ECLI:NL:RBOBR:2025:3419

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
C-01-404081 - HA ZA 24-295
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in civiele zaak over aanneming van werk met gebreken en meerwerk

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, hebben eisers in conventie en verwerende partij in reconventie een overeenkomst van aanneming van werk gesloten met gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie. De eisers stellen dat de gedaagde de verbouwings- en renovatiewerkzaamheden niet naar behoren heeft uitgevoerd, wat heeft geleid tot schade. Eisers vorderen vervangende schadevergoeding van EUR 57.410,21 voor niet uitgevoerde en ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden, alsook schadevergoeding voor bijkomende schade. Gedaagde in conventie vordert in reconventie betaling van openstaande facturen en een verklaring voor recht dat eisers in schuldeisersverzuim verkeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde in conventie tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, maar dat er ook sprake is van schuldeisersverzuim aan de zijde van eisers. De rechtbank heeft een tussenvonnis gewezen, waarin zij heeft bepaald dat nadere inlichtingen nodig zijn om het toewijsbare bedrag vast te stellen. De rechtbank heeft de vorderingen van eisers deels toegewezen en de vorderingen van gedaagde in conventie deels afgewezen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en nadere akten.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/404081 / HA ZA 24-295
Vonnis van 11 juni 2025
in de zaak van

1.[eiser 1] ,2. [eiser 2] ,

beiden te [plaats] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ,
advocaat: mr. J.G.C. Scheurink,
tegen

1.[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] , H.O.D.N. [bedrijfsnaam gedaagde] ,

te [plaats] ,
advocaat: mr. R.R.H.J. Ramakers,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ,
2.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2],
te [plaats] ,
niet verschenen,
gedaagde partij in conventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte overlegging producties en vermeerdering van eis van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ;
- de akte van eisvermeerdering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ;
- de mondelinge behandeling van 17 maart 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De kern

[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] en [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] verbouwings- en renovatiewerkzaamheden aan de woning van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft verricht. Volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op diverse punten die werkzaamheden niet of niet zoals overeengekomen uitgevoerd. Hij vordert EUR 57.410,21 aan vervangende schadevergoeding. Ook stelt [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] bij de uitvoering van zijn werkzaamheden schade heeft veroorzaakt, die [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] moet vergoeden. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] is volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] naast [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] aansprakelijk, omdat hij zich heeft voorgedaan als bestuurder van de eenmanszaak van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] .
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] vordert na vermeerdering van eis in reconventie een verklaring voor recht dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in schuldeisersverzuim verkeert, betaling van het openstaande deel van de aanneemsom en betaling voor gesteld meerwerk. Ook stelt [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] een aanvullende vergoeding verschuldigd is wegens onvoorziene prijsstijgingen van materialen en vordert hij een verklaring voor recht in dat verband en betaling van een bedrag van EUR 35.000,00.
De tegen [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] ingestelde vorderingen zullen worden afgewezen. De overige vorderingen in conventie zijn deels toewijsbaar, evenals de vorderingen in reconventie. Omdat de rechtbank voor delen van de vorderingen nadere inlichtingen nodig heeft om het toewijsbare bedrag vast te stellen, zal een tussenvonnis worden gewezen en zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

3.Achtergrond

3.1.
Op 9 januari 2021 is tussen [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] en [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] een overeenkomst van aanneming van werk tot stand gekomen. De door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] geaccepteerde offerte van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] (hierna: de overeenkomst) vermeldt onder meer:
“Het werk bestaat kort gezegd uit het renoveren en aanbouwen, inclusief fundering, en technische installatie(1).
(…)
Hierbij onze opdrachtbevestiging voor de renovatie en aanbouw (…) zoals met u besproken. Uitgangspunt is de met u besproken en aangehechte offerte. Deze opdrachtbevestiging is gemaakt naar aanleiding van de tekeningen zoals door u gestuurd ten tijden van het overleg ter bevestiging op 09-01-2021.
Niet in de prijs opgenomen zijn onder andere:
(…)
- Sanitair en tegels (…) even als de zonnepanelen (wel opgenomen in de prijs is het installeren van de panelen zoals geleverd door de opdrachtgever)
Onderteken deze overeenkomst niet wanneer u :
(…)
- De Algemene voorwaarden niet heeft ontvangen.
3.2.
Bij de overeenkomst is een overzicht van de te verrichten werkzaamheden gevoegd, waarin onder meer is opgenomen:
“RUWBOUWWERKZAAMHEDEN.
(…)
Vloerisolatie 120mm PIR-
(…)
Tussenwanden niet dragend uitvoeren in Ytong
Houten buitenwanden incl. isolatie-
(…)
Underlayment dakbeschot met isolatie- 140mm p
(…)
Dampfolie aanbrengen-
Gevelbekleding hout conform voorbeeld foto
(…)
Isolatie met PIR platen 140mm
Overkapping
AFBOUW
Wanden gipsen-
(…)
Nieuwe plafonds maken met stucplaten-
(…)
INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN.
Gehele woning voorzien van nieuwe electrische installatie-
(…)
Hwa nieuwbouw in zink uitvoeren-
Begane grond en eerste verdieping voorzien van vloerverwarming,monteren t/m verdeler-
(…)
Gehele ventilatie badkamers en toiles monteren-
(…)
NIET INBEGREPEN.
Leveren sanitair-tegels-keuken-schilderwerk-warmtepomp en toebehoren-
spouwmuurisolatie-aanschaf zonnenpanelen en verdeler door opdrachtgever.”
3.3.
Op enig moment is discussie ontstaan over de omvang van de overeengekomen werkzaamheden. Op 5 mei 2022 heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onder meer het volgende geschreven:
“Meer-/minderwerk.
4. Extra zonnepanelen kunnen door ons worden geplaatst. Daarvoor zal een bedrag van
€ 350 exclusief btw per paneel in rekening worden gebracht.
5. De kosten van het leveren en plaatsen van de vensterbank beneden (gehele beneden
verdieping, 4 stuks, Eiken 25mm) is € 600 exclusief btw.
5.1
De kosten van het leveren en plaatsen van de vensterbanken op de eerste verdieping en
zolder (in totaal 6 stuks, waaronder enkele XXL - op verzoek uit 1 stuk-, Eiken 25mm) is
€ 800 exclusief btw.
7. De gevelbekleding met betrekking tot de eerste verdieping (tussen de kozijnen, l e
verdieping) kan worden geleverd en geplaatst voor een bedrag van € 2900 exclusief btw.
