ECLI:NL:GHARL:2015:8966

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 november 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
21-004324-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en seksuele uitbuiting van meerdere slachtoffers door verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte is beschuldigd van mensenhandel en seksuele uitbuiting van vijf slachtoffers, allen van Hongaarse afkomst. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Het hof heeft de door de raadsvrouw gevoerde verweren, waaronder de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen, verworpen. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers consistent waren en ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verdachte heeft de slachtoffers in een kwetsbare positie gebracht door gebruik te maken van hun afhankelijkheid en heeft hen gedwongen tot prostitutie. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van de slachtoffers en hen financieel heeft uitgebuit. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft geen inzicht getoond in de ernst van zijn handelen. De straf is opgelegd met inachtneming van de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004324-15
Uitspraak d.d.: 25 november 2015
TEGENSPRAAK
Promis
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, van 9 juli 2015 met parketnummer 08-963556-14 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 28 oktober 2015, 11 november 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L.A. Korfker, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het hof – anders dan vrijspraak – tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 21 mei 2012 [plaats 1] en/of [plaats 2] , en/of (elders) in Nederland en/of Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander te weten [slachtoffer 1] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of
(sub 1)
- die [slachtoffer 1] medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n) tegen betaling en/of
(sub 3)
- die [slachtoffer 1] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of (sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 1] en/of (sub 6)
- die [slachtoffer 1] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar/hen, [slachtoffer 1] seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
(sub 9)
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar
- die [slachtoffer 1] vanuit Hongarije naar/in Nederland overgebracht/vervoerd en/of haar van de luchthaven opgehaald en/of haar (vervolgens) in een woning ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor haar (een) verblijfplaats/onderdak geregeld of laten regelen, en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] in de gelegenheid gesteld en/of overgehaald om in de prostitutie te werken en/of
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 1] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 1] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken en geen sociaal netwerk had, in een kwetsbare positie en/of
- met die [slachtoffer 1] een liefdesrelatie aangegaan en/of
- die [slachtoffer 1] als prostituee(s) laten werken en/of toegezien of laten toezien op (een minimum aan) (de) werktijd(en) (en daarmede (aan) (de) inkomsten) van die [slachtoffer 1] als prostituee(s) en/of
- die [slachtoffer 1] geslagen en/of die [slachtoffer 1] tegen de gangkast gegooid omdat [slachtoffer 1] niet genoeg geld had verdiend en/of omdat die [slachtoffer 1] zei aangifte te willen doen, in elk geval die [slachtoffer 1] (meermalen) mishandeld en/of
- die [slachtoffer 1] gedreigd te vermoorden, in elk geval dreigende taal tegen die [slachtoffer 1] gebezigd en/of
- het door die [slachtoffer 1] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en/of door die [slachtoffer 1] aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) doen afstaan en/of doen afdragen;
2:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 mei 2012 te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of (elders) in Nederland en/of Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander te weten [slachtoffer 2] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] en/of
(sub 1)
- die [slachtoffer 2] medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 2] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van (een) seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n) tegen betaling en/of
(sub 3)
- die [slachtoffer 2] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2] en/of
(sub 6)
- die [slachtoffer 2] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 2] , seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
(sub 9)
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar
- die [slachtoffer 2] vanuit Hongarije naar/in Nederland overgebracht/vervoerd en/of haar van de luchthaven opgehaald en/of haar (vervolgens) in een woning ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor haar (een) verblijfplaats/onderdak geregeld of laten regelen, en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] in de gelegenheid gesteld en/of overgehaald om in de prostitutie te werken en/of
- met die [slachtoffer 2] een liefdesrelatie aangegaan en/of
- die [slachtoffer 2] meerdere malen mishandeld, door haar tegen haar hoofd te slaan en/of met een mesje meerdere keren in haar been te steken en/of
- gedreigd de zussen van die [slachtoffer 2] te ontvoeren en/of mee te nemen als [slachtoffer 2] naar de politie zou gaan en/of gedreigd de zussen van die [slachtoffer 2] te mishandelen als [slachtoffer 2] naar de politie zou gaan en/of
- bij het verlaten van de gezamenlijke woning die woning af te sluiten en zodoende die [slachtoffer 2] niet de gelegenheid te geven en/of de mogelijkheid te bieden die woning te verlaten en (aldus) de keuze-/bewegingsvrijheid van die [slachtoffer 2] ingeperkt en/of
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 2] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 2] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken en geen sociaal netwerk had, in een kwetsbare positie en/of
- het door die [slachtoffer 2] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en/of door die [slachtoffer 2] aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) doen afstaan en/of doen afdragen;
3:
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2012 tot en met 17 augustus 2012 te [plaats 1] en/of (elders) in Nederland en/of Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander te weten [slachtoffer 3] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 3] en/of
(sub 1)
- die [slachtoffer 3] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van) seksuele aard) en/of
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 3] en/of
(sub 6)
- die [slachtoffer 3] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 3] , seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
(sub 9)
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) toen aldaar
- die [slachtoffer 3] in een woning ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor haar (een) verblijfplaats/onderdak geregeld of laten regelen, en/of
- met die [slachtoffer 3] een liefdesrelatie aangegaan en/of
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 3] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 3] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken en geen sociaal netwerk had, in een kwetsbare positie en/of
- het zoontje van die [slachtoffer 3] mee te nemen en/of tegen die [slachtoffer 3] te zeggen dat ze haar zoontje niet meer zou zien als ze niet als prostituee bleef werken en/of
- het door die [slachtoffer 3] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en/of door die [slachtoffer 3] aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) doen afstaan en/of doen afdragen;
4:
hij in of omstreeks de periode van 21 januari 2012 tot en met 17 maart 2012 [plaats 1] en/of (elders) in Nederland en1of Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander, te weten [slachtoffer 4] door geweld en/of misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 4] en/of
(sub 1)
- die [slachtoffer 4] heeft medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 4] in een ander land er toe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of een derde tegen betaling en/of
(sub 3)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 4] en/of
(sub 6)
- die [slachtoffer 4] door geweld en/of misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 4] seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
(sub 9)
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar
- die [slachtoffer 4] vanuit Hongarije naar/in Nederland overgebracht/vervoerd en/of haar vanaf de luchthaven opgehaald en/of haar/hen (vervolgens) in een woning ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor haar (een) verblijfplaats/onderdak geregeld of laten regelen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 4] in de gelegenheid gesteld en/of overgehaald om in de prostitutie te werken en/of
- met die [slachtoffer 4] een liefdesrelatie aangegaan en/of
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 4] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 4] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken en geen sociaal netwerk had, in een kwetsbare positie en/of
- het door die [slachtoffer 4] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en/of door die [slachtoffer 4] aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) doen afstaan en/of doen afdragen;
5:
hij in of omstreeks de periode van 25 februari 2012 tot en met 28 mei 2012 te [plaats 1] en/of (elders) in Nederland en/of Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een ander te weten [slachtoffer 5] met geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 5] en/of
(sub 1)
- die [slachtoffer 5] heeft medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 5] in een ander land er toe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of een derde tegen betaling en/of
(sub 3)
- die [slachtoffer 5] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) en/of
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 5] en/of
(sub 6)
- die [slachtoffer 5] door geweld en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 5] , seksuele handeling(en) met of voor (een) derde(n),
(sub 9)
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s)
- die [slachtoffer 5] vanuit Hongarije naar/in Nederland overgebracht/vervoerd en/of haar (vervolgens) in een woning ondergebracht of laten onderbrengen, althans voor haar/ hen (een) verblijfplaats/onderdak geregeld of laten regelen, en/of (vervolgens) die [slachtoffer 5] in de gelegenheid gesteld en/of overgehaald om in de prostitutie te werken en/of
- die [slachtoffer 5] één of meermalen bedreigd en/of mishandeld als ze niet genoeg geld had verdiend en/of
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 5] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 5] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken en geen sociaal netwerk had, in een kwetsbare positie en/of
- het door die [slachtoffer 5] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en/of door die [slachtoffer 5] aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) doen afstaan en/of doen afdragen en/of
- die [slachtoffer 5] (dreigend) heeft toegevoegd: “ok, jij werkt vanaf nu voor mij” en/of “en geeft ook je geld aan mij”, althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
In de tenlastelegging van feit 2 wordt verdachte - onder meer - verweten dat hij [slachtoffer 2] heeft mishandeld door haar - onder meer - met een mesje meerdere keren in het been te steken. Verdachte is blijkens de justitiële documentatie op 12 oktober 2012 onherroepelijk door de Politierechter in Den Haag veroordeeld voor mishandeling. Ter zitting van het hof is gebleken dat deze mishandeling ziet op het steken in het been van [slachtoffer 2] , zoals ook in de thans aan het hof ter beoordeling voorliggende tenlastelegging aan verdachte wordt verweten. Voor zover de tenlastelegging van feit 2 ziet op het verwijt dat verdachte [slachtoffer 2] al dan niet meerdere malen, in haar been heeft gestoken met een mesje, zal het hof het openbaar ministerie derhalve niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging ter zake deze in de tenlastelegging opgenomen feitelijkheid. Het hof zal deze feitelijkheid dientengevolge ook niet betrekken bij de beoordeling.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep een vrijspraakverweer gevoerd en algehele vrijspraak bepleit, omdat er – zeer kort samengevat – onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. Hiertoe heeft de raadsvrouw in het bijzonder aangevoerd dat de als belastend aan te merken verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] onvoldoende betrouwbaar zijn, nu er verschillen in deze verklaringen waar te nemen zouden zijn, dan wel omdat het deze verklaringen zou ontberen aan steunbewijs.
