ECLI:NL:RBOVE:2013:2080

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 augustus 2013
Publicatiedatum
4 september 2013
Zaaknummer
C/08/134851 / HA ZA 13-39
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbreken spoedeisend belang in kort geding over aandelenovername Mercatel Groep B.V.

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Overijssel, betreft het een kort geding tussen twee aandeelhouders van de besloten vennootschap Mercatel Groep B.V. [eiser] en [gedaagde] zijn beiden voor 50% aandeelhouder en statutair bestuurder van de vennootschap. De zaak draait om de vraag of [gedaagde] verplicht kan worden om de aandelen van [eiser] over te nemen, nu partijen het nog niet eens zijn over de definitieve koopprijs. Er is een bindend adviesprocedure aanhangig waarin de waarde van de aandelen voorlopig is vastgesteld op € 168.000,-. [eiser] vordert in het kort geding onder andere dat [gedaagde] de aandelen overneemt en een voorschot van € 71.782,- betaalt.

De rechtbank oordeelt dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen, omdat [gedaagde] de onderneming bestuurt en [eiser] geen inzicht heeft in de gang van zaken. De rechtbank stelt vast dat er voldoende zekerheid is over de overname van de aandelen en de minimale koopprijs. De vorderingen van [eiser] worden in grote lijnen toegewezen, met uitzondering van de vordering tot vestiging van een pandrecht, waarvoor geen gerechtvaardigd belang is aangetoond. De rechtbank legt [gedaagde] een dwangsom op voor het geval hij niet voldoet aan de veroordelingen.

De beslissing van de rechtbank is dat [gedaagde] wordt veroordeeld om de aandelen over te nemen en een voorschot te betalen, en dat hij moet meewerken aan de levering van de aandelen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/134851 / HA ZA 13-39
datum vonnis: 3 juli 2013
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in de hoofdzaak en in het incident,
verder te noemen [eiser],
advocaat: mr. M.E. Wimmenhove- Kossen te Zwolle,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. P.J.C. Garrels te Enschede.

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, tevens houdende een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening in de zin van artikel 223 wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
- de conclusie van antwoord in het incident ex artikel 223 Rv.
- de akte houdende uitlating producties in het incident.
1.2
[eiser] en [gedaagde] hebben vonnis gevraagd in het incident. Het vonnis is - na
aanhouding - bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1
[eiser] en [gedaagde] zijn elk voor 50% aandeelhouder van de besloten vennootschap
Mercatel Groep B.V. (verder: Mercatel). Zij zijn beiden statutair bestuurder van Mercatel. Er zijn geen andere bestuurders.
2.2.
Partijen hebben de intentie dat [gedaagde] de aandelen van [eiser] overneemt. Over de definitieve koopprijs zijn partijen het nog niet eens. Daarover is nog een ‘bindend adviesprocedure’ tussen partijen aanhangig. In die procedure heeft de bindend adviseur een financieel deskundige benoemd die de waarde van de aandelen in de vennootschap Mercatel gaat vaststellen. Deze deskundige heeft de waarde van de aandelen voorlopig bepaald op
€ 168.000,-.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - voorwaardelijk, voor zover de rechtbank de vorderingen I tot en met V zal afwijzen:
VIII [gedaagde] te veroordelen om alle aandelen van [eiser] in Mercatel over te nemen tegen betaling van de prijs zoals deze op een later moment in deze procedure door een deskundige zal worden vastgesteld;
IX [gedaagde] te bevelen mee te werken aan de levering van de aandelen;
X [gedaagde] te bevelen melding te (doen) maken van de akte van levering van de aandelen in
het aandelenregister van Mercatel;
XI [gedaagde] te gebieden er zorg voor te dragen dat de volledige boekhouding over 2011 en
2012 van Mercatel alsmede alle stukken die verband houden met:
a. de arbeidsovereenkomst met de heer [S];
b. de opdracht van [gedaagde] aan de advocaat om bijstand te verlenen in procedures tegen [eiser];
c. de handel met en de commissievorderingen op Kobe Steel Ltd.
worden overgelegd aan [eiser];
en onvoorwaardelijk:
XII [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de door de rechtbank vastgestelde koopprijs eventueel verminderd met het door [gedaagde] betaalde voorschot op de koopprijs;
XIII [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van de notaris, waaronder de gemaakte kosten voor het opstellen van de akte(s) en het passeren daarvan;
XIV op elke overtreding van het onder VIII tot en met XIII gevorderde een dwangsom te stellen;
XV en XVI [gedaagde] te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.