7.1
De boeiboorden voor de garage kunnen worden geleverd en geplaatst voor een bedrag
van € 1900 exclusief btw.
9. Minderwerk en meerwerk, gedurende de verbouwing heeft u aangegeven de eerste
verdieping te gaan verwarmen met airconditioners. (…)
Minderwerk € 1700 exclusief btw.
Meerwerk € 1900 exclusief btw.
Saldo meerwerk € 200 exclusief btw.
Dit onderwerp is reeds besproken. Daarbij heb ik het aanbod gedaan om een elektrische
verwarming in de badkamer te plaatsen. Daarbij zal de aansluiting achter de TV worden
gebruikt voor de benodigde stroom. U zou de verwarming aanleveren, de installatie zou ik
voor mijn rekening nemen.
10. Levering van ventilatoren:
- 2 x ventilator met vochtsensor = € 222 exclusief btw.
- 3 x ventilator = € 273 exclusief btw.
totaal € 495 exclusief btw. Door u nog te leveren de lichtsensoren.
11. Leggen van PVC-vloer, zoals besproken en overeengekomen, € 5000 exclusief btw.
13.1
verwijderen schoorsteen, € 975 exclusief btw.
13.2
afvoeren puin schoorsteen, pm.
13.3
herstel dak (verwijdering schoorsteen) en plaatsing door u geleverde nokvorsten en
hergebruik van dakpannen, inclusief huur dak-/noksteiger en overige materialen, € 780
exclusief btw.
13.4
verwijderen afvoerkanalen aansluitend op schoorsteen (eerste verdieping en zolder)
€ 350 exclusief btw.
(…)
Openslaande facturen.
Op dit moment staan de facturen (…) nog open. De betalingstermijn is reeds verstreken. Eerder zijn aan u herinneringen en aanmaningen verzonden. Daarnaast is aangegeven dat ik beroep doe op
het opschortingsrecht. (…)”
3.3.
Op 11 juli 2023 heeft TOP Expertise onderzoek verricht, waarbij beide partijen aanwezig waren. Zij heeft op 10 oktober 2023 een rapport opgemaakt van haar bevindingen (hierna: het rapport van TOP Expertise).

4.De beoordeling

in conventie
De vorderingen op [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] zullen worden afgewezen.
4.1.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] is niet verschenen in de procedure. De dagvaarding voldoet aan de daaraan gestelde eisen en tegen [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] wordt dus verstek verleend. De rechtbank zal de vorderingen tegen hem toch afwijzen, omdat deze haar ongegrond voorkomen (artikel 139 Rv). [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft namelijk onvoldoende feiten gesteld ter onderbouwing van zijn vordering op [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] . Het enkele feit dat de overeenkomst mogelijk ook door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] is geparafeerd, is onvoldoende om een overeenkomst met [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] aan te nemen. De vorderingen op [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 2] zijn daarom niet toewijsbaar.
oplevering
4.2.
Onder meer is in geschil of en, zo ja, wanneer het werk is opgeleverd. Volgens [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft hij het (oorspronkelijke) werk begin 2023 opgeleverd, en was er op dat moment alleen nog discussie over het meerwerk. Volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is het werk nooit opgeleverd.
Op grond van de overeenkomst is [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op het moment van oplevering de laatste termijnbetaling verschuldigd. Verder is op grond van artikel 7:758 lid 2 BW vanaf het moment van oplevering het werk voor rekening van de opdrachtgever. De wet geeft geen definitie van het begrip oplevering. Aangenomen wordt dat daarmee bedoeld wordt de keuring van het werk door opdrachtgever en aannemer, nadat de aannemer heeft aangegeven klaar te zijn met dat werk (artikel 7:758 lid 1 BW). Daarbij is niet vereist dat de opdrachtgever het volledige werk goedkeurt, ook een keuring met opleverpunten is een oplevering.
4.3.
Niet in geschil is dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] en [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op 16 februari 2023 het werk beoordeeld hebben, naar aanleiding waarvan [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] een rapport heeft opgemaakt, getiteld ‘oplevering’, en aan [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft toegezonden, met de opmerking ‘bij deze het officiële opleverdocument’. Op zitting heeft [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onweersproken toegelicht dat in februari 2023 alleen de openstaande punten zijn besproken maar nog niet de gestelde gebreken aan het uitgevoerde werk. Vaststaat dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in juli 2023 TOP Expertise heeft ingeschakeld om het werk te keuren, waarvan een rapport is opgemaakt. Verder is niet in geschil dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] al sinds eind 2021 in de woning woont.
Gelet op het voorgaande, stelt de rechtbank vast dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] begin 2023 heeft aangegeven dat het werk klaar was om opgeleverd te worden, waarna [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] het werk heeft laten keuren. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] het werk aanvaard heeft onder voorbehoud van de in het rapport van TOP Expertise genoemde gebreken, en dat het werk dus onder voorbehoud in 2023 is opgeleverd.
De verklaring voor recht dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] tekortgeschoten is zal worden afgewezen.
4.4.
De gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] tekort geschoten is in de nakoming van de overeenkomst zal worden afgewezen, omdat deze te algemeen geformuleerd is. Hierna zal namelijk komen vast te staan dat een deel van de overeengekomen werkzaamheden, waarop [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] de gevorderde verklaring voor recht baseert, wel (naar behoren) is uitgevoerd. Ook is onvoldoende onderbouwd gesteld dat een vertraging in de oplevering, als daar al sprake van is geweest, aan [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] toegerekend kan worden. In dat verband is ook van belang dat niet vast is komen te staan dat partijen een harde opleverdatum zijn overeengekomen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft weliswaar gesteld dat partijen een oplevertermijn van zes maanden zijn overeengekomen, maar dat heeft zij volstrekt onvoldoende onderbouwd in het licht van de gemotiveerde betwisting van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] De verklaring, zoals gevorderd, is daarom niet toewijsbaar.
De vordering tot betaling van vervangende schadevergoeding is deels toewijsbaar.
4.5.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] vordert [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] te veroordelen tot betaling van EUR 57.410,21 aan schadevergoeding. Deze vordering is gebaseerd op (I) werkzaamheden die [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet heeft uitgevoerd, (II) werkzaamheden die [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ondeugdelijk heeft uitgevoerd en (III) aanvullende schade die [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] stelt te hebben geleden door deze tekortkomingen. Deze vordering zal deels worden toegewezen.
