Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
de fietser)had opgemerkt en wilde remmen, maar dat zijn voet van het rempedaal gleed en op het gaspedaal terechtkwam. Zijn auto schoot daarbij vooruit en schepte de fietser.
aanmerkelijkemate kan worden verweten. De rechtbank concludeert daarom dat geen sprake is geweest van schuld in de zin van artikel 6 WVW 1994 en dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde.
aanmerkelijkeverkeersfout, los moet worden bezien van de
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.10. De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot het betalen van een
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de geldboete niet betaalt, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 10 dagen;
- ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van drie maanden voorwaardelijk;
- bepaalt dat de ontzegging van de rijbevoegdheid niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Op 16 mei 2014 reed ik als bestuurder van een personenauto in Rijssen. Ik moest mijn kleindochter [naam] van school halen. Op de terugweg reed ik op de rotonde van de Prins Frederik Hendrikstraat met de Welleweg en de Wijnand Zeeuwstraat. Toen ik het meisje op het fietspad van de rotonde zag fietsen, wilde ik remmen, maar ik schoot met mijn voet van het rempedaal af en kwam met mijn voet op het gaspedaal. Als je dan denkt dat je remt, trap je op gaspedaal en dan is er niets meer aan te houden. Toen ik in de gaten had dat ik gas gaf, was het te laat. De auto schoot weg. Je ziet dan het kind en dan ben je het kwijt. Dat is dan de schrik. Ik heb niet geremd. Ik kwam tegen een muur tot stilstand.