Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.de procedure
2.de feiten
"Mocht u er alsnog van overtuigd zijn dat ik uw hiërarchisch gezag zou hebben ondermijnd, dan wil ik u dringend verzoeken om uw aangekondigde juridische stappen z.s.m. in gang te zetten. Langdurige onduidelijkheid lijkt me noch in het belang van ons bedrijf als van mij."
3.het geschil
4.de beoordeling
8 januari een laatste handreiking gedaan die [verweerder] pas via een brief van zijn gemachtigde op 26 maart 2014 'oppakt' en waarbij ook de nodige 'eisen' op tafel worden gelegd, terecht of niet. Van een ondubbelzinnige aanvaarding van de voorwaarden van Howden om met elkaar door te gaan, genoemd in de brief van 8 januari 2014 is geen sprake geweest.
1 augustus 2014 te ontbinden onder toekenning van een door Howden aan [verweerder] te betalen vergoeding ten bedrage van € 155.378,00 bruto.
€ 155.378,00 bruto.
€ 400,00 wegens salaris gemachtigde.