De verbintenis tot nakoming is omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding.
4.6.
Voor wat betreft de werkzaamheden (I) en (II) geldt dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op 1 maart 2024 [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft medegedeeld in plaats van nakoming aanspraak te maken op vervangende schadevergoeding. Zoals hierna zal blijken heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] een deel van de werkzaamheden niet of niet goed uitgevoerd en verkeert hij in verzuim. Vast staat namelijk dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] onder meer op 16 december 2022 en 9 januari 2023 schriftelijk door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is aangemaand. Ook na het in opdracht van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] opgestelde rapport van TOP Expertise heeft [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op 23 oktober 2023 en op 21 november 2023 nog tot nakoming gemaand, waarbij hem steeds een redelijke termijn gegeven is om alsnog deugdelijk na te komen. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft ter zake ook geen verweer gevoerd. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat, voor zover komt vast te staan dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zijn werkzaamheden niet of niet goed heeft uitgevoerd, [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet langer hoeft na te komen, maar [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] vervangende schadevergoeding verschuldigd is.
4.7.
De rechtbank merkt over de omzettingsverklaring nog op dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet bevoegd zou zijn geweest tot omzetting, als op 1 maart 2024 nog sprake zou zijn geweest van schuldeisersverzuim, zoals [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] bepleit. Maar dat is niet het geval. Op 5 mei 2022 heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] in eerste instantie bevoegd zijn verplichtingen uit de overeenkomst opgeschort, omdat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] facturen niet voldeed. Niet is namelijk komen vast te staan dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] zich toen al op een opschortingsrecht beriep of mocht beroepen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is daarom door het niet nakomen van zijn verplichtingen tot betaling van de facturen van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] in schuldeisersverzuim komen te verkeren en [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] mocht vanaf dat moment de nakoming van zijn verplichtingen opschorten.
4.8.
Uit de stukken van het geding en hetgeen partijen over en weer aangevoerd hebben, blijkt echter dat partijen daarna, rond 18 mei 2022, een nadere afspraak hebben gemaakt. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zou de werkzaamheden hervatten, zodra [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] een bedrag van EUR 10.000,00 betaald zou hebben. Vast staat dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] deze betaling op 23 mei 2022 aan [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] gedaan heeft. Dat blijkt uit het snapshot van het betalingsbewijs dat door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is overgelegd bij conclusie van antwoord, waarin staat ‘conform afspraak dd 18-05-2022 laatste deelbetaling voor oplevering’. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] betwist dat deze afspraak is gemaakt, maar hij heeft die betwisting onvoldoende onderbouwd in het licht van de stukken. Zo verwijst [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op dit punt enkel naar correspondentie die dateert van voor mei 2022. Uit overgelegde mailcorrespondentie van mei 2022 (productie 2 bij de conclusie van antwoord) blijkt dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op 5 mei 2022 aangeeft dat hij zijn werkzaamheden opschort als hij geen betaling ontvangt. Maar vervolgens blijkt uit diezelfde correspondentie dat partijen een overleg plannen, waarna zij op 9 mei 2022 overlegd hebben, en dat zij daarna nog corresponderen over de verdere aanpak van een aantal zaken richting oplevering. Verder heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ter zitting aangegeven dat hij na zijn mail van 5 mei 2022 nog werkzaamheden heeft verricht en dat in februari 2023 het werk zou zijn opgeleverd, wat ook niet strookt met zijn stelling dat er geen aanvullende afspraak zou zijn gemaakt over hervatting van de werkzaamheden.
4.9.
Daarbij is nog van belang dat gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] na 23 mei 2022 zich nogmaals op opschorting heeft beroepen omdat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] een deel van de facturen niet had betaald. Aan het schuldeisersverzuim van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is dus een einde gekomen door de uitvoering van de aanvullende afspraak van 18 mei 2022 op 23 mei 2022, waarna [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet nogmaals in schuldeisersverzuim is komen te verkeren. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft op 1 maart 2024 dus bevoegd de verbintenis van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] omgezet in een verbintenis tot betaling van vervangende schadevergoeding.
I en II – onvolledige en gebrekkige nakoming door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1]
4.10.
De vordering tot vervangende en aanvullende schadevergoeding bestaat uit een groot aantal afzonderlijke schadeposten. De rechtbank zal deze post voor post beoordelen. Daarbij wordt de nummering aangehouden, die partijen in de processtukken ook hanteren.
a. De afwerking van de overkapping
4.11.
De vordering tot vervangende schadevergoeding voor het niet afwerken van de overkapping zal de rechtbank toewijzen, maar alleen voor zover het de gevelbekleding betreft. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft toegelicht dat hij ervan uit mocht gaan dat ruwbouw én afwerking van de overkapping was afgesproken. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft betoogd dat dit niet zo is, omdat de overkapping vermeld staat onder het kopje “ruwbouw” in de overeenkomst. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] gaat er daarbij echter aan voorbij dat onder hetzelfde kopje “ruwbouw” ook houten buitenwanden en gevelbekleding vermeld zijn, dus kennelijk betekent ruwbouw niet alleen het maken van een geraamte, zoals [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] stelt. In de overeenkomst is verder geen beperking opgenomen ten aanzien van de plaatsen waar de gevelbekleding al dan niet aangebracht zou worden, zodat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] er vanuit mocht dat ook op de overkapping gevelbekleding zou worden aangebracht. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] had dus ook bij de overkapping gevelbekleding moeten aanbrengen en is [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op dit punt vervangende schadevergoeding verschuldigd.
4.12.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft daarnaast te weinig onderbouwd gesteld om te kunnen concluderen dat verdere afwerking van de overkapping (het aanbrengen van plafonds en binnenwanden) ook onderdeel uitmaakte van de overeenkomst. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onderbouwt deze stelling namelijk vooral door erop te wijzen dat onder het kopje “afbouw” in de overeenkomst ook het gipsen van de wanden en het maken van nieuwe plafonds genoemd wordt, zonder dat dit beperkt wordt tot een bepaald deel van de woning. Daarom mocht hij, zo stelt hij, ervan uitgaan dat ook de afwerking van de overkapping onderdeel van de overeenkomst was. Maar dat overtuigt niet. Dat standpunt is namelijk niet te rijmen met door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] overgelegde rapport van TOP Expertise. Dat rapport geeft aan dat deze plafonds en de binnenzijde van de overkapping bekleed zouden worden met houten multiplex beplating, terwijl voor een overkapping een gipsen plafond ook niet voor de hand ligt. Voor [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] had dus duidelijk moeten zijn dat het gipsen van plafonds en binnenwanden geen betrekking had op de overkapping. Dit deel van de vordering van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] zal dus worden afgewezen.