4.De vordering in het incident

4.1.
Kort gezegd vordert [eiser] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad:
I [gedaagde] te veroordelen om alle aandelen van [eiser] in Mercatel over te nemen tegen betaling van de prijs zoals deze op een later moment in deze procedure door een deskundige zal worden vastgesteld;
II [gedaagde] te veroordelen tot het betalen van een voorschot van € 71.782,-- op de
koopprijs;
III [gedaagde] te bevelen mee te werken aan de levering van de aandelen;
IV [gedaagde] te bevelen melding te (doen) maken van de akte van levering van de aandelen in
het aandelenregister van Mercatel;
V [gedaagde] te bevelen mee te werken aan het vestigen van een pandrecht op de onder I genoemde aandelen;
VI [gedaagde] te gebieden er zorg voor te dragen dat de volledige boekhouding over 2011 en
2012 van Mercatel alsmede alle stukken die verband houden met:
a. de arbeidsovereenkomst met de heer [S];
b. de opdracht van [gedaagde] aan de advocaat om bijstand te verlenen in procedures tegen [eiser];
c. de handel met en de commissievorderingen op Kobe Steel Ltd.
worden overgelegd aan [eiser];
VII op overtreding van elk van de onder II tot en met V, en/of VI gevorderde geboden een dwangsom te stellen.
Daarbij voert [eiser] aan dat de vorderingen onder I tot en met V en VII zodanig met elkaar verbonden zijn dat alleen een integrale toewijzing van de vorderingen onder I tot en met V en VII gewenst wordt.
4.2.
[eiser] stelt daartoe dat [gedaagde] zijn rechten en belangen zodanig schaadt dat het
voortduren van zijn aandeelhouderschap in Mercatel in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. Het schaden van deze belangen betreft onder meer het negeren van de bepalingen van de aandeelhoudersovereenkomst, het weigeren van inzage in de administratie, het zonder bestuursbesluit geven van opdracht aan een advocaat om tegen [eiser] op te treden, het forceren van het ontslag van [eiser] als bestuurder en het weigeren om [eiser] zijn werkzaamheden als bestuurder te laten uitvoeren. Verder stelt [eiser] dat zijn spoedeisend belang in de omstandigheden is gelegen dat [gedaagde] met uitsluiting van [eiser] de onderneming van Mercatel bestuurt. [eiser] stelt hierdoor een groot risico te lopen zolang hij nog wel aansprakelijk is voor de handelingen van het bestuur. Bovendien lijkt het er volgens [eiser] op dat [gedaagde] de vennootschap schade toebrengt.
4.3.
[gedaagde] voert verweer in het incident. [gedaagde] betwist dat [eiser] een
(spoedeisend) belang heeft bij toewijzing van zijn incidentele vorderingen. Daartoe voert [gedaagde] ten eerste aan dat [eiser] al tweemaal heeft ingestemd met uitstel voor antwoord. Ten tweede voert [gedaagde] aan dat [eiser] niet duidelijk maakt waarom een voorlopige voorziening nodig is in een kwestie waarin reeds “parallel” een procedure aanhangig is waarin de waarde van de aandelen in kwestie wordt bepaald en waarin beide partijen over en weer duidelijk hebben gemaakt de aandelen te willen overnemen respectievelijk overdragen.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
Vooropgesteld moet worden dat voor een provisionele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening op de voet van artikel 223 Rv is vereist dat een bodemprocedure aanhangig is, dat samenhang bestaat tussen hetgeen bij wijze van voorlopige voorziening wordt gevorderd en het gevorderde in de bodemzaak en dat de eiser een voldoende belang heeft bij zijn vordering in die zin dat van hem niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de bodemzaak afwacht. Aan de eerste twee vereisten is zonder meer voldaan, zo volgt uit het voorgaande onder 3. en 4. Ook aan het derde vereiste is naar het oordeel van de rechtbank voldaan, nu van [eiser] niet kan worden gevergd langer in onverdeeldheid te verkeren. Nu [gedaagde], met uitsluiting van [eiser], de onderneming bestuurt en [gedaagde] geen inzicht heeft in het reilen en zeilen van de onderneming, heeft hij voldoende aannemelijk gemaakt dat hij (spoedeisend) belang heeft bij de door hem ingestelde provisionele vorderingen. De door [gedaagde] gestelde omstandigheden, zoals hiervoor onder 4.3. weergegeven, maken dat niet anders.
5.2.
Daarmee wordt toegekomen aan de inhoudelijke beoordeling van de incidentele vordering, waarbij de belangen van de beide partijen zullen moeten worden afgewogen tegen de achtergrond van de te verwachten resterende duur van de bodemzaak en de proceskansen daarin. Aangezien de gevorderde voorlopige voorziening tevens een geldvordering betreft, komt het er tevens op aan of het bestaan en de omvang van de vordering in voldoende mate vaststaan om deze vooruitlopend op de beslissing in de hoofdzaak toe te wijzen, rekening houdend met het restitutierisico. Gelet op de aard van de te geven beslissing bevat het hierna volgende slechts voorlopige oordelen.
Vorderingen onder I tot en met IV
5.3.
De provisionele vorderingen zoals ingesteld onder I tot en met IV, strekken tot overname en levering van de aandelen van [eiser] in Mercatel, alsmede in de betaling van een voorschot op de koopprijs van die aandelen. Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] de aandelen in Mercatel van [eiser] gaat overnemen. Partijen twisten voorts niet over de door de (in de bindend adviesprocedure aangestelde) deskundige vastgestelde voorlopige waarde van het gehele geplaatste aandelenkapitaal van Mercatel ter hoogte van € 168.000,-. Ze zijn het er voorts over eens dat de koopprijs van de door [gedaagde] over te nemen aandelen van [eiser] tenminste € 71.782,- bedraagt. [gedaagde] stelt in dat kader zelfs:”(…), staat vast dat [gedaagde] tenminste € 84.000,- zal moeten betalen voor de aandelen Mercatel 1 t/m 200.”. Gelet hierop bestaat naar het oordeel van de rechtbank thans derhalve voldoende zekerheid over de overname door en levering van de aandelen van [eiser] aan [gedaagde], alsmede over de minimale omvang van de koopprijs van die aandelen. De rechtbank acht het daarom voorshands aannemelijk dat de vordering in de hoofdzaak tot betaling door [gedaagde] van een koopprijs van de aandelen aan [eiser] ter hoogte van € 71.782,- op zijn minst zal worden toegewezen. Rekening houdende met de door [eiser] gestelde belangen en nu er door [gedaagde] geen bijzondere belangen zijn aangevoerd (anders dan dat hij stelt dat er reeds parallel een procedure aanhangig is waarin de waarde van de aandelen in kwestie wordt bepaald), valt een belangenafweging in het voordeel van [eiser] uit. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met de verwachting dat de procedure in de hoofdzaak niet spoedig zal zijn geëindigd nu [gedaagde] nog voor antwoord dient te concluderen. De vorderingen onder I tot en met IV worden toegewezen in de vorm zoals hierna bepaald.
Vordering onder V
5.4.
De door [eiser] gevorderde medewerking van [gedaagde] aan de vestiging van een pandrecht, strekkende tot zekerheid van betaling van (het restant van) de koopprijs van de aandelen, zal worden afgewezen. [eiser] heeft geen feiten en omstandigheden gesteld die maken dat hij (reeds nu) een gerechtvaardigd belang heeft bij toewijzing van een dergelijke voorziening.
Vordering onder VI
5.5.
De incidentele vordering tot afgifte van stukken is niet aan te merken als een provisionele vordering, nu deze niet kan worden beschouwd als een voorziening die werking heeft voor de duur van het geding. Aan de vordering tot afgifte (en inzage) is immers onomkeerbaar voldaan zodra toegang tot de betreffende documenten is verschaft.
5.6.
Indien deze vordering aldus moet worden begrepen dat [eiser] afgifte ex artikel 843a Rv vraagt, dan overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van artikel 843a Rv kan hij die daar rechtmatig belang bij heeft, op zijn kosten, inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden (gegevensdragers daaronder begrepen) aangaande een rechtsbetrekking waarin hij partij is, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking heeft. De rechter bepaalt zo nodig de wijze waarop.
[eiser] heeft onvoldoende gesteld dat hij een belang heeft bij afgifte van de door hem gevraagde stukken.
Vordering onder VII
5.7.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als hierna bepaald.
5.8.
[gedaagde] wordt als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten
van dit incident.
5.9.
De rechtbank zal de hoofdzaak verwijzen naar de rol van 14 augustus 2013 voor
conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde].

