ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ6630
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsverhouding tussen een payrollonderneming en een inlener met betrekking tot arbeidsovereenkomsten
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 4 april 2013 uitspraak gedaan in een verzoek van de Stichting Dienstverlening Welzijn Enschede (SDWE) tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft in een tussenbeschikking van 21 maart 2013 reeds geoordeeld dat er geen arbeidsovereenkomst bestond tussen SDWE en de medewerker, en heeft aangekondigd SDWE niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek. SDWE heeft hierop gereageerd en betoogd dat, indien er geen arbeidsovereenkomst met de medewerker is, de gemeente Enschede als werkgever moet worden aangemerkt. Dit zou impliceren dat SDWE niet langer gehouden is aan haar verplichtingen als werkgever, vooral omdat de detacheringsovereenkomst per 1 april 2013 eindigde.
De gemachtigde van de medewerker heeft aangegeven dat de medewerker zich refereert aan het voornemen van de kantonrechter om SDWE niet-ontvankelijk te verklaren. Na beoordeling van de reacties van beide partijen, heeft de kantonrechter bevestigd dat er geen nieuwe inzichten zijn ontstaan. De kantonrechter heeft wederom geconcludeerd dat SDWE niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek tot ontbinding, omdat de gemeente Enschede geen partij is in deze procedure en er geen bindende uitspraak kan worden gedaan over de positie van de gemeente.
De uitspraak eindigt met de veroordeling van SDWE in de kosten van de procedure, die zijn vastgesteld op € 400,00 voor het salaris van de gemachtigde van de medewerker. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.