4.13.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] moet dus vervangende schadevergoeding betalen, maar slechts voor de niet aangebrachte gevelbekleding van de overkapping. Het door TOP Expertise begrootte bedrag is echter niet uitgesplitst, zodat voor de rechtbank niet inzichtelijk is welk deel daarvan ziet op de gevelbekleding. Partijen dienen zich hierover nog uit te laten. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] wordt als eerste in de gelegenheid gesteld zich over dit punt bij akte uit te laten, waarna [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] hierop bij antwoordakte kan reageren. Daarna zal de rechtbank de kosten voor het alsnog aanbrengen van deze gevelbekleding vaststellen. Als zou blijken dat de gevelbekleding van de overkapping inbegrepen is in het bedrag onder c, is [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] geen aparte vergoeding verschuldigd voor deze gevelbekleding naast de vergoeding die onder c toegewezen zal worden.
b. De daktrimmen
4.14.
Vast staat dat op de nieuwbouw (de overkapping en de aanbouw) geen daktrimmen aangebracht zijn. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] stelt dat het aanbrengen van daktrimmen onderdeel van de overeenkomst is. Hij onderbouwt dat met de stelling dat afgesproken was dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] het dak zou maken en dat dit werk waterdicht afgeleverd zou worden, wat betekent dat ook daktrimmen moeten worden aangebracht.
Niet in geschil is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] het dakbeschot met isolatie en de dampfolie heeft aangebracht van de nieuwbouw, en dat deze werkzaamheden onderdeel uitmaakten van de overeenkomst. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft ook niet weersproken dat het dak waterdicht opgeleverd moest worden. Evenmin heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] weersproken dat de daktrimmen noodzakelijk zijn om een waterdicht dak te maken. Gelet hierop heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] onvoldoende onderbouwd, in het kader van zijn betwisting, dat de daktrimmen geen onderdeel uitmaken van de overeenkomst. Dat betekent dat daktrimmen aangebracht hadden moeten worden. Ook op dit punt is [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] vervangende schadevergoeding verschuldigd.
4.15.
Over de vervanging van de bestaande daktrim op de garage heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] onweersproken aangevoerd dat partijen het niet eens geworden zijn over de meerprijs van de specifieke daktrimmen die [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] daar wenste, terwijl de garage ook met de bestaande daktrimmen waterdicht is. Gelet daarop is dus niet vast komen te staan dat afgesproken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] die daktrimmen zou vervangen. Dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] deze niet vervangen heeft, is dan ook geen tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. TOP Expertise heeft de kosten voor het alsnog aanbrengen, danwel vervangen van de daktrimmen, begroot op EUR 1.535,00. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dit bedrag verder niet betwist. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft op zitting onweersproken aangevoerd dat de nieuwbouw (aanbouw plus overkapping) ongeveer 70% uitmaakt van het totale werk en de garage 30%. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat 70% van het gevorderde bedrag ziet op het aanbrengen van de daktrimmen op de nieuwbouw. De rechtbank begroot daarom de door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op dit punt verschuldigde vervangende schadevergoeding op
EUR 1.074,50.
c. De gevelbekleding
4.16.
Vast staat dat het aanbrengen van houten gevelbekleding onderdeel uitmaakt van de overeenkomst. Volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is de houten gevelbekleding voor de ramen in de voorgevel nog niet aangebracht. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] stelt zich op het standpunt dat die raambekleding niet hoefde te worden aangebracht. Volgens hem heeft [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ervoor gekozen om geen raambekleding aan te brengen toen zij de definitieve keuze voor de kozijnen maakte, die opgenomen waren als stelpost. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft daarop aangegeven dat de stelposten van de kozijnen echt alleen op de kozijnen zagen. Het gaat hier om de houten gevelbekleding tussen de ramen; die zou vervangen worden, zodat het hele huis dezelfde gevelbekleding zou hebben, aldus [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie]
4.17.
Gelet op het voorgaande heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] onvoldoende gemotiveerd betwist dat het aanbrengen van de gevelbekleding, zoals opgenomen in de overeenkomst, niet ziet op de raambekleding. Zonder verdere toelichting, die ontbreekt, is het niet logisch dat de raambekleding niet onder gevelbekleding zou vallen, gelet op de door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] gegeven toelichting. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] had dus gevelbekleding moeten aanbrengen voor de ramen en heeft dat niet overal gedaan waar dat moest gebeuren. De rechtbank begroot de kosten voor het alsnog aanbrengen van die gevelbekleding op het door TOP Expertise vastgestelde bedrag van
EUR 1.580,00. Dat bedrag is niet door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] betwist.
d. De hemelwaterafvoeren
4.18.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zowel de bestaande bouw als de aanbouwen moest voorzien van (nieuwe) hemelwaterafvoeren. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft gemotiveerd betwist dat hij ook de bestaande hemelwaterafvoeren moest vervangen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft zijn stelling niet nader onderbouwd, terwijl in de overeenkomst ook alleen de hemelwaterafvoeren van de nieuwbouw worden genoemd. Conclusie is dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ook de bestaande hemelwaterafvoeren moest vervangen. Van een tekortkoming van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is dan ook geen sprake. Dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
e. De spiegels in badkamer en toilet
4.19.
Niet in geschil is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de spiegels in de badkamer en het toilet niet heeft gemonteerd, terwijl dat wel onderdeel van de overeenkomst was. Hij stelt echter dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] de spiegels moest aanleveren en dat niet gedaan heeft. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] betwist dat niet. Uit de overeenkomst volgt ook dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] het sanitair zou aanleveren. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] kón dus niet nakomen en is daarom niet in verzuim. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] hoeft daarom op dit punt geen vervangende schadevergoeding te betalen.
f. De deur van het toilet op de begane grond
4.20.
Uit het in opdracht van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] opgestelde rapport van TOP Expertise blijkt dat de 83 centimeter brede deur, die door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] geleverd is, te breed is voor het (bestaande) kozijn van 82,5 cm. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft niet betwist dat de deur te breed is en ook niet aangevoerd op dat punt aan zijn waarschuwingsplicht te hebben voldaan. Hij heeft enkel aangevoerd dat de deur krom was (scheluw), en dat in overleg met [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is besloten om de deur toch te plaatsen om te kijken of de kromming zou verminderen. Maar hij heeft daarmee (dus) niet gereageerd op de conclusie van TOP Expertise.
