, maar ik heb gezien dat [verdachte] seks met haar had.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597339, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Wie is [slachtoffer 4]?
A: lk ken haar. lk kan er nog veertig noemen die hetzelfde werk doen.
V: [slachtoffer 4] werkt ook in de prostitutie?
A: Ja. (…)
A: lk kwam haar op het vliegveld tegen.
V: Welk vliegveld?
A: Eindhoven. (…)
A: lk haalde [slachtoffer 4] daar ook op. (…)
V: Heb je haar meerdere keren opgehaald?
A: Ja. (…)
A: We hadden goed contact met elkaar, ze sliep wel eens bij me en gingen samen uit. (…)
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, voorzover als verklaring van [slachtoffer 4], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Op zaterdag 21 januari 2012 wordt door de militaire politie van luchthaven Eindhoven gezien dat er twee vrouwen de aankomsthal van het vliegveld in lopen. (…) Zij kwam ook om te werken, net als ik, als prostituee. (…)
Vraag: Door wie werd u opgehaald vanaf de luchthaven?
Antwoord: [verdachte] en [naam 1]. (…)
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] d.d. 13 augustus 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
[slachtoffer 4] heb ik daar leren kennen, zij kwam er met de hulp van [verdachte] en de zijne daarheen en zij werkte op fiftyfifty basis met [verdachte].
(…)
Nummer 1 is [naam 2]. Ze woonde daar in het huis met ons. Ze werkte net als ik op fiftyfifty basis met [bijnaam verdachte], ook als prostituee. Het gebeurde wel dat [bijnaam verdachte] haar sloeg, hij sloeg haar gezicht met de vlakke hand omdat zij bij hem weg wilde gaan. (…) Zij hadden trouwens seks met elkaar - [naam 2] en [bijnaam verdachte] - en daarom maakten ze ook ruzie.
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal opgemaakt naar aanleiding van het rechtshulpverzoek van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, nummer 25.Bpk.32.787/201430, voorzover als verklaringen van [naam 5] en [slachtoffer 4], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Antwoord van getuige [slachtoffer 4] op de door de officier van justitie voorgestelde vraag: Ik had [verdachte] voor de reis naar Nederland telefonisch gesproken. Hij vroeg mij toen om zijn naam niet te noemen. (…) Hij zei alleen dat hij mij zou komen ophalen op het vliegveld en vroeg mij om zijn naam niet te noemen als ik zou worden gecontroleerd. (…)
Antwoord van getuige [slachtoffer 4] op de door de raadsvrouw voorgestelde vraag: In Nederland woonde ik in Den Haag, bij [verdachte].
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal opgemaakt naar aanleiding van het rechtshulpverzoek van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, nummer 25.Bpk.32.787/201430, voorzover als verklaringen van [naam 5] en [slachtoffer 4], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Antwoord van getuige [naam 5] op de door de officier van justitie voorgestelde vraag:
In Nederland woonde ik samen met [verdachte], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3]. (…) Toen ik met [naam 2] naar Nederland ging zei [verdachte] dat ik 50% van mijn inkomen moest afstaan in ruil voor
kost en inwoning. [slachtoffer 4] deed dat ook. Dit is mij verteld toen ik al in Nederland was.
(…) Ik gaf het geld aan [slachtoffer 4] en [slachtoffer 4] gaf het door aan [verdachte]. In feite kwam het geld
bij [verdachte] terecht, [slachtoffer 4] is ook een slachtoffer, ze betaalde evenveel aan [verdachte].
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal van verhoor getuige, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5], nummer PL15J2 2012112740-4, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik ben in Hongarije geboren en opgegroeid. Ik ben vier maanden geleden naar Nederland toe gekomen. Het was volgens mij op 25 februari 2012. (…) In mijn land was het financieel moeilijk om rond te komen. (…) Toen wij in Nederland aankwamen gingen wij in Den Haag wonen. (…) Toen ik hier in Nederland kwam ben ik in prostitutie gaan werken. Ik werk in Doubletstraat. (…) Wat mij opgevallen is, is het feit dat als [verdachte] in onze woning was geweest, dat mijn geld dan altijd verdwenen was. (…) het kan niet anders dan dat [verdachte] het geld heeft weggenomen. (…) Ik weet niet hoeveel hij in totaal hij heeft weggenomen, maar veel van het geld wat ik de afgelopen vier maanden heb verdient, dat is weggenomen. Het is in ieder geval veel geld. Ik vermoed dat het een bedrag is van 5000 euro of meer. (…) De reden dat ik bang ben is, omdat hij [slachtoffer 2] altijd pijn doet. Ik werk voor [verdachte]. Het is geen gemakkelijk werk. Ik werk me te pletter en ik houd er niets aan over. [verdachte] neemt dus al het verdiende geld mee. Ik weet dat [verdachte] mij of [slachtoffer 2] pijn doet als ik niet met genoeg geld thuis kom. [verdachte] heeft mij bedreigd. [verdachte] praat niet rechtstreeks met mij. [verdachte] zei tegen [slachtoffer 2] dat zij weer tegen mij moest zeggen dat ik meer geld moest verdienen en dat ik dan misschien naar huis toe zou mogen. [slachtoffer 2] heeft mij dit later verteld. Als ik hier geen gehoor aan zou
geven, dan zou ik nooit meer naar huis gaan/mogen. Ook dit heb ik niet rechtstreeks van [verdachte] gehoord, maar dit is ook weer via [slachtoffer 2] gegaan.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 10] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal verhoor aangeefster, nummer PL1533 2012112740-14, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik wil aangifte doen van diefstal van geld, door de vriend van mijn huisgenoot. Ik noem hem [bijnaam verdachte]. Hij heet [verdachte] voluit. (…) Hij heeft mij bedreigd. Toen hij mijn vriendin had geslagen was ik erg bang van hem geworden. Hij zei toen tegen mij: "Ok, jij werkt vanaf nu voor mij. En geeft ook
je geld aan mij. " Hij schreeuwde dat toen tegen mij en ik was erg bang van hem. Omdat ik weet dat [verdachte] veel bij mij thuiskomt verstop ik mijn geld. Er verdwijnt namelijk vaak geld van mij als [verdachte] in ons huis is geweest. Ik weet niet precies hoeveel geld er is verdwenen, maar ik vermoed rond de 5000 euro. (…) [verdachte] heeft wel eens gezegd dat ik pas naar huis mag als ik voor hem 15.000 euro bij elkaar heb gewerkt.
