ECLI:NL:RBOBR:2025:563
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- G. de Jong
- Y. Mutsaers
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken recente machtiging in WOZ-zaak
Op 3 februari 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Eersel. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen recente machtiging was ingediend. Eiser, eigenaar van een woning, had beroep ingesteld tegen de WOZ-beschikking van 25 februari 2023, waarbij de WOZ-waarde op € 596.000 was vastgesteld. De rechtbank stelde vast dat de machtiging die door de gemachtigde was overgelegd, dateerde van vóór de WOZ-beschikking en niet specifiek was voor deze zaak. Dit leidde tot twijfel over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde.
De rechtbank had eerder, op 19 december 2024, verzocht om een recente machtiging, maar de gemachtigde had geen tijdige reactie gegeven. De rechtbank concludeerde dat de machtiging niet voldeed aan de eisen van artikel 8:24 van de Algemene wet bestuursrecht, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat het beroep niet-ontvankelijk was. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben het recht om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.