De rechtbank komt daarom tot de conclusie komt dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] vervangende schadevergoeding voor de brede deur dient te betalen. TOP Expertise begroot dit deel van de schade op EUR 1.310,00.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] zou ook de rozet voor deze deur aanleveren en [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zou die vervolgens monteren. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft echter onweersproken gesteld dat hij de werkzaamheden al rechtsgeldig had opgeschort op het moment dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] de rozet aanleverde (zie hiervoor onder 4.5. en hieronder in reconventie). En gesteld noch gebleken is dat de rozet nadat het schuldeisersverzuim van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op 23 mei 2022 geëindigd was, maar voor de omzettingsverklaring op 1 maart 2024, nog geleverd is. Dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de rozet niet heeft gemonteerd, is daarom geen toerekenbare tekortkoming van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] en de schade als gevolg daarvan blijft voor rekening van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] De rechtbank begroot dit deel van de schade op EUR 50,00, zodat van het bedrag van EUR 1.310,00 een toewijsbaar bedrag van
EUR 1.260,00resteert.
g. De vloerverwarming in de badkamer op de eerste verdieping
4.21.
Het door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] aangenomen werk omvatte aanvankelijk ook het aanleggen van vloerverwarming op de gehele eerste verdieping. Maar ter zitting is als onweersproken vast komen te staan dat partijen vanwege de tegenvallende staat van de vloer hebben afgesproken dat de verwarming/koeling van de eerste verdieping met airconditioners zou gebeuren. Volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] gold deze wijziging echter niet voor de badkamer en zou die nog wel van vloerverwarming worden voorzien. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft dit punt echter onvoldoende onderbouwd in het licht van de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] . De rechtbank komt gelet hierop tot de conclusie dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet verplicht was tot aanleg van vloerverwarming in de badkamer op de eerste verdieping. Bij dat oordeel is relevant dat de gehele vloer op deze verdieping in slechte staat was, terwijl gesteld noch gebleken is dat dat voor de badkamer anders zou zijn. Verder wordt het ontbreken van vloerverwarming in de badkamer ook niet genoemd in het “opleverrapport”, terwijl daarin wel met zoveel woorden gesproken is over het installeren van een infrarood paneel in de badkamer. De rechtbank zal de vordering van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op dit punt daarom afwijzen.
i. Het plafond in het overstek bij de voordeur
4.22.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat het aanbrengen van het plafond in het overstek bij de voordeur onderdeel van de overeenkomst was, terwijl [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dit gemotiveerd betwist heeft. Het komt daarom niet vast te staan dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dit plafond had moeten aanbrengen. Er is dus geen sprake van een tekortkoming aan zijn zijde. De vordering van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op dit punt zal worden afgewezen.
k. De binnendeurkozijnen
4.23.
Niet in geschil is dat de binnendeurkozijnen (te) hoog afgesteld zijn en dat de deur naar de wasruimte aan de onderzijde 4 centimeter vrij hangt. Als onvoldoende onderbouwd weersproken staat vast dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de binnendeurkozijnen vervangen heeft, als meerwerk. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft erop gewezen dat de binnendeurkozijnen niet zijn opgenomen in de overeenkomst en dat de vervanging daarvan ook niet vanzelfsprekend was omdat deze nog goed waren. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft daarnaast aangevoerd dat de kozijnen zo gesteld zijn op instructie van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] , omdat er nog een PVC-vloer onder gelegd zou worden. Over het deurkozijn bij de wasruimte betoogt [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dat besproken is dat dit kozijn hoger gesteld zou worden, omdat daar een stalen deur zou komen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft het voorgaande onvoldoende betwist, zodat komt vast te staan dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de binnendeurkozijnen naar behoren, want conform instructie van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] , heeft geplaatst. Dit deel van de vordering is daarom niet toewijsbaar.
l. De afwerking van de trap
4.24.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft gesteld dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de trap niet goed heeft geplaatst, door deze niet waterpas en niet aansluitend aan de vloeren en muren te monteren. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] voert aan dat partijen hebben afgesproken dat de trap zo geplaatst/afgewerkt zou worden, omdat de zoldervloer niet waterpas/recht was, de PVC-vloer nog gelegd moest worden, speling van een aantal millimeters noodzakelijk is gelet op de werking van hout, en de wandaansluitingen van de trap nog afgekit dienden te worden. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft de gemotiveerde betwisting van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] onvoldoende weersproken, terwijl ook TOP Expertise opmerkt dat de trap nog door een derde/de schilder (niet zijnde [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ) afgekit moest worden. Daarom komt niet vast te staan dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] hier tekort geschoten is, zodat hij niet aansprakelijk is voor de door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] gevorderde herstelkosten.
n. De afwerking van de PVC-vloer
4.25.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] stelt dat de PVC-vloer op de begane grond naden en oneffenheden vertoont en niet goed aansluit op de vloerplinten. Dat blijkt ook uit het rapport van TOP Expertise en [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] erkent dat de PVC-vloer niet goed gelegd is. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] stelt nog dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet aan zijn klachtplicht voldaan heeft, doordat hij te laat over de gebreken aan de vloer geklaagd heeft. De rechtbank passeert dit beroep, nu uit de stukken blijkt dat de vloer in december 2021 gelegd is, terwijl [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in maart 2022 al vraagt om herstel van de PVC-vloer (productie 6 bij dagvaarding). [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] biedt aan dit alsnog te verhelpen, maar dat is te laat, gelet op de vervangende schadevergoeding die nu wordt gevorderd. TOP Expertise heeft de herstelkosten begroot op
EUR 1.390,00. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dit bedrag niet betwist, zodat de rechtbank daarbij aansluit.
p. De gevelbekleding
4.26.
