4.1.Omdat eisers het beroep niet tijdig beslissen terecht hebben ingesteld, ziet de rechtbank aanleiding om het college te veroordelen in de proceskosten. Onder het kopje “Conclusie en gevolgen” aan het einde van deze uitspraak wordt hierop een nadere toelichting gegeven.
Het beroep tegen het bestreden besluit en het wijzigingsbesluit
5. Op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit van rechtswege mede betrekking op het alsnog genomen besluit. Eisers hebben hiertegen beroepsgronden aangevoerd. Die zal de rechtbank hierna bespreken. Het beroep van eisers heeft op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb van rechtswege mede betrekking op het wijzigingsbesluit, nu partijen daarbij voldoende belang hebben.
6. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden:
De vergunninghoudster wenst een kringloopwinkel te exploiteren op het perceel [adres] te [plaats] (de locatie). Ter plaatse van de locatie geldt het Omgevingsplan gemeente Deurne (het omgevingsplan). Op grond van artikel 4.6 van de Invoeringswet Omgevingsrecht gold ten tijde van het bestreden besluit het bestemmingsplan “Bedrijventerreinen Deurne, Zuid en West” (het bestemmingsplan) als onderdeel van dat omgevingsplan. Op grond van het bestemmingsplan is aan de locatie de bestemming “Bedrijf” toegekend. Een kringloopwinkel past niet binnen die bestemming. Om de kringloopwinkel mogelijk te maken heeft het college bij besluit van 2 november 2022 een omgevingsvergunning verleend op grond van de artikelen 2.1, eerste lid, onder c, en 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo in samenhang gelezen met artikel 4, onderdeel 9, van Bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden:
1. De kringloopwinkel mag alleen op woensdag geopend zijn van 12.00 tot 16.00 uur en op zaterdag van 10.00 tot 14.00 uur.
2. Buitenopslag is niet toegestaan.
3. Er moeten 16 parkeerplaatsen aangelegd worden en deze moeten duurzaam in stand worden gehouden.
4. Er mag geen sprake zijn van laden en lossen van goederen, anders dan in de winkel gekochte spullen, tijdens de openingsuren van de winkel.
Met het besluit van 22 mei 2023 is een vijfde voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden. Dat voorschrift luidde:
5. Ondergeschikte detailhandel is toegestaan onder voorwaarde dat dit maximaal 20% van het vloeroppervlak of 20% van de totale omzet bestaat uit detailhandel niet zijnde perifere detailhandel.
De rechtbank heeft in de uitspraak van 10 mei 2024 geoordeeld dat voorschrift 5 rechtsonzeker is. Het college heeft ter zitting namelijk toegelicht dat het primair wil bezien welk percentage van het vloeroppervlak wordt gebruikt voor perifere detailhandel, maar dat is in voorschrift 5 niet tot uiting gebracht. Hierdoor is geen sprake van de door het college gewenste borging in de omgevingsvergunning dat de kringloopwinkel zich in hoofdzaak bezighoudt met perifere detailhandel. Het college heeft als gevolg hiervan onvoldoende gemotiveerd dat de kringloopwinkel op het perceel [adres] passend is. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat niet zonder meer begrijpelijk is dat het college zich heeft aangesloten bij de parkeernorm voor de functie “kringloopwinkel”, zodat niet voldoende is gemotiveerd dat in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. In dit geval heeft het college namelijk een omgevingsvergunning willen verlenen voor een bijzondere kringloopwinkel die zich in hoofdzaak bezighoudt met perifere detailhandel. Deze invulling is niet noodzakelijkwijs verdisconteerd in de parkeernorm voor de functie “kringloopwinkel”.
Met het bestreden besluit heeft het college de omgevingsvergunning in stand gelaten. Verder zijn met het bestreden besluit de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning toegevoegd:
5. De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat minimaal 72,5% van het totale verkoopvloeroppervlakte is voorbehouden aan perifere detailhandel. Maximaal 27,5% van het totale verkoopvloeroppervlakte mag worden gebruikt voor ondergeschikte detailhandel. De ondergeschikte detailhandel dient uitsluitend te worden uitgestald in het aangewezen deel van de winkel (verkoopruimte A), zoals weergegeven op 'Plattegrond met weergave verkoopvloeroppervlakte kringloopwinkel', welke onderdeel uitmaakt van de omgevingsvergunning.
6. De vergunninghouder is verplicht om tijdens de openingstijden van de kringloopwinkel minimaal twee gecertificeerde verkeersregelaars in te zetten. Eén verkeersregelaar dient zich op te stellen bij de ingang van het bedrijventerrein om gevaarlijke verkeerssituaties op het bedrijventerrein te voorkomen. De andere verkeersregelaar dient aanwezig te zijn op het parkeerterrein van de kringloopwinkel en dient ervoor te zorgen dat alle parkeerplaatsen op eigen terrein optimaal worden benut. Deze verkeersregelaars zijn verantwoordelijk voor het reguleren van de verkeersstroom.
Met het wijzigingsbesluit verduidelijkt het college dat bovengenoemde zes voorschriften gelden, en dat het vijfde voorschrift zoals was opgenomen in de beslissing op bezwaar van 22 mei 2023 is komen te vervallen.
Eisers zijn bedrijven die in dezelfde straat zijn gevestigd en vooral hinder ondervinden van auto’s die in de straat parkeren.
7. Eisers voeren aan dat in het bestreden besluit wordt gesproken over het toevoegen van voorschrift 5. Het toevoegen van voorschrift 5 zou betekenen dat het bestaande voorschrift 5 niet wordt vervangen maar naast het voorschrift 5 uit de beslissing van 2 november 2022 in de vergunning zou worden opgenomen. Dit betekent dat er 2 voorschriften met nummer 5 zijn en bovendien dat deze voorschriften niet met elkaar overeenkomen.