ECLI:NL:RBOBR:2025:7304
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in civiele huurovereenkomst zaak afgewezen
In de zaak met procedurenummer 11869771 CV EXPL 25-6561 heeft de verzoeker, gedaagde in een huurovereenkomst, op 10 oktober 2025 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. E.C. Zandman, de rechter die de zaak behandelt. Dit verzoek volgde na een zitting op 8 oktober 2025, waar de verzoeker ontevreden was over de gang van zaken, met name over de vragen die gesteld werden, de documenten die wel of niet mochten worden overgelegd, en de hoeveelheid spreektijd die de eisende partij kreeg. De verzoeker voegde een huurovereenkomst toe aan zijn wrakingsverzoek ter onderbouwing van zijn stelling dat de rechter niet objectief heeft geoordeeld en dat er sprake was van vooringenomenheid.
De rechter reageerde op 13 oktober 2025 en gaf aan dat de beslissing om bepaalde producties niet toe te laten een rechterlijke beslissing is en geen grond voor wraking kan zijn. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat wraking niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procesbeslissingen van de rechter. De wrakingskamer oordeelde dat er geen concrete feiten of omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen, en er werd geen mondelinge behandeling van het verzoek noodzakelijk geacht. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 28 oktober 2025.