De door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] aangebrachte houten gevelbekleding is op meerdere plekken gescheurd. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] stelt dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] bij de bevestiging van de gevelbekleding op meerdere plekken in strijd met, kort gezegd, de regels van goed vakmanschap gehandeld heeft. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onderbouwt dat met het rapport van TOP Expertise. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dat rapport op dit punt onvoldoende gemotiveerd betwist. Hij heeft erkend dat er een aantal scheuren in het hout zit en dat de gebruikte nagels licht verdiept zijn, maar dat is volgens hem niet onoverkomelijk gelet op de eigenschapen van hout. Hij heeft daarmee echter onvoldoende gereageerd op de conclusies van TOP Expertise dat op meerdere punten niet is voldaan aan de houtwijzer van Centrum Hout. Niet alleen gaat het, volgens TOP Expertise, om een groot aantal scheuren, maar ook om aanwezige stuuknaden, nagels die in het hout zijn gedreven, nagels die niet horizontaal op een lijn zijn aangebracht, geen volledige nageling etc., waarmee niet is voldaan aan de eisen die worden gesteld door Centrum Hout. Gelet hierop, komt dus vast te staan dat sprake is van een tekortkoming ten aanzien van de gevelbekleding. De rechtbank sluit aan bij het door TOP Expertise ter zake begrote bedrag van
EUR 5.510,00aan herstelkosten. Dit bedrag is door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet betwist.
r. De garagedeur
4.27.
Niet in geschil is dat de door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] geïnstalleerde garagedeur niet goed sluit als gevolg van een te korte cilinder en een te korte sluitplaat. Vanwege de houten gevelbekleding was er een langere cilinder nodig. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft wel de aanwezige cilinder provisorisch verlengd, maar deze is nog steeds te kort. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dus een niet sluitende deur afgeleverd. Er is daarom sprake van een gebrek. Dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] , zoals [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ter zitting heeft aangevoerd, de cilinder in een later stadium zou vervangen door een elektronische cilinder doet hieraan niet af. De rechtbank begroot de herstelkosten op het door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] gestelde bedrag van
EUR 335,00, dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet heeft betwist.
s. Het stucwerk van de berging
4.28.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft aangevoerd dat de beschadiging in het stucwerk in de berging van later datum is dan het “opleverrapport”. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft dat niet weersproken, zodat de rechtbank daarvan uitgaat. Deze beschadiging is dus niet door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] veroorzaakt. Hij hoeft hiervoor geen schadevergoeding te betalen en dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
t. De afwerking van de zolderdeur
4.29.
Niet in geschil is dat de binnendeur op de overloop op zolder en de vloer van de zolder beschadigd zijn en dat die beschadigingen te wijten zijn aan het gebruik van een holle deur in combinatie met het wegzagen of wegschaven van randhout. Deze deur is door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] aangeleverd. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] meent dat hij daarom niet aansprakelijk is voor de gevolgen daarvan. Hij voert in dat verband aan dat er overleg heeft plaatsgevonden, waarbij hij heeft aangegeven liever een andere deur te bestellen dan de inferieure holle deur en – als meerwerk – de bestaande zoldervloer die scheef was te willen egaliseren, waarmee aanlopen voorkomen zou worden. Dat egaliseren wilde [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet. Om te voorkomen dat de deur aanliep, is toen als oplossing gekozen voor het wegschaven van een deel van de deur. Uit het rapport van TOP Expertise blijkt dat de schade vooral veroorzaakt is doordat de beplating is gaan scheuren na het wegschaven van het randhout. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dit niet betwist. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat het wegschaven van randhout van een holle deur niet goed mogelijk is en tot schade aan de deur heeft geleid. Dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] hiervoor heeft gewaarschuwd is gesteld noch gebleken. Zo heeft hij niet gesteld [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] er op te hebben gewezen dat als een deel van die deur wordt weggeschaafd er een risico op scheuren van de beplating is.
De gevolgen van het gebruik van de holle deur zonder randhout blijven daarom op grond van de wet, art. 7:760 lid 2 BW, voor rekening van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] . Dit deel van de vordering zal dus worden toegewezen. TOP Expertise heeft deze schade begroot op EUR 765,00. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dat bedrag niet betwist, zodat de rechtbank deze schade ook op
EUR 765,00begroot.
u. De ventilator in het toilet op de eerste verdieping
4.30.
In het toilet op de eerste verdieping is geen ventilator geïnstalleerd, terwijl [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dat op grond van de overeenkomst wel had moeten doen. Maar [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft onweersproken gesteld dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] deze ventilator zou leveren en dat niet gedaan heeft. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] kon dus niet nakomen en is niet in verzuim komen te verkeren, zodat hij op dit punt geen vervangende schadevergoeding hoeft te betalen.
v. De aansluiting van de trap op de begane grond
4.31.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] verplicht was de afwerking van deze trap te verzorgen. Ook TOP Expertise vermeldt dat deze afwerking door een schilder gedaan had moeten worden en niet tot de werkzaamheden van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] behoort. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft verder aangevoerd dat ook de afwerking van de gipsplaat op de wand bij de trap tot de werkzaamheden van de schilder behoort. Dat heeft [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet weersproken, zodat niet vaststaat dat de afwerking van de trap (waaronder de gipsplaat) tot de werkzaamheden van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] behoorde. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is dus niet aansprakelijk voor de schade door een gebrekkige uitvoering daarvan. Dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
y. De lekkage in de badkamer op de begane grond
4.32.
Niet in geschil is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] werkzaamheden aan het dak van de garage heeft verricht. Volgens TOP Expertise zitten er openingen in de naad tussen de plakplaat van de ventilator en de dakbedekking. Vermoedelijk is hierdoor een lekkage ontstaan, waarna [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de naad opnieuw heeft gekit, aldus het rapport. De plakplaat is volgens Top Expertise echter niet goed aangebracht. Er is slechts een bitumen emulsie om de rand van de plakplaat gesmeerd. Door werking van materialen kan de naad dan open gaan staan. Volgens de aangehaalde vakrichtlijnen van VEBIDAK (branchevereniging van bitumineuze en kunststof dakbedekkingsbedrijven) moet de plakplaat daarom volledig worden ingeplakt met een bitumen laag.
4.33.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft het voorgaande onvoldoende gemotiveerd betwist. Hij heeft enkel betwist dat er een lekkage is (geweest), maar heeft niet gereageerd op deze conclusie van het rapport. De tekortkoming door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] komt daarom vast te staan. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dient vervangende schadevergoeding te betalen voor de gebrekkige plakplaat en dit deel van de vordering zal daarom worden toegewezen. TOP Expertise heeft deze schade begroot op EUR 340,00. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dat bedrag niet betwist, zodat de rechtbank deze schade ook op
EUR 340,00begroot.
z. De lekkage van de douchekop
4.34.
