Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 december 2013
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging producties
- de gehouden comparitie van partijen op 20 februari 2014, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
Contractant heeft door Otto Simon verstrekte informatie (waaronder onder andere marktverkenning, exploitatiebegroting en taakstellende omzetten) laten toetsen door deskundige derden. Contractant erkent dan ook dat Otto Simon niet aansprakelijk gesteld kan worden voor de door haar verstrekte informatie en cijfermaterialen.”.
Hierbij vatten wij even samen wat wij afgelopen vrijdag 20-4 met elkaar hebben besproken omtrent de beëindiging van onze winkel. We hebben het gesprek als zeer prettig ervaren en vertrouwen erop dat we samen naar een goede, gecontroleerde afbouw zullen gaan. We gebruiken de volgorde van het vragenlijstje dat we voor het gesprek gemaakt hebben.”. En: “
14. Extra gestelde vraag tijdens gesprek 20-04-2012: zijn er nog (financiële) onverwachte/onvoorziene zaken te verwachten vanuit Otto Simon richting ons? Nee, er zijn verder geen (financiële) onverwachte/onvoorziene zaken te verwachten vanuit Otto Simon richting ons ([M en E]). We hopen dar we bovenstaand e.e.a. juist verwoord hebben en ontvangen per wederkerige e-mail graag jouw akkoord hiervoor.”. Otto Simon (in de persoon van [W]) heeft daarop als volgt gereageerd: “
Hoi [M] volgens mij is alles nu volgens afspraak aangepast.”. Otto Simon heeft (de totstandkoming noch de inhoud van) deze beëindigingsafspraken (ook ter comparitie) niet betwist, zodat de rechtbank aanneemt dat partijen beëindigingsafpraken hebben gemaakt, zoals vastgelegd in productie 22, ter finale financiële afwikkeling van de beëindiging van de exploitatie van de winkel door [eiser]. Nu gesteld noch gebleken is dat uit deze afspraken voortvloeit dat [eiser] nog enig bedrag verschuldigd is aan [eiser], dient de door Otto Simon gevorderde schadevergoeding, als onvoldoende onderbouwd, te worden afgewezen.