Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 30 september 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die beiden eigenaar zijn van een woning. De vrouw vorderde de man te veroordelen de woning te ontruimen, omdat zij deze had verkocht en de koper de financiering niet tijdig rond kon krijgen. De vrouw had eerder toestemming gekregen van de rechtbank om de woning te verkopen, maar de man weigerde zijn medewerking te verlenen aan de levering van de woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw recht had op ontruiming van de woning, omdat de man zijn verplichtingen niet nakwam. De man had ter zitting aangegeven de woning te hebben verlaten, maar dit niet onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen en de man veroordeeld tot ontruiming van de woning op 30 september 2014, met een dwangsom van € 25.000,-- indien hij hieraan geen gehoor gaf. Tevens werd bepaald dat het vonnis in de plaats treedt van de voor het opmaken van de notariële leveringsakte vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de man, indien hij zijn medewerking aan de levering op 1 oktober 2014 niet verleent. De man werd ook veroordeeld in de proceskosten van de vrouw, die op € 1.193,77 werden begroot.