De douchekop van de douche op de begane grond lekt. TOP Expertise kan niet vaststellen waar de lekkage zich precies bevindt en wat daarvan de oorzaak is. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft onderbouwd betwist dat de lekkage aan hem toerekenbaar zou zijn. Hij voert daartoe aan dat uit het rapport van TOP Expertise blijkt dat kalkaanslag zichtbaar is aan de bovenzijde van de douchekop en dat dit duidt op een gebrek ontstaan door gebruik van de douchekop, de plafondstang en/of de koppeling. Dat gebrek is dus niet ontstaan door een gebrekkige uitvoering van de overeenkomst door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] . [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft de betwisting door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet weersproken en zijn stelling op dit punt niet nader onderbouwd. Daarom komt niet vast te staan dat sprake is van een gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op dit punt. De gevorderde herstelkosten zullen dan ook worden afgewezen.
aa. De afwerking van het plafond in de slaapkamer
4.35.
Ter zitting is gebleken dat de afwerking van dit plafond niet behoorde tot [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] werkzaamheden, maar tot de werkzaamheden van de schilder. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is dan ook niet aansprakelijk voor de gebrekkige uitvoering van die werkzaamheden. Dit deel van de vordering zal worden afgewezen.
III De aanvullende schadevergoeding
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is niet aansprakelijk voor de schade aan de auto van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie]
4.36.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] vordert vergoeding van schade aan zijn auto. Hij stelt dat bij het storten van puin in een container door (medewerkers van) [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] (kleine) stukken puin tegen zijn auto zijn gekomen en daarbij lakschade hebben veroorzaakt en een sierlijst hebben beschadigd. De herstelkosten bedragen volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] EUR 1.758,46, inclusief BTW. Ter onderbouwing verwijst hij naar een schadecalculatie van
Broekhuis Autoschade Zeist van 25 juni 2021. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] betwist de gestelde toedracht en beroept zich erop dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] zijn auto niet zo dicht bij de puincontainer had moeten parkeren (eigen schuld). Dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] met zijn verzekeraar overleg heeft gehad over eventuele vergoeding van deze schade, is onvoldoende onderbouwing van de stelling dat (medewerkers van) [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de schade heeft of hebben veroorzaakt. Daarbij speelt ook een rol dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] erop heeft gewezen dat zijn verzekeraar de claim heeft afgewezen, omdat de toedracht van de schade onvoldoende duidelijk was.
4.37.
Dit deel van de vordering zal daarom worden afgewezen. De rechtbank is van oordeel dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat deze schade veroorzaakt is door verwijtbaar handelen of nalaten van (medewerkers van) [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] .
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is ook niet aansprakelijk voor de schade door de verstopte leiding in december 2021.
4.38.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] vordert vergoeding van de kosten die hij heeft moeten maken om een verstopping in een afvoer in de badkamer te verhelpen. Die kosten bestaan uit loodgieterskosten en een bedrag voor nieuwe tegels. Volgens [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] verantwoordelijk voor het ontstaan van die verstopping. Dit deel van de vordering zal worden afgewezen. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft in zijn conclusie van antwoord namelijk gemotiveerd betwist dat de verstopping hem toe te rekenen is. Hij voert daartoe aan dat uit het destructieve onderzoek dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft laten uitvoeren geen oorzaak van de verstopping gebleken is. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft zijn stellingen op dit punt niet nader onderbouwd, zodat niet komt vast te staan dat de verstopping is veroorzaakt door handelen of nalaten van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] .
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zal worden veroordeeld tot vergoeding van de schade door de verstopping in december 2023.
4.39.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] vordert vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van een verstopping in het riool in december 2023. Hij stelt dat deze verstopping veroorzaakt is doordat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft nagelaten een stuk rioolbuis, dat vervangen had moeten worden, te vervangen. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dat niet betwist, zodat komt vast te staan dat deze verstopping aan hem toegerekend moet worden. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zal worden veroordeeld de schade als gevolg van deze verstopping te vergoeden. De rechtbank begroot deze schade op het door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] gestelde bedrag van
EUR 588,70. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dat bedrag niet betwist.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] hoeft geen schade te vergoeden voor de gestelde vertraagde installatie van de zonnepanelen.
4.40.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft gesteld dat afgesproken was dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] op 14 maart 2022 de zonnepanelen zou installeren en dat hij dit pas in oktober 2022 gedaan heeft. Hij vordert daarom een vergoeding voor de gemiste energieopbrengsten in de periode tussen 14 maart en oktober 2022. De rechtbank zal dit deel van de vordering van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] afwijzen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft zijn stellingen op dit punt namelijk onvoldoende onderbouwd, zeker bezien in het licht van de gemotiveerde en onderbouwde betwisting van deze stellingen door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] . [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft gemotiveerd betwist dat een uiterste datum voor de installatie overeengekomen is, terwijl vaststaat dat begin maart 2022 het aantal te leggen panelen door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] nog eenzijdig is gewijzigd van 35 of 36 naar 66 (zie ook in reconventie), waardoor veel meer tijd nodig was voor installatie dan oorspronkelijk het geval was. De panelen en het materiaal die nodig waren voor de installatie zijn ook pas na dit besluit besteld. Verder was er in elk geval op 5 mei 2022 nog geen overeenstemming over de prijs van dit meerwerk. Ook heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] onweersproken betoogd dat het merendeel van de te leggen panelen desondanks ruim voor oktober 2022 geïnstalleerd was. Al met al stelt [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] te weinig om tot de conclusie te komen dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de panelen te laat geïnstalleerd heeft.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] moet de kosten voor het deskundigenrapport betalen.
4.41.
De kosten voor het deskundigenrapport,
EUR 3.025,00, zijn redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid en komen op grond van artikel 6:96 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking. Dit deel van de vordering zal daarom worden toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf datum dagvaarding, nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] ter zake eerder in verzuim is komen te verkeren.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] moet buitengerechtelijke incassokosten betalen.
4.42.
De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen, conform het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft voldoende onderbouwd gesteld dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De beslissing over de hoogte van de toe te wijzen vergoeding (hetgeen afhankelijk is van het uiteindelijk toe te wijzen bedrag) zal worden aangehouden tot de rechtbank eindvonnis in deze zaak zal wijzen.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] moet wettelijke rente betalen.
4.43.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zal worden veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het nog toe te wijzen bedrag vanaf de datum van de dagvaarding, omdat niet is komen vast te staan dat hij vanaf 1 september 2021 of eerder al in verzuim verkeerde.