- een geschrift, te weten een registratie, registratienummer PL1500_2011237275_BVH Haaglanden, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Wij verbalisanten, [verbalisant 21] en [verbalisant 22] zijn werkzaam bij het Regiokorps Haaglanden, Bureau Recherche. Regelmatig worden door genoemde toezichthouders controles uitgevoerd in de raamprostitutiestraten. Op woensdag 7 maart 2012 (…) controleerden wij de volgende dames die aan het werk waren op genoemde lokatie:
(…) - [slachtoffer 5], geboren [geboortedag]-1994 te [geboorteplaats] Hongarije.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal, nummer PL1533 2012112740-15, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik weet dat [slachtoffer 5] sinds 3 maanden ook in Nederland werkt. (…) [verdachte] heeft toen de woning voor ons geregeld en ik ben daar, op de [adres 1] gewoond. Ik woonde daar dus met [slachtoffer 5] samen. (…) Ongeveer 3 weken geleden zijn we verhuist naar de [adres 2]. Daar woonde in dus weer samen met [slachtoffer 5]. [verdachte] had die woning voor ons geregeld. (…)
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 mei 2012 gesloten proces-verbaal, nummer PL1533 2012112740-15, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2], zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ongeveer 1.5 maand geleden wilde [verdachte] ook het geld van [slachtoffer 5] hebben. Ik moest tegen [slachtoffer 5] zeggen dat ik schulden had gemaakt bij [verdachte], mijn ex vriend en dat zij die moest betalen voor mij. [verdachte] zei tegen mij dat ik [slachtoffer 5] haar geld moest vragen omdat ik schulden had bij [verdachte]. Dat was niet waar maar [verdachte] zette mij dus onder druk dat [slachtoffer 5] mij moest helpen uit de schulden te komen. (…)
Ik heb eergisteren gezien dat hij uit de kamer van [slachtoffer 5] geld had gestolen. Ik weet niet waar dat geld lag maar hij liet het mij zien. Hij legde het geld op tafel en dat was dus van [slachtoffer 5].
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597339, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Wie is [slachtoffer 5]?
A: De vriendin van [slachtoffer 2]. (…) lk ken haar via [slachtoffer 2]. (…)
V: Wat voor werk deed [slachtoffer 5]?
A: lk weet dat ze ook daar werkte.
V: De Doubletstraat?
A: De red light zone. (…)
Een geschrift, te weten een vereenvoudigde weergave van transacties van de Western Union, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum Opdrachtgever Begunstigde Betaald
08/11/2012 [slachtoffer 5] [naam 3] 200 Euro
(…)
08/14/2012 [slachtoffer 5] [naam 3] 100 Euro
- het door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele
Eenheid, Nationale Recherche op lokatie Boedapest XIIIe district, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5] d.d. 12 augustus 2014, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
[verdachte] stal vaak mijn geld. Ik woonde met [slachtoffer 2], daar verscheen [verdachte] van tijd tot tijd en hierop merkte ik dat mijn geld verdwenen was. (…)
- het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van getuige [slachtoffer 2] d.d. 16 maart 2015, nummer 14-614, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Hij had al ons geld, van [slachtoffer 5] en van mij afgepakt. We konden niet weggaan omdat we het geld er niet voor hadden. (…) Hij kwam zomaar binnen in de woning en pakte haar geld. (…)
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 5:
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 12 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-596814, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Heb je nog een bijnaam?
A: [bijnaam verdachte].
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 9] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 14 mei 2014 gesloten proces-verbaal nummer 30-597891, voorzover als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
V: Waar ben je allemaal geweest in Utrecht?
A: lk ben in de red light zone gecontroleerd. Dat bedoelt u zeker. lk was daar met een Hongaarse auto met pooiers. (…)
A: Toen zij werkte hadden wij meer geld en heb ik daar ook van genoten.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 2:
Een geschrift, te weten een vereenvoudigde weergave van transacties van de Western Union, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum Opdrachtgever Begunstigde Betaald
12/30/2011 [verdachte] [naam 3] 276,50 Euro