ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2607

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
22 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
844649 - CV EXPL 12-6089
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inruil van een tweedehands auto en de mededelingsplicht van een particulier

In deze zaak gaat het om de inruil van een tweedehands auto door een particulier bij een garage, waarbij na de verkoop van de auto aan een andere particulier, hoog olieverbruik wordt geconstateerd. De garage, hier aangeduid als ABD, vordert betaling van de reparatiekosten van de motor van de ingeleverde auto, die door de garage is doorverkocht. De kantonrechter overweegt dat een mededelingsplicht van een particulier ten opzichte van een professional niet snel kan worden aangenomen. De garage had nader onderzoek moeten verrichten naar de auto, die op het moment van inruil ongeveer tien jaar oud was en een onbekende historie had door eerdere import. Het feit dat de garage dit onderzoek niet heeft uitgevoerd uit kostenoverwegingen, komt voor haar eigen rekening en risico. Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat er geen deugdelijke ingebrekestelling heeft plaatsgevonden, waardoor de vordering van de garage wordt afgewezen. De kantonrechter wijst de vordering af en veroordeelt ABD in de proceskosten, die worden begroot op nihil, aangezien de gedaagde partij geen gebruik heeft gemaakt van een gemachtigde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 844649 \ CV EXPL 12-6089 \ 199 \ 563
uitspraak van 22 februari 2013
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Autobedrijf Drachten (A.B.D.) B.V.
gevestigd te Drachten
eisende partij
gemachtigde [naam gemachtigde] (Tijhuis & Partners Arnhem)
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna ABD en [gedaagde] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 oktober 2012 en de daarin genoemde processtukken
- de akte overlegging producties van [gedaagde] van 30 december 2012, ter griffie binnengekomen op 2 januari 2013
- de akte overlegging producties van ABD van 2 januari 2013, ter griffie binnengekomen op 3 januari 2013
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 8 januari 2013.
2. De feiten
2.1. [gedaagde] heeft op 5 april 2012 een auto merk Opel, type Zafira 2.2 Selection met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) bij ABD ingeruild en een Kia Venga met kenteken [kenteken] van ABD gekocht. De inruilprijs van de auto bedroeg volgens de factuur d.d. 5 april 2012 € 2.600,00 (productie 3 bij akte overlegging producties van [gedaagde]). De kilometerstand op het moment van inruil was 135.000. Deel I van het kentekenbewijs is afgegeven op 25 januari 2002.
2.2. In een brief van 11 mei 2012 heeft ABD onder meer het volgende aan [gedaagde] meegedeeld (productie 4 bij akte overlegging producties van [gedaagde]):
“Zoals telefonisch reeds besproken stellen wij u aansprakelijk voor het verborgen gebrek aan de door u geleverde Opel Zafira met kenteken [kenteken] op 5 april 2012. Er is geconstateerd dat de motor erg veel olie verbruikt, namelijk 1 liter op 166km (zie interne factuur in de bijlage). Dit is niet door u gemeld toen de auto bij ons ter inruil is aangeboden. Dit terwijl het probleem zich al langere tijd voordoet, zoals door u zelf ook naderhand telefonisch is aangegeven. De nieuwe eigenaar van de Opel Zafira heeft zelf contact gezocht met de garage waar de auto in onderhoud is geweest en deze bevestigt ook dat het probleem zich al voor deed, voor dat u de auto bij ons inruilde. Het probleem was u dus bekend.
Ondanks dat de katalysator recentelijk vervangen was, wat u zelf wel aangaf bij de inruil, zit deze al weer vol met motorolie. Ook dit geeft aan dat het probleem al langere tijd speelde. Bij nader onderzoek blijkt dat de zuigerveren lekken en dat hierdoor de motor zeer veel olie verbruikt.
Een verborgen gebrek behoort gemeld te worden. Dit was voor ons, toen de auto aangeboden is ter inruil, niet te constateren. Gezien het feit dat u dit niet heeft gedaan, bent u hiervoor aansprakelijk. De kosten totale voor reparatie zijn € 3138,06 inclusief werkloon en btw. Hierbij is door ons getracht de kosten zo laag mogelijk te houden, er wordt dan gebruik gemaakt van een zg. ruilmotor.”
2.3. In een brief van 17 juli 2012 heeft [gedaagde] onder meer het volgende aan ABD meegedeeld (productie 7 akte overlegging producties zijdens ABD):
“Zoals ik al in het laatste telefoongesprek met de heer [A] heb aangegeven, erken ik geen enkele aansprakelijkheid voor het gebrek dat u aan de Opel Zafira met kenteken [kenteken] hebt aangetroffen. Ik heb getracht de heer [A] duidelijk te maken dat er pas van een verborgen gebrek sprake kan zijn als dit gebrek als zodanig bekent is. Gedurende de tijd dat ik de Opel Zafira in het bezit heb gehad, heeft deze nooit een olieverbruik vertoond dat zo hoog is als dat door jullie aangegeven wordt. Het olieverbruik waar door de nieuwe eigenaar navraag naar zou zijn gedaan bij de garage waar de Opel in onderhoud is geweest, gedurende de tijd dat deze in mijn bezit was, lag op ongeveer 1 liter op 750 km. Destijds (20/05/2010) leek mij dat een hoog verbruik maar men verzekerde mij dat dit niet vreemd was voor dergelijke wagens. (…) Navraag mijnerzijds resulteert in het feit dat de garagehouder nooit gesproken heeft over een olieverbruik zoals jullie dat beschrijven. Hij wist mij tevens mede te delen dat het zeer goed mogelijk is dat een auto van het ene op het andere moment bijzonder veel olie gaat gebruiken. Dat de katalysator vol met motorolie zit zegt dan ook niks.”
