In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 20 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de wijziging van de zorgregeling en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. De vrouw, bijgestaan door advocaat mr. K.A. Schreurs, verzocht om aanpassing van de zorgregeling, zodat de kinderen op vrijdag na 18.30 uur met de trein naar de man konden reizen. De man, vertegenwoordigd door mr. S.A. Wortmann, verzocht de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de afstand tussen de woonplaatsen van de partijen en de kosten van het reizen. De rechtbank oordeelde dat de vrouw de kosten van het halen en brengen van de kinderen voor haar rekening moet nemen, en dat de huidige regeling in stand kan blijven. Daarnaast heeft de rechtbank de behoefte van de kinderen aan een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding vastgesteld. De man heeft erkend dat er een relevante wijziging van omstandigheden is, waardoor de vrouw in haar verzoek kan worden ontvangen. De rechtbank heeft de draagkracht van beide partijen berekend en vastgesteld dat de man een bijdrage van € 207,- per kind per maand moet betalen, met ingang van 16 februari 2015. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten.