Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de akte overlegging nadere productie 4 van SGS,
2.Inleiding
3.De verdere beoordeling
€ 185.773,01 incl. btw(€ 102.850,- + € 93.125,84 - € 10.202,83);
€ 1.808.986,60 incl. btw(€ 1.566.986,60 + € 242.000,00);
€ 21.308,40 incl. btw(€ 23.159,40 - € 1.851,00)
€ 2.016.068,01 incl. btw.
onvoorzien asbestin de oorspronkelijke overeenkomst tussen SSH en [A] niet nodig was. Voor zover SGS bedoelt dat SSH met [A] afspraken had moeten maken over meerwerk voor
alle asbest die niet in Rapportage I stond, volgt de rechtbank SGS niet. SSH hoefde er bij haar overeenkomst met [A] immers niet van uit te gaan dat de asbestinventarisatie van SGS, afgezien van het onvoorziene asbest, niet volledig was. Daarbij komt dat, als een sloper al bereid zou zijn om een dergelijke meerwerkafspraak te maken, daar ook een prijskaartje aan zou hangen. De rechtbank oordeelt dat er causaal verband is tussen deze schade en de tekortkoming van SGS. Het maakt daarbij geen verschil of de betreffende sloop- en saneringswerkzaamheden door [A] of door [B] zijn uitgevoerd en in rekening gebracht.
“Voorbereidingsplanning wordt iets uitgerekt aangezien de startdatum iets opgeschort is.”De rechtbank leidt hieruit af dat in ieder geval vanaf 29 augustus 2017 bekend was dat de voorbereidingen voor de nieuwbouw konden worden opgeschoven omdat de start van de nieuwbouw was uitgesteld en dat het extra aangetroffen asbest voor dat uitstel de reden was.
€ 992.177,72(€ 1.077.505,00 : 1,086).
€ 1.177.950,73 incl. btw(€ 1.209.395,00 - € 31.444,27).
€ 185.773,01 incl. btw.
aangetroffen asbestin Rapportage I had moeten vermelden, met uitzondering van de asbesthoudende kit sandwichpanelen (F). SSH heeft de berekening van [F] en haar vordering daarop én op de drie overige bronnen onvoorzien asbest aangepast. Die berekening is door SGS onvoldoende gemotiveerd weersproken.
€ 185.773,01 incl. btw.
€ 1.548.804,84 incl. btw;
€ 171.004,76 incl. btw;
€ 75.020,00 incl. btw;
€ 14.157,00 incl. btw;
€ 1.808.986,60 incl. btw.
€ 1.808.986,60 incl. btw.
€ 21.308,40 incl. btw.
kennelijk onaanvaardbare gevolgenzou leiden (artikel 6:109 lid 1 BW). De rechtbank oordeelt dat in het Vliegtuigvleugelarrest waar SGS naar verwijst [1] sprake is van een andere situatie, omdat het daarin gaat om een risicoaansprakelijkheid (voor hulpzaken), terwijl het in deze zaak gaat om de schuldaansprakelijkheid van SGS. Naar het oordeel van de rechtbank heeft SGS ook voor het overige onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld die een beroep op matiging zouden kunnen doen slagen.