Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde],
Het procesverloop
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
- a)
- b)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 6 november 2013, staat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter centraal in een geschil tussen de besloten vennootschap Apollo Vredestein B.V. en een gedaagde woonachtig in Portugal. Eiseres heeft gedaagde op 8 augustus 2013 gedagvaard voor een zitting op 2 oktober 2013. Gedaagde is echter niet verschenen, wat aanleiding geeft tot het verzoek van eiseres om vonnis. De rechtbank moet beoordelen of de dagvaarding tijdig is betekend, gezien het internationale karakter van de zaak en de toepasselijke Europese regelgeving.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding op 19 september 2013 aan gedaagde is betekend, maar dat er minder dan twee weken zaten tussen de betekening en de zittingsdatum. Dit is in strijd met de vereiste termijn van vier weken, zoals vastgelegd in de Herziene EG-Betekeningsverordening (BetVo II). De rechtbank concludeert dat de dagvaarding gedaagde niet tijdig heeft bereikt, waardoor verstek niet kan worden verleend.
Desondanks oordeelt de rechtbank dat er geen formele schending van de voorschriften is, en dat de rechter de mogelijkheid heeft om een nieuwe rechtsdag te bepalen. De rechtbank stelt eiseres in de gelegenheid om gedaagde opnieuw op te roepen, met inachtneming van de eerder genoemde termijn. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling, met de bepaling dat de nieuwe zitting op 15 januari 2014 zal plaatsvinden.