Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
“door het horen van de getuigen en de deskundigen de vorderingen van [verweerder] in de bodemprocedure gemotiveerd kan weerleggen en haar eigen vorderingen beter kan onderbouwen en instellen”(zie onder 53 van het verzoekschrift)
.[verzoekster] heeft dit echter al gedaan, door verweer te voeren tegen de vorderingen van [verweerder] en door tegenvorderingen in te stellen. In haar antwoord en eis in reconventie heeft [verzoekster] reeds haar stellingen ingenomen. Kennelijk heeft [verzoekster] het niet nodig geacht om de uitkomst van een voorlopig getuigenverhoor (en voorlopig deskundigenverhoor) af te wachten alvorens dat zij haar stellingen innam. De rechtbank vindt dat [verzoekster] onvoldoende heeft onderbouwd dat zij er, nu de bodemprocedure zich reeds in een vergevorderd stadium bevindt én zij heeft gemeend haar stellingen reeds in te kunnen nemen, belang bij heeft om thans nog de door haar genoemde getuigen te horen.