ECLI:NL:RBOBR:2025:507
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedaan op 3 februari 2025, wordt het beroep van [eiseres] B.V. tegen de beslissing van het UWV behandeld. Het UWV had een loonsanctie opgelegd aan [eiseres] omdat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht voor haar werknemer, die zich op 23 december 2020 ziek meldde. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft geconcludeerd dat [eiseres] niet genoeg heeft gedaan om de werknemer te re-integreren, ondanks dat de werknemer medische beperkingen had. De rechtbank stelt vast dat er mogelijkheden waren voor re-integratie, maar dat [eiseres] deze niet heeft benut. De rechtbank wijst erop dat de werkgever verantwoordelijk is voor de re-integratie van zijn werknemer, ook als er deskundigen zijn ingeschakeld. Het beroep van [eiseres] wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de loonsanctie in stand blijft. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers in het kader van re-integratie en de noodzaak om adequaat te reageren op adviezen van deskundigen.