6.De beslissing

De rechtbank:
In het incident
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om alle aandelen van [eiser] in Mercatel over te nemen tegen betaling aan [eiser] van de prijs zoals deze op een later moment in deze procedure door een deskundige zal worden vastgesteld;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een voorschot van € 71.782,- op de koopprijs, welke betaling voorafgaande aan de ondertekening van de onder 5.3. genoemde leveringsakte van de aandelen ontvangen dient te zijn op de derdengeldrekening van mr. W.J. Hordijk, notaris te Enschede;
6.3.
beveelt [gedaagde] binnen twee weken na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van de aandelen door middel van het ter levering overleggen of ter handstellen van het aandeelhoudersregister en van zijn legitimatiebewijs aan mr. W.J. Hordijk, notaris te Enschede en het ondertekenen bij de notaris van de (alsdan op basis van de informatie van het aandeelhoudersregister en legitimatiebewijzen aangepaste) notariële akte zoals opgenomen onder productie 12 bij dagvaarding, dan wel op de wijze zoals nader bij akte vastgesteld door de notaris;
6.4.
beveelt [gedaagde] binnen twee werkdagen na de ondertekening van de akte van levering van de aandelen als genoemd onder 5.3. hiervan melding te (doen) maken in het aandelenregister van Mercatel;
6.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 1.000,- voor iedere dag dat [eiser] niet aan de afzonderlijk in 6.1., 6.2., 6.3. en 6.4. uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van in totaal € 200.000,- is bereikt;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit incident aan de zijde van [eiser] begroot
op € 452,-- aan salaris van de advocaat;
6.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst af het meer of anders gevorderde;
In de hoofdzaak
6.9.
stelt [gedaagde] in de gelegenheid te concluderen voor antwoord en verwijst de zaak daarvoor naar de rol van 14 augustus 2013;
6.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. M.M. Lorist en op 3 juli 2013 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.