Overweging met betrekking tot de betrouwbaarheid van het bewijs
Het hof stelt voorop dat verklaringen dienen te worden beoordeeld op consistentie, accuraatheid en volledigheid. Het enkele feit dat in verklaringen op onderdelen tegenstrijdigheden voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf nog niet onbetrouwbaar. Dat kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, teweeggebracht zijn onder invloed van emoties, ontstaan zijn door het delict of door het tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken en de wijze waarop zij zijn afgelegd.
In dit kader stelt het hof vast dat de verschillende verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op hoofdlijnen consistent zijn. De verklaringen van de verschillende getuigen vinden daarnaast op meerdere onderdelen steun in elkaar, maar ook in andere bewijsmiddelen, waaronder op onderdelen in de verklaringen van verdachte. Gelet hierop ziet het hof geen reden om aan de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te twijfelen. De enkele omstandigheid dat sommige van deze getuigen zich na verloop van tijd milder opstellen ten opzichte van verdachte, dan wel dat zij op vragen naar details niet meer alles weten te herhalen, zoals door de raadsvrouw aangedragen, is niet van dien aard dat deze verklaringen en de door deze getuigen bij de politie afgelegde verklaringen als onbetrouwbaar terzijde moeten worden geschoven.
Ten overvloede merkt het hof op dat de raadsvrouw in haar verweer lijkt te miskennen dat de verklaring van [slachtoffer 1] , zoals afgelegd op 16 juli 2013 bij de politie en weergegeven op de pagina’s 8 tot en met 12 van het proces-dossier ‘ZD’ zoals zich dat bevindt in ordner 4, met uitzondering van de laatste alinea’s op pagina 12, geen betrekking heeft op verdachte, maar op ene [naam 1] .
Ten aanzien van de verklaringen van [slachtoffer 5] heeft het hof - met de raadsvrouw - geconstateerd dat deze met betrekking tot de verhouding tussen haar en verdachte – kort gezegd het vermeende ‘pooierschap’ van verdachte – onderling verschillen vertonen. Daar staat tegenover dat haar verklaringen met betrekking tot het ‘verdwijnen’ van haar inkomsten en voor zover deze verklaringen zien op de verhouding tussen [slachtoffer 2] en verdachte, op grote lijnen overeenkomen. Voorts acht het hof van belang dat de verklaringen van [slachtoffer 5] op deze essentiële onderdelen ondersteund worden door andere bewijsmiddelen. Gelet hierop ziet het hof aanleiding om ten aanzien van de verklaringen van [slachtoffer 5] - voor zover zij betrekking hebben op haar verhouding met verdachte - enige behoedzaamheid te betrachten, maar acht het hof onvoldoende grond aanwezig om deze verklaringen als volledig onbruikbaar voor het bewijs terzijde te schuiven.
Het hof verwerpt derhalve de door de raadsvrouw gevoerde betrouwbaarheidsverweren.
Bewijsmiddelen
Het hof bezigt de navolgende bewijsmiddelen, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens de inhoud en de navolgende bewijsoverwegingen betrekking heeft:
1. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van aangifte, nummer [nummer 1] , d.d. 16 juli 2013 (ordner 4, pagina 7 en verder van een bijlage, genaamd zaaksdossier, die deel uitmaakt van een algemeen dossier met proces-verbaalnummer [nummer 2] ), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als opmerking van verbalisanten:
Het verhoor vindt plaats in de Hongaarse taal. Voor de vertaling is een tolk Hongaars aanwezig.
als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik wil aangifte van mensenhandel doen tegen [verdachte] .
Ik heb de basisschool gedaan en daarna ben ik gaan studeren voor serveerster en die opleiding heb ik ook afgerond op mijn 17e. U vraagt mij of ik gewerkt heb als serveerster. Ik werd vanwege mijn huidskleur niet aangenomen. Ik heb ook geen ander werk gedaan.
Ik kende [verdachte] via Facebook. Hij schreef ‘wat ben je leuk en sexy en ik ben al dol op je’. En hij vroeg of ik Nederland kende en er geweest was. Hij vertelde mij dat hij in [plaats 1] was en dat hij verliefd op mij was. Op 23 november 2011 ben ik naar Nederland gegaan. Op Eindhoven heeft [verdachte] mij opgewacht samen met [betrokkene] , zij hebben mij naar [plaats 1] gebracht met de auto.
[verdachte] was heel lief. Totdat mijn geld op was.
Toen mijn geld op was, begon hij met praatjes, van ‘lieve schat, we moeten deze maand € 700,- betalen voor de huur van het huis’. Ik kreeg geld om naar de [straat 1] te gaan en ik ging in het raam staan. U vraagt mij hoe dat kwam. [verdachte] werkte niet, hij vindt werken niet zo leuk. [verdachte] had bedacht dat ik dat kon gaan doen. Hij toonde emoties en deed of hij veel van mij hield.
U vraagt mij hoe ik wist dat ik in de [straat 1] moest zijn. [verdachte] had een vriendin die [naam 2] (
het hof begrijpt op grond van bewijsmiddel 14 en 22 dat dit [slachtoffer 2] betreft) heet, zij werkte als prostituee, zij hebben nog steeds een soort relatie. Zij vertelde waar de straat is en hoe het werkt.
Ik heb geld aan [verdachte] gegeven. Elke dag gaf ik geld.
In januari 2012 zijn we verhuisd vanuit [plaats 1] naar [plaats 2] . Ergens in maart begon hij allerlei meisjes te werven en naar Nederland te halen om te werken. Op een bepaald moment wilde hij geld voor een auto. Ik kon het niet binnen twee weken verdienen. Toen duwde hij mij van de trap af, omdat ik niet genoeg verdiende. Toen zei ik dat ik ooit een aangifte tegen hem zou doen. Hij werd boos dat ik zoiets durfde te zeggen. Hij gooide me tegen de keukenkast. Ik bracht niet meer genoeg geld mee en daarom sloeg hij mij. Het was niet meer leuk, het was walgelijk. Daarna probeerde ik alleen nog maar te vluchten.
[verdachte] heeft al mijn geld afgepakt en hij heeft gelogen tegen mij. Hij heeft misbruik van mij gemaakt. Hij heeft als pooier meisjes ingebracht. [verdachte] was mijn pooier vanaf januari 2012 tot mei 2012. Hij had meer meisjes. Eén is genaamd [slachtoffer 4] .
2. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 3] , d.d. 6 augustus 2013 (ordner 4, pagina 17 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als opmerking van verbalisanten:
Het verhoor is met behulp van een Hongaarse tolk vertaald.
als verklaring van [slachtoffer 1] :
Voor de reis had ik met [verdachte] afgesproken dat ik naar hem toe zou gaan.
Hij begon over prostitutie. Hij zei ‘wat als je nou daar zou staan?’. Ik was toen zo dom om tegen hem te zeggen dat ik hem zou helpen.
We kregen 2 à 3 dagen voor kerst een seksuele relatie. Dat was in 2011. Ik ging 7 dagen per week werken. Van ’s ochtends tot ’s avonds. Hij kreeg mijn verdiende geld. Ik had geen woord in te brengen. Ik had zelf geen geld meer.
Ik wist niet welke kant ik op moest. Ik had geen vrienden of kennissen en wist dus niet waar ik naar toe kon.
[verdachte] belde mij vaak om te vragen hoeveel ik al verdiend had. Hij belde mij continu op en vroeg mij wat ik aan het doen was en hoeveel klanten ik al gehad had. Ik gaf hem altijd antwoord.
U vraagt mij hoe ik naar het werk ging. Zij hebben mij een keer gebracht.
Ik heb klappen gehad. In [plaats 2] ben ik drie keer mishandeld. Ik ben een keer van de trap geduwd. Hij vroeg aan mij of ik ooit aangifte tegen hem zou doen. Ik zei tegen hem dat ik ooit wel zou doen. Ik kreeg toen een hele harde klap.
