In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Nederland op 28 maart 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en de gemeente Tiel. [verzoeker] heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor letselschade die hij heeft opgelopen tijdens een zaalvoetbalwedstrijd op 30 oktober 2009 in de sporthal, die eigendom is van de gemeente. De gemeente had de sporthal verhuurd aan [bedrijf 1] en [verzoeker] betoogde dat de gemeente aansprakelijk was op grond van artikel 6:174 BW, dat de aansprakelijkheid van de bezitter van een opstal met een gebrek regelt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de aansprakelijkheid voor de gebreken van de sporthal niet bij de gemeente ligt, maar bij [bedrijf 1], de exploitant van de sporthal, op basis van de huurovereenkomst en de exploitatieovereenkomst die tussen hen zijn gesloten. De rechtbank heeft ook de andere grondslagen voor aansprakelijkheid, zoals artikel 6:74 BW en artikel 6:162 BW, verworpen. De rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] om de gemeente te veroordelen tot betaling van een voorschot op schadevergoeding afgewezen, omdat de aansprakelijkheid van de gemeente niet is komen vast te staan. De kosten van de procedure zijn begroot op € 3.956,66, maar ook dit verzoek is afgewezen omdat de gemeente niet aansprakelijk is gesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. S.C.P. Giesen.