ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0519
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.G. Vermeulen
- M.M. Lorist
- P.L. Alers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel in een strafzaak
In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 4 februari 2013 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot terugbetaling van wederrechtelijk verkregen voordeel door de veroordeelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, geboren in 1973 in Duitsland, zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, een bedrag van € 351.205,00 aan de Staat moet terugbetalen. Dit bedrag is gebaseerd op een voordeelsberekening die betrekking heeft op meerdere slachtoffers, waaronder [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8]. De berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is gedaan over verschillende periodes waarin de slachtoffers gedwongen werden tot seksuele handelingen, waarbij de rechtbank de door de officier van justitie voorgestelde bedragen en periodes heeft gevolgd, met enkele aanpassingen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die aanvankelijk was vastgesteld op € 391.205,00, verlaagd tot € 351.205,00 na het in aanmerking nemen van eerder toegekende bedragen aan benadeelde derden. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van wettige bewijsmiddelen en heeft de verplichting tot betaling aan de Staat opgelegd aan de veroordeelde, waarbij de rechtbank ook heeft aangegeven dat in geval van hoger beroep de gebruikte bewijsmiddelen zullen worden opgenomen in een aanvulling bij deze beslissing.