Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 oktober 2012
- de akte van [eiseres]
- de antwoordakte van OVZ.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een letselschadevergoeding die door eiseres is gevorderd na een ongeval. De rechtbank heeft op 10 juli 2013 vonnis gewezen in een meervoudige kamer in Zwolle. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K.E. Buysrogge, heeft schadevergoeding gevorderd van de onderlinge waarborgmaatschappij OVZ Verzekeringen U.A., vertegenwoordigd door advocaat mr. W.A.M. Rupert. De kern van het geschil betreft de toekomstige schade die eiseres stelt te lijden als gevolg van haar gezondheidstoestand, die zij als blijvend beschouwt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiseres niet heeft meegewerkt aan het door haar aangewezen deskundigenonderzoek, wat essentieel was voor de beoordeling van haar schadeclaim.
De rechtbank benoemde eerder deskundigen om de gezondheidstoestand van eiseres te onderzoeken, maar eiseres heeft geen gehoor gegeven aan de oproep voor het onderzoek. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de rechtbank niet in staat was om de huidige gezondheidstoestand van eiseres vast te stellen, noch om te beoordelen of er nog behandelmogelijkheden zijn. De rechtbank benadrukt dat eiseres de bewijslast draagt voor haar schade en dat zij in redelijkheid medewerking aan het onderzoek moet verlenen. Het uitblijven van deze medewerking heeft de rechtbank genoodzaakt om de vordering van eiseres voor toekomstige schade als onvoldoende onderbouwd af te wijzen.
Wel heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op schadevergoeding voor de reeds geleden schade tot 1 januari 2014, aangezien de huidige gezondheidstoestand van eiseres met alle klachten en beperkingen als gevolg van het ongeval is vastgesteld. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om haar schadebegroting aan te vullen en heeft OVZ de mogelijkheid gegeven om hierop te reageren. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor verdere behandeling, waarbij de rechtbank ook tussentijds hoger beroep toestaat.