In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 29 december 2014, staat de vraag centraal of artikel 2.6.9a, eerste lid, van de Regeling Subsidies AWBZ in strijd is met het Europese recht, met name het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) en de Patiëntenrichtlijn. Eiser, vertegenwoordigd door dr. mr. M.F. Vermaat, had een persoonsgebonden budget (pgb) ontvangen voor zorgverlening, maar kreeg te horen dat de kosten van zorgverlener TELL-US niet meer vanuit het pgb mochten worden betaald, omdat hij langer dan dertien weken in het buitenland verbleef. Eiser stelde dat deze regeling in strijd was met de Europese regelgeving, aangezien hij recht had op zorg in het buitenland.
De rechtbank overweegt dat de Regeling inderdaad in strijd is met de Europese regelgeving. De rechtbank stelt vast dat de zorg die eiser ontvangt in Portugal valt onder de Patiëntenrichtlijn, die de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg waarborgt. De rechtbank concludeert dat de beperking van het pgb tot dertien weken in het buitenland niet gerechtvaardigd is en dat de Regeling buiten toepassing moet worden gelaten. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van de verweerder en herroept het eerdere besluit van 16 oktober 2013, waarbij de kosten van zorg niet meer uit het pgb mochten worden betaald. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 1461,-- worden vastgesteld.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de Europese regelgeving in de context van zorgverlening en de rechten van patiënten, en bevestigt dat nationale regelgeving niet in strijd mag zijn met Europese richtlijnen.