Op 12 maart 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 53-jarige vrouw uit Hoogeveen, die medeplichtig werd bevonden aan ontuchtige handelingen met haar dochter door haar ex-vriend. De vrouw werd veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van vier maanden, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uur. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van de dochter, die verklaarde dat zij vanaf haar twaalfde tot vijftienjarige leeftijd een seksuele relatie had met de ex-vriend van haar moeder. De moeder had toegestaan dat de ex-vriend in haar woning verbleef en het bed deelde met haar dochter, en heeft niets gedaan om haar dochter te beschermen tegen de seksuele handelingen die plaatsvonden. De rechtbank oordeelde dat de moeder haar zorgplicht had verzaakt en dat haar handelen had bijgedragen aan het leed van haar dochter, die inmiddels een posttraumatische stressstoornis had ontwikkeld. De rechtbank hield rekening met de zwakbegaafdheid van de vrouw en haar kwetsbare positie, en legde een voorwaardelijke straf op met bijzondere voorwaarden voor begeleiding.