De dag erop sloeg [verdachte] mij met zijn linkerhand en ik vloog toen tegen de keukenkast aan.
Na ongeveer 3 weken kwamen er twee andere meiden in huis wonen. Ze kwam uit Hongarije. Eentje heet [slachtoffer 4] . Ik zag [slachtoffer 4] in de woning. Ze gaf aan dat ze voor [verdachte] werkte. Ik wist dat ze voor [verdachte] werkte omdat hij continu vertelde hoeveel [slachtoffer 4] had verdiend.
Ik zag dat [slachtoffer 4] [verdachte] kuste. Ik zag dat [slachtoffer 4] en [verdachte] seks met elkaar hadden.
Ik heb gewerkt tot 21 mei 2012.
Doordeweeks werkte ik tot 00:00 uur en in de weekenden tot 01:00 uur.
Ik durfde niet weg te gaan. Ik had geen geld, ik wist niet waar ik naar toe moest.
3. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 4] , d.d. 12 mei 2014 (ordner 4, pagina 142 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als opmerking van verbalisanten:
Het verhoor vond plaats in de Hongaarse taal. Voor de vertaling was de tolk Hongaars aanwezig.
als verklaring van [slachtoffer 1] :
Mijn vader is een alcoholist, hij sloeg me altijd. [verdachte] wist dat mijn vader alcoholist was.
Ik moest van [verdachte] 7 dagen in de week werken. Als ik dat niet deed, kreeg ik klappen. Ik moest zelfs werken van hem toen ik ziek was. Ik kon nergens naartoe. Ik heb niks.
U vraagt naar mijn inkomsten en wat ik er aan over hield. Ik hield er niks aan over. Alles ging naar [verdachte] .
Ik had geen vrijheid. Ik werkte van ’s ochtends 9 uur tot middernacht en in het weekend tot 1 uur ’s nachts, zeven dagen per week.
De huurcontracten voor de woningen waar ik verbleef werden geregeld door [betrokkene] en [verdachte] .
Ik moest een keer geld overmaken voor [verdachte] naar zijn vader.
4. Een schriftelijk stuk, te weten
een vereenvoudigde weergave van transactiesvia Western Union (ordner 2, pagina 135 van een bijlage, genaamd proces-dossier (financieel onderzoek), die deel uitmaakt van het onder 1 genoemde dossier), inhoudende, zakelijk weergegeven:
Datum
Opdrachtgever
Begunstigde
Betaald
01/27/2012
[slachtoffer 1]
[verdachte]
€ 183,00
5. Een
proces-verbaal van verhoordoor de rechter-commissaris van de rechtbank Overijssel van getuige [slachtoffer 1] , d.d. 18 maart 2015, nummer [nummer 5] (los in het dossier gevoegd), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
als opmerking vooraf:
Daar de getuige de Nederlandse taal niet voldoende machtig is, doch wel de Hongaarse taal, zal het verhoor plaatsvinden met bijstand van een beëindigde tolk.
als verklaring van [slachtoffer 1] :
Medio december 2011 werd er wel druk op mij uitgeoefend omdat er geen geld was om de huur te betalen. Toen zeiden [verdachte] en [betrokkene] dat ik dan maar achter de ramen moest gaan staan. Ik moest van [verdachte] iedere klant nemen die er kwam, hoe meer klanten hoe beter. [verdachte] wist dondersgoed dat ik wilde stoppen met het werk als prostituee maar hij zei: ‘dan sla ik je kapot’.
Ik kreeg geld van mijn klanten. [verdachte] pakte dat geld steeds af.
6. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van aangifte, nummer [nummer 6] , d.d. 29 mei 2012 (ordner 4, pagina 186 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik doe aangifte tegen mijn ex-vriend en pooier [verdachte] . Ik verblijf sinds twee jaar in Nederland. Ik ben hierheen gekomen met [verdachte] . Ik ken hem van Hongarije. Ik ben met hem meegegaan naar Nederland en hij vertelde dat we samen gingen werken hier. Hij zei tegen mij dat ik als vrouw ook geld kon verdienen. Ik was daar in Hongarije erg arm en dacht hier geld te verdienen door mij te prostitueren. Ik heb in Nederland anderhalf jaar gewerkt als prostituee en ik moest al mijn geld afstaan aan hem. Hij had geen geld en ik bracht dus het geld binnen. [verdachte] en ik hadden een relatie. [verdachte] had voor mij een huis geregeld. Ongeveer 1 maand geleden wilde ik stoppen met [verdachte] . Daar dacht hij anders over. [verdachte] wilde van mij en mijn vriendin geld hebben. Hij vond dat hij daar recht op had. Hij wist dat een vriendin van mij geld had liggen en hij wilde dat ik dat voor hem ging halen. Mijn vriendin heet [slachtoffer 5] .
Vanavond kwam [verdachte] thuis. [verdachte] heeft mij in die drie dagen meerdere keren geslagen op mijn hoofd.
Ik was dus vanavond (
het hof begrijpt: op 28 mei 2012) in de woning en mijn vriendin was aan het werk. Zij werkt in de [straat 1] . Ik wist dat ze geld op haar kamer had en [verdachte] wilde het hebben. Hij zei tegen mij dat hij vrienden had en die hadden gezegd dat zij € 350,- had. [verdachte] is naar de kamer van mijn vriendin gegaan en heeft daar € 100,- gevonden. [verdachte] werd heel erg boos. Ik was aan het eten en hij was me aan het slaan.
Ik ben echt heel erg bang voor [verdachte] . Ik weet ook zeker dat hij me gaat vermoorden als hij weer vrij komt.
7. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 7] , d.d. 29 mei 2012 (ordner 4, pagina 105 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik ken [verdachte] vanaf april 2010. In juli 2010 ben ik naar Nederland gegaan met hem. Ik weet van [verdachte] dat hij 4 jaar eerder in Groningen heeft gewoond.
Ik weet dat [slachtoffer 5] sinds 3 maanden ook in Nederland werkt. [verdachte] heeft de woning voor ons geregeld en ik heb daar, op de [straat 2] , gewoond. Ik woonde daar samen met [slachtoffer 5] . Ongeveer drie weken geleden zijn we verhuisd naar [adres 5] . Daar woonde ik weer samen met [slachtoffer 5] . [verdachte] had die woning voor ons geregeld.
Ik weet dat [verdachte] vanaf oktober 2011 een nieuwe vriendin had, [slachtoffer 1] (
het hof begrijpt gelet op bewijsmiddel nummerr 1 en 9: [slachtoffer 1]). Dat was ook een meisje uit Hongarije en die werkte ook in de [straat 1] . Ik weet dat [slachtoffer 1] ook haar geld moest afstaan aan [verdachte] .
Ik heb ook altijd voor hem gewerkt. In de tijd dat we samen waren, heb ik altijd alles betaald voor hem.
[verdachte] had geen respect voor mij, want als ik een dag gewerkt had en moe was, dan zei ik dat tegen hem. [verdachte] bleef maar aan mijn kop zeuren dat ik door moest werken.
[verdachte] heeft me vele malen mishandeld. [slachtoffer 5] was daar een keer getuige van. Ik zat toen in de auto bij hem en ik zat achter hem. Hij heeft mij toen geslagen. Hij sloeg me op het hoofd. Dat deed pijn en hij sloeg me altijd op plekken waar je er niet zoveel van zag.
Al de vriendinnen van [verdachte] hebben gewerkt voor hem.
Ik gaf het geld wat ik had verdiend aan hem.
Ongeveer anderhalve maand geleden wilde [verdachte] ook het geld van [slachtoffer 5] hebben. Ik gaf al mijn geld aan [verdachte] omdat hij tegen mij zei dat [slachtoffer 1] geen geld meer gaf aan hem. Ik hield van hem en hij had altijd wel mooie woorden.
Ik heb eergisteren gezien dat hij uit de kamer van [slachtoffer 5] geld had gestolen.
Ik weet zeker dat [verdachte] me dood gaat maken als hij vrij komt. Dat heeft hij een aantal keren gezegd tegen mij. Hij zei dan tegen mij dat hij me dood ging maken als ik naar de politie zou gaan.
8. Een
proces-verbaal van verhoordoor de rechter-commissaris van de rechtbank Overijssel van getuige [slachtoffer 2] , d.d. 16 maart 2015, nummer [nummer 5] (los in het dossier gevoegd), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als opmerking vooraf:
Daar de getuige de Nederlandse taal niet voldoende machtig is, doch wel de Hongaarse taal, zal het verhoor plaatsvinden met bijstand van een beëdigde tolk.
als verklaring van [slachtoffer 2] :
[verdachte] heeft meerdere malen van mijn vriendin [slachtoffer 5] geld afgepakt.