3. De vordering en het verweer
3.1. ABD vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 3.612,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 3.138,06 vanaf 1 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening, kosten rechtens.
ABD legt hieraan, kort gezegd, ten grondslag dat [gedaagde] bij de inruil van de auto niet heeft meegedeeld dat de auto opmerkelijk veel olie gebruikte. Door de achteraf aan de motor geconstateerde gebreken was het noodzakelijk deze geheel te vervangen. [gedaagde] dient de kosten hiervan ad € 3.138,06 aan ABD te vergoeden, aldus ABD.
3.2. [gedaagde] voert verweer.
4. De beoordeling
4.1. Partijen twisten over de vraag of [gedaagde] aan ABD had moeten meedelen dat de auto olie verbruikte. De kantonrechter is van oordeel dat het achteraf geconstateerde gebrek voor rekening van ABD dient te blijven. De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt.
4.2. [gedaagde] heeft onweersproken aangevoerd dat hij voorafgaand aan de inruil aan ABD heeft meegedeeld dat de auto een importauto was zonder Nationale Autopas en dat hij de auto in juni 2008 heeft gekocht. Voorts heeft [gedaagde] onweersproken aangevoerd dat hij de facturen van de reparaties die hij in het verleden aan de auto had laten uitvoeren aan ABD heeft laten zien. Vaststaat dat de verkoper in dienst van ABD voorafgaand aan de inruil een korte rit heeft gemaakt met de auto. De auto is niet op de brug voor onderzoek gezet, daar dit te duur is. Volgens ABD heeft de verkoper gevraagd naar technische mankementen. Hij heeft echter niet expliciet naar het olieverbruik geïnformeerd.
Een mededelingsplicht van een leek ten opzichte van een professional, zoals hier het geval, kan naar het oordeel van de kantonrechter niet snel worden aangenomen. [gedaagde] betwist het door ABD gestelde verbruik. Dit verbruik is niet vast komen te staan door enkel de eigen diagnose van ABD en de brief van ESA van 28 december 2012. De diagnose van ABD is gebaseerd op een rit die één van haar monteurs met de auto heeft gemaakt. Verder volgt uit de brief van ESA wel dat de motor (intern) slijtage vertoonde, maar niet dat dit voor [gedaagde], als particulier, kenbaar moet zijn geweest. Bovendien zijn de diagnose en de brief niet tot stand gekomen door onderzoek door een onafhankelijk deskundige. Andere feiten en omstandigheden die de gestelde mededelingsplicht zouden kunnen rechtvaardigen, zijn niet aangevoerd. Er is dan ook geen reden om in dit geval een uitzondering op de hoofdregel aan te nemen en een mededelingsplicht van [gedaagde] aan te nemen. Indien ABD zeker had willen weten dat de motor geen mankementen vertoonde, had zij naar het oordeel van de kantonrechter zelf nader onderzoek moeten verrichten. Dit mede gelet op de leeftijd van de auto - [gedaagde] heeft onweersproken aangevoerd dat de auto op moment van de inruil ongeveer tien jaar oud was - en het feit dat deze was geïmporteerd, waardoor een deel van de historie van de auto ontbrak. Dat zij dit uit kostenoverwegingen achterwege heeft gelaten, komt voor haar eigen rekening en risico.
4.3. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat ABD [gedaagde] ten onrechte niet deugdelijk in gebreke heeft gesteld. De brief van 11 mei 2012 houdt enkel een aansprakelijkstelling in. Dat ABD [gedaagde] in de gelegenheid heeft gesteld de auto zelf te laten onderzoeken en te laten repareren, is gesteld noch gebleken. ABD heeft weliswaar aangevoerd dat zij de auto snel diende te repareren, omdat zij deze aan een particulier had doorverkocht, maar hieruit volgt niet dat redelijkerwijs geen ingebrekestelling mogelijk was.
4.4. Aangezien ABD haar stellingen onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, wordt zij niet toegelaten tot bewijslevering.
4.5. De vordering wordt, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, afgewezen.
4.6. ABD wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten. Nu [gedaagde] geen gebruik heeft gemaakt van een gemachtigde,worden deze kosten begroot op nihil.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. wijst het gevorderde af;
5.2. veroordeelt ABD in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de kant van Van der
Velden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter mr. A.E.M. Overkamp op