ECLI:NL:RBOBR:2025:4861
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en beroep door feitelijk parkeerder
Op 1 augustus 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De eiser, een feitelijk parkeerder, had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven. De naheffingsaanslag, opgelegd op 4 maart 2025 aan [naam] B.V., bedroeg in totaal € 80,50, bestaande uit € 1,70 parkeerbelasting en € 78,80 aan naheffingskosten. De eiser stelde dat hij zijn auto had geparkeerd op een plaats voor elektrisch laden waar niet duidelijk was dat parkeergeld verschuldigd was. De rechtbank oordeelde echter dat de heffingsambtenaar terecht de naheffingsaanslag had opgelegd, omdat de parkeerplaats duidelijk was aangewezen als een plek waar tegen betaling geparkeerd moest worden. De rechtbank concludeerde dat de eiser, ondanks zijn argumenten, niet kon aantonen dat de naheffingsaanslag onterecht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiser geen gelijk kreeg en het griffierecht niet terugkreeg. De uitspraak werd gedaan door mr. A.F. Vink, rechter, in aanwezigheid van mr. L.T.H. Verhagen, griffier.