Hij had al ons geld, van [slachtoffer 5] en mij, afgepakt. We konden niet weggaan omdat we het geld er niet voor hadden.
Hij had geen geld van mijn vriendin [slachtoffer 5] moeten afpakken. Hij kwam zomaar binnen in de woning en pakte haar geld af. Dat heb ik zelf gezien. [verdachte] pakte het geld gewoon. Hij ging op zoek in de woning naar geld en wat hij vond, nam hij mee.
9. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 8] , d.d. 29 mei 2012 (ordner 4, pagina 190 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik ben in Hongarije geboren en opgegroeid. Ik ben vier maanden geleden naar Nederland toe gekomen. Het was op 25 februari 2012. Mijn vriendin heet [slachtoffer 2] .
In mijn land was het financieel moeilijk om rond te komen. Toen wij in Nederland aankwamen, gingen wij in [plaats 1] wonen. Op een gegeven moment konden we een huis huren in de [adres 1] te [plaats 1] .
[slachtoffer 2] heeft een ex-vriend genaamd [verdachte] . Op een gegeven moment zijn ze samen naar Nederland toe gegaan. [slachtoffer 2] ging toen in de prostitutie werken. Ik weet dat [verdachte] toen al het verdiende geld van [slachtoffer 2] afpakte. [verdachte] had een vriendin (
het hof begrijpt gelet op de inhoud van bewijsmiddel nr. 1 en 7: [slachtoffer 1]). Ik weet dat dit meisje in de [straat 1] werkte in de raamprostitutie. [verdachte] noemde haar zijn vriendin, maar ik weet dat hij eigenlijk haar pooier was. Ook zij moest haar geld afstaan aan hem. Dat heeft [verdachte] tegen [slachtoffer 2] gezegd en ik was daarbij toen hij haar dit vertelde.
Hij had [slachtoffer 2] meerdere malen bedreigd. Hij dreigde haar iets aan te doen of haar familie. Ik heb van [slachtoffer 2] gehoord dat [verdachte] haar sloeg. Ik heb dit één keer zelf gezien. We zaten toen in een auto. Ik zag dat [verdachte] naar achteren sloeg en [slachtoffer 2] in haar gezicht raakte. Ik zag dat hij haar aan haar haren trok. Ik zag vervolgens dat [verdachte] uit de auto stapte, het portier van [slachtoffer 2] opende en haar nogmaals een aantal keren in het gezicht sloeg.
Toen ik in Nederland kwam ben ik in de prostitutie gaan werken. Ik werk in de [straat 1] . Het is mij opgevallen, dat mijn geld altijd verdwenen was, als [verdachte] in onze woning was geweest. Het kan niet anders dan dat [verdachte] het geld heeft weggenomen. Veel van het geld wat ik de afgelopen vier maanden heb verdiend, is weggenomen.
Ik ben bang omdat hij [slachtoffer 2] altijd pijn doet.
10. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 9] , d.d. 29 mei 2012 (ordner 4, pagina 193 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik wil aangifte doen van diefstal van geld tegen [verdachte] . Mijn huisgenoot heet [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] had al eerder in Nederland in de prostitutie gewerkt. Zij werkte toen voor [verdachte] . [verdachte] was zowel haar vriend als haar pooier. Zij vertelde aan mij dat [verdachte] haar al haar geld afpakte en voor zichzelf hield.
Ik woon alleen met [slachtoffer 2] , maar [verdachte] komt iedere dag. Wij zijn allebei erg bang voor hem. Hij is heel erg agressief.
Hij heeft mij bedreigd. Toen hij mijn vriendin had geslagen, was ik erg bang van hem geworden. Hij zei toen tegen mij: ‘Ok, je werkt vanaf nu voor mij. En geeft ook je geld aan mij’. Hij schreeuwde dat toen tegen mij.
Omdat ik weet dat [verdachte] veel bij mij thuiskomt, verstop ik mijn geld. Er verdwijnt namelijk vaak geld van mij als [verdachte] in ons huis is geweest. [verdachte] heeft altijd geld nodig.
U vraagt of ik [verdachte] wel eens iets bedreigends heb horen zeggen tegen [slachtoffer 2] . Hij zei dat hij haar zou vermoorden en haar familie ook.
11. Een door de Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele Eenheid, Nationale Recherche in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, d.d. 12 augustus 2014 (ordner ‘1e aanvulling’, pagina 329 en verder, van een bijlage, genaamd proces-verbaal van algemeen relaas (1e aanvulling), die deel uitmaakt van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 5] :
Ik woonde met [slachtoffer 2] , daar verscheen [verdachte] van tijd tot tijd en hierop merkte ik dat mijn geld verdwenen was.
12. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 10] , d.d. 30 mei 2012 (ordner 4, pagina 209 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van verdachte:
Ik heb twee vriendinnen gehad.
U vraagt mij waar ik samen met [slachtoffer 2] woonde. Ik ben bij [slachtoffer 1] gaan wonen. [slachtoffer 2] ging apart wonen. Ik probeerde geheim te houden voor [slachtoffer 1] dat ik bij [slachtoffer 2] was.
Ik heb [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] aan een woning geholpen.
13. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 11] , d.d. 30 mei 2012 (ordner 4, pagina 204 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van verdachte:
Gisteren is er een incident geweest. Tijdens het eten kregen wij (
het hof begrijpt: [slachtoffer 2] en verdachte) ruzie.
U vraagt naar een ruzie in de auto. We hebben toen ruzie gehad en ik heb haar aan de haren getrokken.
U vraagt mij hoe de vriendin van [slachtoffer 2] heet. Ik denk dat zij [slachtoffer 5] (
het hof begrijpt: [slachtoffer 5]) heet. Zij was bij de mishandeling in de auto.
14. Een in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen, nummer [nummer 12] , d.d. 20 augustus 2012 (ordner 4, pagina 212 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :

als relaas van verbalisanten:

Op vrijdag 17 augustus 2012 omstreeks 09:45 uur kwamen wij verbalisanten aan bij de [adres 2] te s-Gravenhage voor de controle van de nieuwe prostituee. In het pand was de exploitant [naam 3] aanwezig en wees ons de kamer van de nieuwe prostituee. Zij bleek genaamd te zijn:
[slachtoffer 3] geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Hongarije).
Wij zagen op onze zogenoemde signaallijst dat [slachtoffer 3] op 25 juli 2012 een negatief werkadvies had gekregen van collega’s van de unit Commerciële zeden. Wij hebben nagevraagd waarom [slachtoffer 3] een negatief werkadvies had gekregen. Hierop hoorden wij dat het onderzoeksteam mensenhandel ook informatie hadden over [slachtoffer 3] .
Vervolgens zijn wij samen met [slachtoffer 3] naar het politiebureau gegaan. Wij hebben een gesprek gevoerd met behulp van een telefonische tolk in de Hongaarse taal.
Wij hadden van het onderzoeksteam vernomen dat [verdachte] zich vermoedelijk bezig houdt met mensenhandel. Nadat wij [slachtoffer 3] hadden geconfronteerd hiermee, zagen wij dat [slachtoffer 3] begon te huilen.
Zij vertelde ons:
- dat zij het werk in de [straat 1] helemaal niet wil doen;
- dat zij dit werk inderdaad gedwongen doet;
- dat zij op de [straat 3] samenwoont met [naam 2] en dat andere meisje en met [verdachte] ;
- dat het inderdaad zo is dat [verdachte] haar uitbuit, zij moet voor hem werken en het geld aan hem geven;
- dat [verdachte] de vorige keer ervoor had gezorgd dat haar zoontje ook in Nederland was om haar zo onder dwang te laten werken. Als zij het niet deed zou ze haar zoontje niet meer zien;
- dat zij heel erg bang is dat [verdachte] haar kinderen iets zou doen als hij erachter komt dat ze met de politie praat.
- [naam 2] is de vriendin van [verdachte] , [naam 2] heeft ook voor hem gewerkt en moest haar geld afstaan.
De echte naam van [naam 2] bleek uit onderzoek te zijn:
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] te Hongarije.
15. Een in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal van bevindingen, nummer [nummer 13] , d.d. 8 augustus 2012 (ordner 4, pagina 231 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als relaas van verbalisanten:Wij waren bezig met een controle mobiel toezicht vreemdelingen in de THALYS op traject Parijs-Amsterdam. Tijdens de controle zagen wij een voor ons onbekend manspersoon met een minderjarige jongen (geschat 3 jaar oud) in treinstel 16 van de voornoemde trein zitten.
