In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 juni 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Trend Media Groep B.V. (TMG) en Telecom Vision International B.V. (TVI) over de nakoming van drie overeenkomsten met betrekking tot de productie en uitzending van het radioprogramma "HOTRADIO HITS". TMG vorderde in een incident een voorlopige voorziening op basis van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), omdat zij stelde dat TVI de overeenkomsten onterecht had ontbonden en dat zij hierdoor schade leed. TMG vorderde onder andere dat TVI de wijzigingen aan de opstelpunten van de frequenties ongedaan zou maken en dat TVI zou worden verboden om andere programma's uit te zenden op de betrokken frequenties.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een bodemprocedure aanhangig was waarin dezelfde vorderingen werden gedaan. TMG stelde dat zij spoedeisend belang had bij de gevorderde voorzieningen, omdat het niet uitzenden van haar radioprogramma leidde tot schade en verlies van luisteraars. TVI voerde daarentegen aan dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren ontbonden en dat TMG in verzuim was geraakt door niet te voldoen aan haar verplichtingen.
Na een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende zekerheid bestond over de uitkomst van de hoofdzaak en dat de provisionele vorderingen van TMG niet konden worden toegewezen. De rechtbank wees de vorderingen in het incident af en veroordeelde TMG in de kosten van het incident. De hoofdzaak werd verwezen naar de rolzitting van 3 juli 2013 voor verdere behandeling.