ECLI:NL:RBOVE:2013:3317
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Oosterveld
- G. Kootstra
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor uitbreiding melkveehouderij met mestraffinage en de vraag naar belanghebbendheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning aan Melkveebedrijf [naam] voor de uitbreiding van een melkveehouderij met mestraffinage door middel van een AgriMoDEM. Eiser, wonende aan de [adres] te De Pol, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland, dat op 27 maart 2013 de vergunning verleende. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een zitting op 18 november 2013, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. J.M. Smits, en verweerder werd vertegenwoordigd door medewerkers van de gemeente Steenwijkerland.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de vraag behandeld of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat de afstand tussen zijn woning en de te bouwen AgriMoDEM ongeveer 350 meter bedraagt en hij geen zicht heeft op het bouwwerk. De rechtbank wijst erop dat zowel het afstandscriterium als het zichtcriterium van belang zijn bij de beoordeling van de belanghebbendheid. De ruimtelijke uitstraling van het bouwplan is niet zodanig dat dit de belanghebbendheid van eiser kan rechtvaardigen.
De rechtbank oordeelt verder dat er geen sprake is van een grotere verkeersintensiteit of milieugevolgen die eiser als belanghebbende zouden kunnen aanmerken. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende bij de verleende omgevingsvergunning. De uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, rechter, en G. Kootstra als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 december 2013.