Op dinsdag 07 augustus 2012, omstreeks 13:01 uur heb ik, eerste verbalisant, de man staande gehouden. Ik heb de man om zijn grensoverschrijdingsdocument gevraagd ter inzage. Hij overhandigde mij een geldig op zijn naam staande identiteitskaart van Hongarije:
[verdachte] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Van de jongen kon [verdachte] geen grensoverschrijdingsdocument overhandigen. Op dinsdag 13.05 heb ik [verdachte] gevraagd naar zijn relatie met de jongen. Ik hoorde hem zeggen dat de jongen de zoon van zijn vriendin was. Tevens kon [verdachte] geen duidelijke antwoorden geven over de reis en waarom hij de jongen bij zich had.
Tijdens de overbrenging hebben wij [verdachte] telefonisch contact op laten nemen met de moeder van het kind, zodat zij naar Rotterdam centraal station zou komen met de juiste documenten van haarzelf en het kind. Wij hoorden dat het gesprek aan de telefoon plaatsvond in een taal die voor ons onbekend was. Wij zagen en hoorden dat:
- [verdachte] zijn stem verhief tegen de andere persoon;
- [verdachte] erg directief was aan de telefoon waarbij het leek alsof hij opdrachten of bevelen gaf;
- het gesprek erg kort was.
Op de post van het Korps Landelijke Politiediensten spoorwegen viel ons het volgende op:
- dat [verdachte] het kind geen vrijheid gaf maar direct op schoot nam;
- dat [verdachte] zich op zijn eigen wang aanwees zodat het kind hem een zoen op zijn wang zou geven.
Op dinsdag 7 augustus 2012, omstreeks 13:25 uur, kwam er een voor ons onbekend vrouwspersoon binnenlopen op de voornoemde post:
- het kind meteen opsprong en naar de vrouw rende;
- het kind haar meteen in de armen vloog;
- de vrouw het kind stevig omhelsde;
- de vrouw het kind vele malen zoende;
- de vrouw alleen oog had voor het kind en geen aanstalten maakte om [verdachte] te begroeten;
- [verdachte] geen aanstalten maakte om de vrouw te begroeten;
- de vrouw het kind vast bleef houden en niet losliet.
De vrouw overhandigde mij een geldig, op haar naam staande identiteitskaart van Hongarije:
[slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Tevens overhandigde zij een Hongaars geboortecertificaat:
[naam 4] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Deze was voorzien van een goed gelijkende foto van het kind.
16. Een door de Hongaarse Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele Eenheid, Nationale Recherche in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, d.d. 13 augustus 2014 (ordner ‘1e aanvulling’, pagina 297 en verder van de onder 11 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als de uit het Hongaars vertaalde verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik was 6 maanden in Nederland. Dat was in het jaar dat [verdachte] met mijn kind werd gecontroleerd. In 2012.
Ik zag [naam 2] (
het hof begrijpt op grond van bewijsmiddel 14 en 22 dat dit [slachtoffer 2] betreft) en zij bood me aan dat we bij hen konden komen en dat zij of haar vriend op de kleine zouden passen terwijl ik aan het werk was. Deze vriend was [verdachte] .
[naam 2] , [verdachte] (
het hof begrijpt: [verdachte]), [slachtoffer 4] (
het hof begrijpt: [slachtoffer 4]) en [slachtoffer 1] (
het hof begrijpt: [slachtoffer 1]) woonden er voor een langere periode. [slachtoffer 4] heb ik daar leren kennen, zij kwam er met de hulp van [verdachte] en zij werkte op fiftyfifty basis met [verdachte] .
Desgevraagd vertel ik dat ik ook de helft van mijn verdiensten aan [verdachte] moest afgeven zolang ik daar woonde. Ik zag ook dat de andere meiden de helft van hun verdiensten afgaven.
De meisjes waren bang voor hem, hij sloeg meerdere meisjes. Hij sloeg de meisjes om wisselende redenen. Omdat zij niet genoeg verdienden of omdat ze zeiden bij hem weg te willen gaan. De meisjes die goed verdienden, heeft hij ook in de gaten gehouden, hij belde ze steeds en hij regelde dat de meisjes naar dezelfde beheerder gingen zodat ze bij elkaar waren. Het gebeurde ook wel dat hij bij meisjes op het werk langsging. Als hij er niet heen ging, belde hij hen op indien hij overdag geld nodig had. Dit gebeurde in [plaats 1] .
Ik betaalde alleen aan [verdachte] .
[naam 2] was de vriendin van [verdachte] .
Toen kwam het zo ver dat ik het ook niet meer aankon hoe [verdachte] zich gedroeg. Mijn zoontje was ook bang, hij zag dat [verdachte] anderen sloeg. De politieagenten die [verdachte] controleerden, zagen ook hoe bang het kind was.
Ik wilde eigenlijk voorgoed vertrekken. [verdachte] zei dat ik niet weg mocht gaan en dat de jongen daar ook was. Ik mocht wel gaan, maar zonder het kind. Hij had het kind nodig, zodat ik bleef werken en geld verdiende. Hij terroriseerde mij met de jongen.
De helft van het geld moest ik aan [verdachte] (
het hof begrijpt: [verdachte]) geven. Ik was afhankelijk van [verdachte] . Ik kon nergens heen, ik kon mijn zoontje aan niemand toevertrouwen en hij wist dat.
In Hongarije heb ik geen kans op een goedbetaalde baan. Desgevraagd vertel ik dat ik acht klassen van de basisschool heb afgemaakt. Ik heb geen vak geleerd, ik heb geen opleiding.
U laat mij een fotobijlage zien. Nummer 1 is [slachtoffer 4] . Ze woonde daar in het huis met ons. Ze werkte net als ik op fiftyfifty basis met [verdachte] , ook als prostituee. Het gebeurde wel dat [verdachte] haar sloeg, hij sloeg haar in het gezicht met de vlakke hand omdat zij bij hem weg wilde gaan. Ze hadden trouwens seks met elkaar, [slachtoffer 4] en [verdachte] .
17. Een schriftelijk stuk, te weten
een registratievan een verdachte situatie
van de Koninklijke Marechaussee, nummer [nummer 14]
(ordner 4, pagina 169 en verder van de onder 1 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Op zaterdag 21 januari 2012 heeft van 8.20 tot 8.35 uur een observatie plaatsgevonden op de binnenkomende vlucht vanuit Boedapest (Hongarije).
Omstreeks 8.30 uur zag ik, [observant] , twee dames de aankomsthal inlopen. Dame 1, naar later bleek [slachtoffer 4] , pakte een rolkoffer van de bagageband en beide dames liepen hierna samen richting de uitgang van de aankomsthal.
Ik heb de twee vrouwen aan een controle onderworpen. Dame 1 overhandigde mij een Hongaarse identiteitskaart ten name gesteld van [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Hongarije). Tevens overhandigde [slachtoffer 4] mij de Hongaarse identiteitskaart van dame 2, ten name gesteld van [naam 5] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Hongarije).
[slachtoffer 4] verklaarde aan mij desgevraagd dat zij opgehaald werden van Eindhoven Airport door [verdachte] .
Ik heb geen retourticket kunnen zien.
18. Een door de Hongaarse Afdeling tegen Criminele Organisaties van de Afdeling Opsporing, Mobiele Eenheid, Nationale Recherche in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, d.d. 11 augustus 2014 (ordner ‘1e aanvulling’, pagina 254 en verder van de onder 11 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik werd van de luchthaven opgehaald door [verdachte] en [betrokkene] .
We woonden bij hen.
U houdt mij voor dat ik rond maart 2012 in [plaats 2] , [adres 3] , woonde. U vraagt mij met wie ik daar woonde. Toen woonden [slachtoffer 1] , [verdachte] , [betrokkene] en ik daar.
19. Een in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal verhoor, opgemaakt naar aanleiding van het rechtshulpverzoek van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, nummer [nummer 15] (los in het dossier gevoegd), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [slachtoffer 4] :
In Nederland woonde ik in [plaats 1] , bij [verdachte] . [slachtoffer 1] ken ik. Ze was de vriendin van [verdachte] , ze leefden samen als partners. [slachtoffer 1] woonde samen met ons in dezelfde woning.
20. Een in de wettelijke vorm opgemaakt
proces-verbaal verhoor, opgemaakt naar aanleiding van het rechtshulpverzoek van de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, nummer [nummer 15] (los in het dossier gevoegd), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van [naam 5] :
In Nederland woonde ik samen met [verdachte] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] . Ene [betrokkene] verbleef ook vaak in de woning. Toen ik met [slachtoffer 4] naar Nederland ging, zei [verdachte] dat ik 50% van mijn inkomen moest afstaan in ruil voor kost en inwoning. [slachtoffer 4] deed dat ook.
[slachtoffer 4] is ook slachtoffer, ze betaalde evenveel aan [verdachte] .
21. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 20] , d.d. 12 mei 2014 (ordner 3, pagina 35 en verder van een bijlage, genaamd persoonsdossier, die deel uitmaakt van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van verdachte:
U vraagt of ik een bijnaam heb. Ja, [verdachte] .
22. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 16] , d.d. 13 mei 2014 (ordner 3, pagina 46 en verder van de onder 21 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van verdachte:
[slachtoffer 1] was mijn vriendin. Dat heeft korter dan een jaar geduurd. Ik heb haar via Facebook leren kennen. We kregen een relatie. Ik heb haar op het vliegveld opgehaald. Dit was in Eindhoven. In het begin van onze relatie werkte ze niet. Later wel, in de red light zone. We woonden op de [adres 4] samen en vanaf daar zijn we verhuisd naar [plaats 2] . Het kan wel eens dat ik haar naar het werk heb gebracht. Ik heb haar wel eens naar het centrum gebracht.
U vraagt [slachtoffer 3] . We woonden toen met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] samen. Zij woonde bij ons.
U vraagt mij of ik uit België kwam toen ik in de Thalys zat. Ja, ik kwam vanuit Antwerpen. Ik werd door de politie van de trein gehaald omdat het kind geen papieren had.
In Hongarije heb ik [slachtoffer 3] opgehaald.
[slachtoffer 1] kwam met het kind samen.
Ik heb haar hier naar toe gebracht op mijn eigen kosten. Ik heb 400 kilometer voor haar gereden.
U vraagt naar de werknaam van [slachtoffer 2] :
Dat is [naam 2] . Ik heb [slachtoffer 2] wel geslagen.
[slachtoffer 5] is de vriendin van [slachtoffer 2] . Ik weet dat [slachtoffer 5] in de red light zone, in de [straat 1] , werkte.
U vraagt naar [slachtoffer 4] . Ik ken haar. Zij werkt ook in de prostitutie. Ik kwam haar op het vliegveld in Eindhoven tegen. Ik haalde [slachtoffer 4] daar ook op. Ze sliep wel eens bij me.
23. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 17] , d.d. 14 mei 2014 (ordner 3, pagina 64 en verder van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van verdachte:
U houdt mij voor dat [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij geld moest overmaken naar mijn vader in Hongarije en vraagt mij wat ik daarover kan vertellen. We (
het hof begrijpt: [slachtoffer 1] en verdachte) stuurden wel geld naar mijn vader.
U vraagt naar [slachtoffer 1] . Toen zij werkte hadden wij meer geld en daar heb ik ook van genoten.
24. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 18] , d.d. 22 mei 2014 (ordner 3, pagina 80 en verder van de onder 21 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
als verklaring van verdachte:
[slachtoffer 2] heeft een hele moeilijke jeugd gehad. Haar vader heeft haar altijd geslagen en zij vluchtte op haar 13e uit huis. Het is maar 1x gebeurd dat [slachtoffer 5] geld naar mijn vader heeft gestuurd omdat ik [slachtoffer 2] heb gevraagd om het over te maken.
25. Een in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt
proces-verbaal van verhoor, nummer [nummer 19] , d.d. 16 juli 2014 (ordner 3, pagina 80 en verder van de onder 21 genoemde bijlage van het onder 1 genoemde dossier), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Als verklaring van verdachte:
[slachtoffer 2] werkte in [straat 4] .
Overweging met betrekking tot het bewijs
Algemeen
De verdachte wordt – in zijn algemeenheid – verweten zich ten opzichte van vijf slachtoffers schuldig te hebben gemaakt aan mensenhandel, zoals bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr). In de onderhavige zaak zijn, zij het in verschillende combinaties en niet bij elk tenlastegelegd feit cumulatief, de sub-onderdelen 1, 3, 4, 6 en 9 van dit artikel ten laste gelegd. Hierna zal het hof, na een algemene overweging ten aanzien van het tenlastegelegde medeplegen, per tenlastegelegd slachtoffer en vervolgens per tenlastegelegd sub-onderdeel onder verwijzing naar de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen kort bespreken in hoeverre al dan niet voldaan is aan de juridische vereisten.
Medeplegen
Het hof ziet – evenals de rechtbank – onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring van het onder alle feiten tenlastegelegde medeplegen te komen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Feit 1 - [slachtoffer 1]
Middelen
Blijkens de bewijsmiddelen heeft verdachte jegens [slachtoffer 1] gebruik gemaakt van (dwang)middelen. Deze middelen hebben niet alleen bestaan uit het gebruik van geweld en andere feitelijkheden, maar ook uit het misbruik maken van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 1] zich bevond en het misbruik dat verdachte maakte van het overwicht dat hij op haar had. Immers is verdachte een liefdesrelatie aangegaan met die [slachtoffer 1] , zijnde een jonge vrouw van - bij inreis in Nederland - 19 jaar, afkomstig uit Hongarije, die weinig opleiding genoten heeft, uit een minder welvarende thuissituatie kwam en de Nederlandse taal niet machtig is. Deze omstandigheden maken de relatie tussen verdachte en [slachtoffer 1] tot een ongelijkwaardige relatie, waarin verdachte het overwicht had. [slachtoffer 1] haar situatie is aldus op geen enkele manier gelijk te stelen aan die waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren. Voorts heeft verdachte, toen [slachtoffer 1] reeds prostitutiewerkzaamheden verrichte, haar gecontroleerd, door naar haar werk te brengen en tijdens haar werkzaamheden te bellen. Verdachte heeft aldus ook toegezien op [slachtoffer 1] haar werktijden en verdiensten, terwijl zij in ieder geval een deel van het door haar verdiende geld moest afdragen. Indien zij niet genoeg verdiend had, dan wel anderszins een discussie ontstond met betrekking tot (de voorzetting van) haar prostitutiewerkzaamheden, schuwde verdachte het gebruik van geweld jegens [slachtoffer 1] niet.
Nu verdachte gebruik heeft gemaakt van voornoemde middelen is voor een bewezenverklaring niet van belang of [slachtoffer 1] al dan niet heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Door het gebruik van deze middelen heeft verdachte [slachtoffer 1] in een uitbuitingssituatie doen belanden en verkeerde zij niet in een positie waarin zij vrijelijk kon beslissen om haar werkzaamheden te beëindigen.
Zoals uit het voorgaande volgt, acht het hof niet bewezen dat verdachte ook de dreiging met geweld als middel heeft gebruikt, nu de bewoordingen waar aangeefster [slachtoffer 1] over heeft verklaard, geuit lijken te zijn na de tenlastegelegde periode, toen zij reeds bij verdachte weg was en haar prostitutiewerkzaamheden had gestaakt.
Sub 1
Uit de genoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer 1] van het vliegveld in Eindhoven naar een woning, waar hij ook verbleef, in [plaats 1] heeft vervoerd. Tevens heeft verdachte [slachtoffer 1] naar het werk heeft gebracht. Voorts acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] gehuisvest heeft, nu [slachtoffer 1] en verdachte op hetzelfde adres verbleven.
Het hof is van oordeel dat verdachte bij deze gedragingen, waarbij de middelen dienstig zijn geweest, het oogmerk van uitbuiting heeft gehad, nu [slachtoffer 1] kort nadat zij in Nederland was aangekomen, op verdachtes voorstel, prostitutiewerkzaamheden is gaan verrichten. De opbrengsten uit deze werkzaamheden heeft verdachte zich in ieder geval ten dele toegeëigend. Gelet hierop is het hof van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 273f lid 1 sub 1 Sr.
Sub 3
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat sub 3 als een onderdeel van het onder 1 tenlastegelegde, niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Sub 4
In het verlengde van hetgeen onder sub 1 is overwogen en in samenhang met de aangehaalde bewijsmiddelen, is het hof van oordeel dat verdachte door gebruik te maken van het samenstel van de middelen [slachtoffer 1] heeft bewogen zich in Nederland beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, te weten prostitutiewerkzaamheden. Dientengevolge komt het hof tot een bewezenverklaring van dit subonderdeel.
Sub 6 en 9
Uit de aangehaalde bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 1] in ieder geval een deel van haar verdiensten uit prostitutiewerkzaamheden aan verdachte heeft moeten afstaan. Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte haar met behulp van de genoemde middelen heeft gedwongen, dan wel bewogen, hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar prostitutiewerkzaamheden en daarnaast opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] . De verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan artikel 273 lid 1, sub 6 en 9 Sr.
