Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verloop van de procedure:
- de dagvaarding van 21 augustus 2014;
- het herstelexploit van 19 september 2014;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie;
- de akte overlegging producties van [gedaagde];
- de akte uitlaten producties tevens conclusie van dupliek in reconventie tevens akte
2.De feiten:
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] wordt in april 2004 tussentijds beëindigd en bij de ander overeenkomsten is dat in 2006 het geval. (Alle overeenkomsten konden na ommekomst van 60 maanden dagelijks met onmiddellijke ingang en zonder annuleringskosten verschuldigd te zijn door [gedaagde] worden beëindigd) De effecten worden door Dexia verkocht. De opbrengst van de verkopen is ontoereikend om het restant van de financiële verplichtingen van [gedaagde] jegens Dexia te voldoen. Dexia zendt naar [gedaagde] eindafrekeningen en daarin worden de navolgende restschulden vermeld:
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1], medeondertekend door de echtgenote van [gedaagde]. De
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1], gesloten op 27 april 1999, is door de echtgenote op grond van artikel 1:88 BW juncto 1: 89 BW in september 2005 vernietigd. De vernietiging is Dexia kenbaar gemaakt bij aangetekende brief van 23 juni 2005. In de brief vermeldt de echtgenote dat haar onlangs is gebleken dat haar eerst onlangs is gebleken dat vorenbedoelde overeenkomst door [gedaagde] is gesloten. In een brief van 15 september 2005 schrijft Dexia aan de echtgenote dat zij de vernietigingsbrief heeft ontvangen en dat zij de vernietiging niet accepteert en dat zij daarin niet berust. In de brief wordt dat gemotiveerd met de stelling dat een effectenleaseovereenkomst geen overeenkomst is van koop op afbetaling.
3.De vordering in conventie:
,[contractnummer 2], [contractnummer 3], [contractnummer 4] en [contractnummer 5] aan [gedaagde] een bedrag is verschuldigd van € 2.021,35 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de eindafrekeningen tot de dag van de voldoening. De vorderingen zijn gebaseerd op de feiten en op de volgende stellingen:
4.Het verweer in conventie:
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1]. Toentertijd was nog niet bekend dat de effectenleaseovereenkomsten huurkoopovereenkomsten waren en daarom kan Dexia niet volhouden dat de vernietigingsvordering was verjaard. De verjaring was eerst voltooid op 25 augustus 2007. Van een stuiting van de verjaring moet worden uitgegaan omdat de Stichting Eegalease en de Consumentenbond op 13 maart 2003 op de voet van artikel 3: 305a BW een procedure zijn gestart over de aard van de effectenleaseovereenkomsten en op 25 augustus 2004 is onherroepelijk beslist dat het om overeenkomsten gaat waarop de artikelen 1: 88 en 89 BW van toepassing zijn. In een brief van 15 juni 2005 aan Dexia heeft de gemachtigde van [gedaagde] zich op het standpunt gesteld dat alle door [gedaagde] gesloten effectenleaseovereenkomsten nietig zijn en wordt voorts Dexia gesommeerd alle door [gedaagde] betaalde bedragen terug te betalen.
5.De vorderingen in reconventie:
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] is vernietigd en daarbij Dexia te veroordelen om al hetgeen door hem krachtens die overeenkomst aan Dexia is betaald aan hem terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als onder 4.6 is aangegeven;
6.Het verweer in reconventie:
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] heeft te gelden dat de rechtsvordering tot vernietiging is verjaard. Irrelevant is of de echtgenoot weet van de mogelijkheid tot vernietiging. Het gaat erom dat de echtgenoot, van wie de toestemming vereist is, weet van het feitelijk bestaan van de effectenleaseovereenkomst en dat was bij de echtgenote van [gedaagde] het geval. [gedaagde] wist in ieder geval al op 14 november 2003 van de alle effectenleaseovereenkomsten. Zij nam die dag telefonisch contact op met Dexia waarvan zij
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] omdat deze overeenkomst, tussentijds in april 2004 zou eindigen. Er mag ook van worden uitgegaan dat [gedaagde] en zijn echtgenote een en/of rekening hadden. De echtgenote kon daarom op de rekening zien welke bedragen ter zake van deze
Overwaarde Effectwerden afgeschreven. De heer [naam] zal ook ten huize van [gedaagde] zijn ontvangen, zulks in aanwezigheid van de echtgenote van [gedaagde]. [gedaagde] zal post hebben ontvangen van Dexia over alle overeenkomsten en aannemelijk is dat ook de echtgenote van [gedaagde] daarvan kennis nam. Voorts heeft als uitgangspunt te gelden dat [gedaagde] en zijn echtgenote gezamenlijk de belastingaangiften verzorgden en in de aangiften betrekking hebbend op de jaren 1999 en 2000 zullen de verplichtingen fiscale gevolgen van de
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] te zien zijn geweest.
7.De beoordeling van het geschil:
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] wordt verworpen, omdat [gedaagde] niet, althans onvoldoende, heeft weersproken hetgeen Dexia daarover naar voren heeft gebracht. Verwezen wordt naar artikel 3: 52 lid 1 sub d BW. Anders dan [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel is voor de aanvang van de verjaringstermijn niet vereist is dat de echtgenoot bekend is met de feiten waaruit kan worden geconcludeerd dat het om een overeenkomst van huurkoop ging. Bekendheid met de juridische kwalificatie van de rechtshandeling is geen voorwaarde voor de aanvang van de verjaringstermijn. Daarbij zijn aangetekend dat, voordat de Hoge Raad besliste dat de effectenleaseovereenkomsten overeenkomsten van huurkoop waren, deze kwestie in de literatuur en in de rechtspraak jarenlang een discussiepunt was en daarom had met de vernietiging niet te worden gewacht op de uitkomst van de door [gedaagde] bedoelde procedure waarin de Consumentenbond en de Stichting Eegalease partij waren. De gevorderde verklaring voor recht die betrekking heeft op de
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] wordt afgewezen.
.
Overwaarde Effectmet het nummer [contractnummer 1] af.