De rechtbank Overijssel heeft op 12 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 43-jarige man uit Hoogeveen, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met de minderjarige dochter van zijn ex-partner. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar en bijzondere voorwaarden. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer, die verklaarde dat zij vanaf haar twaalfde tot haar vijftiende een seksuele relatie met de verdachte had. De verdachte, die de ex-vriend van de moeder van het slachtoffer was, heeft de seksuele relatie met het meisje bevestigd, maar stelde dat het een gelijkwaardige relatie was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik had gemaakt van zijn positie en dat het slachtoffer zich gedwongen voelde om seksuele handelingen te verrichten. De rechtbank hield rekening met de langdurige periode van misbruik en de psychische gevolgen voor het slachtoffer, die een posttraumatische stressstoornis had ontwikkeld. De rechtbank achtte het noodzakelijk om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gezien de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De verdachte werd ook als licht verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, wat invloed had op de strafmaat. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor de verdachte.