Feit 2 - [slachtoffer 2]
Middelen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte jegens [slachtoffer 2] gebruik gemaakt van alle tenlastegelegde (dwang)middelen. Ook met [slachtoffer 2] is verdachte – voorafgaand en deels tijdens zijn relatie met [slachtoffer 1] – een liefdesrelatie aangegaan. [slachtoffer 2] is van Hongaarse afkomst, die klaarblijkelijk het Nederlands niet beheerst en in haar thuisland erg arm was. Deze omstandigheden maken [slachtoffer 2] ’s positie kwetsbaar en de relatie tussen beide onevenwichtig. In deze ongelijkwaardige relatie had verdachte het overwicht. Hierdoor is [slachtoffer 2] haar situatie niet gelijk te stellen met de situatie waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren. Voorts heeft verdachte geweld gebruikt jegens [slachtoffer 2] door haar veelvuldig te slaan. Voorts heeft verdachte gedreigd die [slachtoffer 1] iets aan te doen of te vermoorden als zij naar de politie zou gaan.
Nu verdachte gebruik heeft gemaakt van voornoemde middelen is voor een bewezenverklaring niet van belang of [slachtoffer 2] al dan niet heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Door het gebruik van deze middelen heeft verdachte [slachtoffer 2] in een uitbuitingssituatie doen belanden en verkeerde zij niet in een positie waarin zij vrijelijk kon beslissen om haar werkzaamheden te beëindigen.
Sub 1
Het hof acht bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] heeft gehuisvest, nu verdachte voor haar en haar vriendin [slachtoffer 5] een woning ‘geregeld’ heeft. Door het verschaffen van huisvesting, heeft verdachte, met behulp van voornoemde middelen, [slachtoffer 2] (weer) onder zijn invloed gebracht, waarna hij in ieder geval een deel van haar verdiensten opeiste of bleef opeisen.
Gelet hierop en de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen, is het hof van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 273f lid 1 sub 1 Sr.
Sub 3
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat sub 3, als onderdeel van het onder 1 tenlastegelegde, niet wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Sub 4
Gelet op de bewijsmiddelen, in samenhang met hetgeen reeds is overwogen, is het hof van oordeel dat verdachte door gebruik te maken van de eerder genoemde middelen [slachtoffer 2] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, te weten prostitutiewerkzaamheden. Het hof acht het vierde subonderdeel derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Sub 6 en 9
Uit de aangehaalde bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 2] in ieder geval een deel van haar verdiensten uit prostitutiewerkzaamheden aan verdachte moest afstaan. Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte haar met behulp van de genoemde middelen heeft gedwongen, dan wel bewogen, hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar prostitutiewerkzaamheden en daarnaast opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 2] . De verdachte heeft zich derhalve schuldig gemaakt aan artikel 273 lid 1, sub 6 en 9 Sr.
Feit 3 - [slachtoffer 3]
Middelen
Op grond van de bewijsmiddelen is het hof van oordeel dat verdachte jegens [slachtoffer 3] gebruik heeft gemaakt van (dwang)middelen. Deze middelen hebben bestaan uit andere feitelijkheden, alsook uit het misbruik van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer 3] zich bevond en het uit de feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht van de verdachte. [slachtoffer 3] is een vrouw van Hongaarse afkomst, die weinig opleiding heeft genoten, uit een minder welvarende thuissituatie kwam en de Nederlandse taal niet machtig is. Niet alleen heeft verdachte deze omstandigheden gebruikt om de situatie naar zijn hand te zetten, ook heeft verdachte de aanwezigheid van haar zoontje, [naam 4] , hiervoor ge- of zelfs misbruikt. Hierdoor bevond [slachtoffer 3] zich in een zeer kwetsbare positie, waarbij verdachte gebruik heeft gemaakt van het overwicht dat uit de aan deze kwetsbare positie ten grondslag liggende omstandigheden is voortgevloeid. [slachtoffer 3] haar situatie was derhalve niet gelijk aan die waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Nu verdachte gebruik heeft gemaakt van voornoemde middelen is voor een bewezenverklaring niet van belang of [slachtoffer 3] al dan niet heeft ingestemd met het werken in de prostitutie. Door het gebruik van deze middelen heeft verdachte [slachtoffer 3] in een uitbuitingssituatie doen belanden en verkeerde zij niet in een positie waarin zij vrijelijk kon beslissen om haar werkzaamheden te beëindigen.
Sub 1
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer 3] heeft gehuisvest, nu zij in dezelfde woning als verdachte verbleef. Het hof is van oordeel dat verdachte bij het verschaffen van huisvesting, met behulp van voornoemde (dwang)middelen, tevens het oogmerk van uitbuiting heeft gehad. Zolang [slachtoffer 3] bij verdachte woonde, heeft zij immers – in ieder geval – een deel van de opbrengsten uit haar prostitutiewerkzaamheden af moeten staan aan verdachte. Gezien het voorgaande, is het hof van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 273f lid 1 sub 1 Sr.
Sub 4
Gelet op de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen, in samenhang met hetgeen reeds is overwogen, is het hof van oordeel dat verdachte door gebruik te maken van de genoemde middelen [slachtoffer 3] heeft bewogen beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, te weten prostitutiewerkzaamheden. Het hof acht derhalve dit vierde subonderdeel wettig en overtuigend bewezen.
Sub 6 en 9
Het hof is van oordeel dat uit de genoemde bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 3] in ieder geval een deel van haar verdiensten uit prostitutiewerkzaamheden aan verdachte moest afstaan. Het hof is derhalve van oordeel dat verdachte haar met behulp van de genoemde middelen heeft gedwongen, dan wel bewogen, hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar prostitutiewerkzaamheden en daarnaast opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 3] . De verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan artikel 273 lid 1, sub 6 en 9 Sr.
Feit 4 - [slachtoffer 4]
Middelen en sub 1, 3 en 9
heeft, ook na herhaaldelijk gehoord te zijn, geen aangifte willen doen jegens verdachte. Zij is – aldus haar verklaring – opgetreden als een zelfstandige prostituee. Hoewel het dossier aanknopingspunten biedt voor het tegendeel, acht het hof deze aanknopingspunten, mede gelet op [slachtoffer 4] haar eigen houding ten opzichte van de verdenking jegens verdachte, onvoldoende om te komen tot een bewezenverklaring van het gebruik van middelen door verdachte jegens [slachtoffer 4] . Het met de wijziging tenlastelegging ingevoegde middel ‘geweld’ maakt dit niet anders. Hoewel voor dit middel wettig bewijs voorhanden is, is het hof van oordeel dat dit middel onvoldoende feitelijk is uitgewerkt in de tenlastelegging.
Nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor een bewezenverklaring van het gebruik van middelen, zal het hof in het verlengde hiervan vrijspreken van het onder sub 1, sub 3 en sub 9 tenlastegelegde, nu hiervoor het gebruik van middelen vereist is.
Sub 6
Hoewel [slachtoffer 4] heeft aangegeven zich zelfstandig als prostituee te hebben gewerkt, kan op basis van de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [naam 5] worden vastgesteld dat [slachtoffer 4] voor verdachte werkte en een deel van haar verdiensten moest afstaan aan verdachte. Verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij wist dat [slachtoffer 4] in de prostitutie werkte. Gelet op deze, elkaar ondersteunende, verklaringen, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte wel opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 4] en zich aldus schuldig heeft gemaakt aan artikel 273, lid 1, sub 6 Sr.
Feit 5 - [slachtoffer 5]
Middelen en sub 1, 3, 4 en 9
Het hof stelt vast dat, zoals reeds eerder opgemerkt, [slachtoffer 5] zich ambivalent opstelt als het gaat om het vermeende pooierschap van verdachte ten opzichte van haar zoals uitgewerkt onder sub de nrs. 1,3,4 en 9 van de tenlastelegging. Nu uit de overige bewijsmiddelen op dit punt ook geen eenduidig beeld volgt, ziet het hof onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring van het onder sub 1, sub 3, sub 4 en sub 9 tenlastegelegde te komen.
