Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoekster],
[verweerder],
Het procesverloop
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen op 2 augustus 2013;
- het verweerschrift met bijlagen, binnengekomen op 27 september 2013;
- de brief met bijlagen van mr. Hallmans, binnengekomen op 1 november 2013.
De feiten
Het verzoek
Het verweer
De beoordeling
€ 1.287,- netto per maand. Volgens de tabel kosten van kinderen van 2012 en rekening houdend met vier kinderbijslagpunten bedroeg de behoefte van [naam] op basis van het inkomen van de vrouw afgerond € 160,- per maand.
(€ 484,- : € 509,- x € 148,-).
- de helft van de hypotheekrente ad € 214,-;
- de helft van het forfait overige eigenaarslasten ad € 48,-;
- de basis- en aanvullende premie Zorgverzekeringswet ad € 128,-, te verminderen met de in de bijstandsnorm begrepen nominale premie ZVW ad € 35,-;
- het verplicht eigen risico ad € 29,-;
- de rente en aflossing op de studieschuld aan DUO van € 271,-;
- de rente en aflossing op de studieschuld bij zijn ouders van € 306,-.
€ 5.144,- per jaar en het eigenwoningforfait € 1.368,-. De rechtbank is van oordeel dat van de partner van de man mag worden verwacht dat zij in haar eigen levensonderhoud voorziet en dat zij de helft van de gezamenlijke woonlasten voor haar rekening neemt. De rechtbank heeft daarom in de berekening van de man de helft van het eigenwoningforfait, de helft van de verschuldigde hypotheekrente en de helft van het forfait overige eigenaarslasten meegenomen.
€ 140,- per maand niet meer in de noodzakelijke kosten van bestaan kan voorzien, of dat hij van zijn inkomen na vermindering van de lasten minder dan 90% van de voor hem geldende bijstandsnorm overhoudt. Dit betekent dat het beroep van de man op de aanvaardbaarheids-toets niet kan slagen.
€ 1.542,- per maand.
€ 41,- per maand. De totale draagkracht van de man bedraagt € 201,- per maand.
14 oktober 2013 tot 14 december 2013 € 226,- (€ 25,- + € 201,-) per maand.
€ 16,- per maand (€ 25,- : € 226,- x € 148,-).
(€ 201,- : € 226,- x € 148,-).
(€ 833,-) van de voor hem geldende bijstandsnorm van € 925,- per maand. Bij een forfaitaire bijdrage van € 132,- per maand, bedraagt het tekort van de man € 121,- per maand. Dit tekort brengt de rechtbank in mindering op die bijdrage, zodat de man over de periode van
14 oktober 2013 tot 14 december 2013 een draagkracht heeft van € 11,- per maand.
€ 84,- per maand (€ 25,- + € 59,-). Die draagkracht is lager dan de behoefte, zodat de rechtbank geen aanleiding ziet voor het maken van een draagkrachtvergelijking.
De beslissing
14 december 2013 op € 11,- (elf euro per maand) en vanaf 14 december 2013 op nihil.
G.M. Keupink als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2013.