Sub 6
Het hof constateert dat [slachtoffer 5] in de door haar afgelegde verklaringen wel herhaaldelijk en consequent heeft aangeven dat verdachte haar geld heeft gestolen of gepakt. [slachtoffer 5] ’s verklaringen worden op dit punt ook ondersteund door de verklaring van [slachtoffer 2] die verklaart te hebben gezien dat verdachte het geld van [slachtoffer 5] , zonder haar toestemming, heeft gepakt. Uit de bewijsmiddelen volgt ook dat verdachte wist dat [slachtoffer 5] dit geld verdiende door middel van prostitutie-werkzaamheden. Het hof is van oordeel dat verdachte door zich het geld op deze wijze toe te eigenen, op slinkse wijze voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 5] . Derhalve acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 273 lid 1, sub 6 Sr.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 21 mei 2012 [plaats 1] en/of [plaats 2] , en/of elders in Nederland,
- een ander te weten [slachtoffer 1] door geweld en andere feitelijkheden en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] en
(sub 1)
- die [slachtoffer 1] door geweld en andere feitelijkheden en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] en
(sub 6)
- die [slachtoffer 1] door geweld en andere feitelijkheden en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor derden,
(sub 9)
immers heeft verdachte toen aldaar
- die [slachtoffer 1] van de luchthaven opgehaald en haar vervolgens in een woning ondergebracht en vervolgens die [slachtoffer 1] in de gelegenheid gesteld om in de prostitutie te werken en
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 1] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 1] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken, in een kwetsbare positie en
- met die [slachtoffer 1] een liefdesrelatie aangegaan en
- die [slachtoffer 1] als prostituee laten werken en toezien op de werktijden en (daarmede) de inkomsten van die [slachtoffer 1] als prostituee en
- die [slachtoffer 1] geslagen en tegen de kast gegooid omdat [slachtoffer 1] niet genoeg geld had verdiend en/of omdat die [slachtoffer 1] zei aangifte te willen doen en
- het door die [slachtoffer 1] met in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en door die [slachtoffer 1] aan hem, verdachte, doen afstaan/afdragen;
2:
hij in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 mei 2012 te [plaats 1] en/of elders in Nederland,
- een ander te weten [slachtoffer 2] door geweld en bedreiging met geweld en een andere feitelijkheid en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] en
(sub 1)
- die [slachtoffer 2] door geweld en bedreiging met geweld en een andere feitelijkheid en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 2] en
(sub 6)
- die [slachtoffer 2] door geweld en bedreiging met geweld en een andere feitelijkheid en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor derden,
(sub 9)
immers heeft verdachte toen aldaar
- die [slachtoffer 2] in een woning ondergebracht en vervolgens die [slachtoffer 2] in de gelegenheid gesteld om in de prostitutie te werken en
- met die [slachtoffer 2] een liefdesrelatie aangegaan en
- die [slachtoffer 2] meerdere malen mishandeld, door haar tegen haar hoofd te slaan en
- gedreigd die [slachtoffer 2] te mishandelen als [slachtoffer 2] naar de politie zou gaan en
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 2] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 2] , van Hongaarse afkomst, uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken, in een kwetsbare positie en
- het door die [slachtoffer 2] met in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en door die [slachtoffer 2] aan hem, verdachte doen afstaan/afdragen;
3:
hij in de periode van 1 februari 2012 tot en met 17 augustus 2012 te [plaats 1] en/of elders in Nederland
- een ander te weten [slachtoffer 3] door een andere feitelijkheid en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 3] en
(sub 1)
- die [slachtoffer 3] door een andere feitelijkheid en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard en
(sub 4)
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 3] en
(sub 6)
- die [slachtoffer 3] door een andere feitelijkheid en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer 3] , seksuele handelingen met of voor derden,
(sub 9)
immers heeft verdachte toen aldaar
- die [slachtoffer 3] in een woning ondergebracht, en
- misbruik gemaakt van de ontredderde toestand/positie waarin voornoemde [slachtoffer 3] verkeerde, aangezien die [slachtoffer 3] , van Hongaarse afkomst, weinig opleiding had genoten en uit een minder welvarende thuissituatie kwam en bevond zij zich in Nederland, waar zij zich moeilijk verstaanbaar kon maken, in een kwetsbare positie en/of
- het zoontje van die [slachtoffer 3] mee te nemen en tegen die [slachtoffer 3] te zeggen dat ze haar zoontje niet meer zou zien als ze niet als prostituee bleef werken en
- het door die [slachtoffer 3] met in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en door die [slachtoffer 3] aan hem, verdachte, doen afstaan/afdragen;
4:
hij de periode van 21 januari 2012 tot en met 17 maart 2012 [plaats 1] en/of elders in Nederland,
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 4]
(sub 6)
immers heeft verdachte toen aldaar
- die [slachtoffer 4] vanaf de luchthaven opgehaald en haar vervolgens in een woning ondergebracht en vervolgens die [slachtoffer 4] in de gelegenheid gesteld om in de prostitutie te werken en
- het door die [slachtoffer 4] met in de prostitutie verdiende geld gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en door die [slachtoffer 4] aan hem, verdachte, doen afstaan/afdragen;
5:
hij in de periode van 25 februari 2012 tot en met 28 mei 2012 te [plaats 1] en/of elders in Nederland,
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 5]
(sub 6)
immers heeft verdachte
- die [slachtoffer 5] in een woning ondergebracht en vervolgens die [slachtoffer 5] in de gelegenheid gesteld om in de prostitutie te werken en
- het door die [slachtoffer 5] met in de prostitutie verdiende geld gedeeltelijk onder zich genomen/gehouden en
- die [slachtoffer 5] dreigend heeft toegevoegd: “ok, jij werkt vanaf nu voor mij” en “en geeft ook je geld aan mij”.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde levert telkens op:
mensenhandel.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Alle bewezenverklaarde feiten in ogenschouw genomen, heeft verdachte zich gedurende één jaar en ruim acht maanden, namelijk van 1 januari 2011 tot 17 augustus 2012, schuldig gemaakt aan mensenhandel gepleegd jegens een vijftal Hongaarse vrouwen.
Dergelijke praktijken zijn een vorm van moderne slavernij. Door het gebruik van dwangmiddelen heeft verdachte de persoonlijke vrijheid van in ieder geval een deel van zijn slachtoffers sterk ingeperkt, zodat zij niet in vrijheid konden beslissen of zij al dan niet in de prostitutie wilden (blijven) werken. Verdachte heeft drie van de vijf slachtoffers financieel uitgebuit en uit de seksuele uitbuiting van de andere twee slachtoffers heeft hij opzettelijk opzettelijke voordeel getrokken. Door zijn handelen heeft verdachte schade aan de lichamelijke en geestelijk integriteit van die vrouwen toegebracht en heeft hij hun persoonlijke vrijheid ernstig geschaad. Verdachte heeft zijn eigen gewin uitdrukkelijk boven dat van zijn slachtoffer gesteld en op geen enkele rekening gehouden met de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Het hof is van oordeel dat deze vorm van mensenhandel fors bestraft moet worden.
Met de rechtbank en de advocaat-generaal acht het hof de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur aan verdachte passend en geboden. Bij de bepaling van de duur van de op te leggen straf heeft het hof acht geslagen op de navolgende omstandigheden.
De seksuele uitbuitingen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben respectievelijk bijna een halfjaar, bijna anderhalf jaar en ruim een halfjaar geduurd. Verdachte heeft één van deze slachtoffers, [slachtoffer 2] , bedreigd met geweld en heeft zich jegens haar, maar ook jegens [slachtoffer 1] , tevens daadwerkelijk gewelddadig opgesteld en hen mishandeld. Hoewel verdachte bij het als derde op de tenlastelegging genoemd slachtoffer, [slachtoffer 3] , geen geweld gebruikt heeft, heeft verdachte wel op geraffineerde wijze de aanwezigheid van haar kind als pressiemiddel benut. Voorts neemt het hof verdachte kwalijk dat hij de kwetsbare positie van alle drie de vrouwen, mede veroorzaakt door hun afkomst en meer in het algemeen hun plaats op de maatschappelijke ladder, heeft misbruikt. Tegen het hierdoor veroorzaakte feitelijke overwicht van verdachte zijn deze toch al kwetsbare vrouwen onmachtig geweest.
Naast deze drie slachtoffers, heeft verdachte gedurende respectievelijk drie en twee maanden opzettelijk voordeel getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] . Verdachte heeft ook aan deze seksuele uitbuiting bijgedragen door deze vrouwen in Nederland te huisvesten.
Uit het dossier blijkt dat verdachte op geen enkele wijze zelf voorzien heeft in zijn eigen onderhoud, maar slechts geleefd heeft van de verdiensten die de slachtoffers door middel van prostitutiewerkzaamheden hebben verdiend en aan hem af moesten staan. Desondanks heeft verdachte - onder meer blijkens zijn houding ter terechtzitting van het hof - geen blijk gegeven van enig inzicht in de ernst en strafwaardigheid van deze gedragingen, noch verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffende Uittreksel van de Justitiële Documentatie d.d. 23 september 2015, waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een mishandeling gepleegd op 28 mei 2012.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof – met de rechtbank en de advocaat-generaal – van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, een passende bestraffing is. Gelet op de aard en ernst van het feitencomplex zoals hiervoor weergegeven, ziet het hof in hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht, noch in de juridische beoordeling van de feiten op zichzelf, aanleiding om de duur van de gevangenisstraf in te korten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging voor zover het betreft de onder feit 2 opgenomen mishandeling van [slachtoffer 2] door haar met een mesje meerdere keren in haar been te steken.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. A.J. Rietveld en mr. T.M.L. Wolters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.E. van der Ploeg, griffier,
en op 25 november 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.