De proceskosten
4.44.
De rechtbank houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in deze zaak.
in reconventie
4.45.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] vordert – samengevat - betaling van openstaande facturen (d.d. 17 maart 2022 voor de één na laatste termijnbetaling, openstaand tot EUR 8.105,00, en een correctiefactuur d.d. 14 maart 2022 voor EUR 2.700,00), voor recht te verklaren dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in schuldeiserverzuim verkeert en dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] moet betalen voor uitgevoerd meerwerk ad EUR 55.401,55. Ook vordert [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] een verklaring voor recht dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden een vergoeding aan [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] wegens gewijzigde omstandigheden verschuldigd is. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] vordert dat die vergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van EUR 35.000,00 en vordert betaling daarvan door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie]
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] moet de facturen betalen (I en II).
4.46.
De vordering tot betaling van de twee openstaande facturen zal worden toegewezen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] betwist de verschuldigdheid van deze facturen niet, maar stelt nog niet tot betaling verplicht te zijn, omdat hij zijn verplichtingen in dat verband rechtsgeldig opgeschort zou hebben. De rechtbank volgt [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in deze stelling. Partijen hebben ten aanzien van deze betalingen en het (schuldeisers)verzuim van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] een nadere afspraak gemaakt (zie de beoordeling in conventie). [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] voert aan dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] met deze afspraak heeft ingestemd met opschorting door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] van de betaling van het restant van de openstaande bedragen totdat de werkzaamheden zouden zijn afgerond. Dat heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet onderbouwd weersproken, zodat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] de betaling van het restant van deze facturen mag opschorten tot na uitvoering van de veroordelingen in conventie. Hiervoor is immers op een aantal punten een tekortkoming vastgesteld in verband met niet uitgevoerde werkzaamheden, waarvoor vervangende schadevergoeding is toegewezen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] moet daarna ook zijn deel van de overeenkomst nakomen en aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. In dat verband doet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ook een beroep op verrekening met de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] in reconventie, waarop bij eindvonnis zal worden ingegaan. Het gevorderde onder I en II zal worden toegewezen.
De rechtbank verklaart niet voor recht dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in schuldeisersverzuim verkeert.
4.47.
Op 5 mei 2022 heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] bevoegd zijn verplichtingen uit de overeenkomst opgeschort, omdat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] facturen niet voldeed. Vast is komen te staan dat partijen over dit schuldeisersverzuim een nadere afspraak hebben gemaakt en dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] deze nadere afspraak is nagekomen door het doen van een deelbetaling op 23 mei 2022. Het schuldeisersverzuim van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is daarmee geëindigd. Daarbij is ook van belang dat gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] na 23 mei 2022 zich nogmaals op opschorting heeft beroepen omdat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] een deel van de facturen nog niet had betaald (zie ook rechtsoverwegingen 4.8-4.9 in conventie hiervoor). Het schuldeisersverzuim van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] is dus op 23 mei 2022 geëindigd. De gevorderde verklaring voor recht zal dan ook worden afgewezen.
De gevorderde verklaring voor recht over het meerwerk zal worden afgewezen.
4.48.
De gevorderde verklaring voor recht dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] gehouden is het door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] in opdracht van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] uitgevoerde meerwerk te betalen is niet toewijsbaar, omdat deze te algemeen geformuleerd is. Uit de wet volgt immers dat in geval van meerwerk niet zonder meer een betalingsverplichting bestaat voor de opdrachtgever. Dat wordt hieronder toegelicht.
Maar voor een deel van het meerwerk moet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] wel betalen.
4.49.
Meerwerk zijn toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk. Als een aannemer voor zijn opdrachtgever meerwerk uitvoert, kan hij op grond van artikel 7:755 BW in beginsel alleen een verhoging van de prijs vorderen, als hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging. Dat kan alleen anders zijn in de situatie dat de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen. Daarvoor is niet nodig dat de aannemer de opdrachtgever inzicht heeft gegeven in de omvang van de prijsverhoging dan wel de (concreet) te verwachten meerkosten (HR 01-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:989). Het is aan de opdrachtgever om, nadat hij tijdig door de aannemer is gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging of indien hij die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, in overleg te treden met de aannemer over de prijsverhoging en dan te beslissen of hij het meerwerk wil opdragen. Daarnaast is artikel 7:752 BW ook van toepassing op meerwerk (HR 01-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:989). Dat betekent dat als meerwerk afgesproken is waarvoor geen prijs bepaald is, maar de opdrachtgever de noodzaak voor een prijsverhoging behoorde te begrijpen, de opdrachtgever de aannemer een redelijke prijs verschuldigd is. Bij de vaststelling van die redelijke prijs spelen onder meer een rol de prijzen die de aannemer normaal gesproken in rekening brengt voor dergelijke werkzaamheden en de door de aannemer gewekte verwachtingen in dat verband.
4.50.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft als verweer gevoerd dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] nooit facturen heeft gestuurd ten aanzien van het meerwerk, en dat daarom geen sprake is van verzuim (of opeisbaarheid, zo begrijpt de rechtbank). [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft op zitting toegelicht dat hij geen facturen meer heeft gestuurd omdat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] aangaf niets meer te willen betalen, en het btw-technisch niet handig was om dan al wel facturen te sturen. Volgens hem maakt dat ook niet uit voor de vordering. Het meerwerk is immers uitgevoerd en daarvoor moet worden betaald. De rechtbank begrijpt dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zich op het standpunt stelt dat de vordering in reconventie wel opeisbaar is.
4.51.
Artikel 6:38 BW, dat ziet op de opeisbaarheid van een verbintenis, bepaalt dat indien geen tijd voor de nakoming is bepaald, de verbintenis terstond kan worden nagekomen en terstond nakoming kan worden gevorderd. Gesteld noch gebleken is dat partijen een betalingstermijn zijn overeengekomen ten aanzien van het meerwerk. Zoals hierna onder rechtsoverweging 4.67-4.69 zal worden geoordeeld, is niet vast komen te staan dat de algemene voorwaarden ter hand zijn gesteld, en worden deze daarom buiten beschouwing gelaten. Er is daarom sprake van een situatie als bedoeld in artikel 6:38 BW, zodat terstond nakoming kan worden gevorderd, waarmee de opeisbaarheid onmiddellijk intreedt.
Voor de veroordeling tot nakoming is verzuim niet vereist (zie artikel 6:38 BW).
Het verweer van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] slaagt daarom niet.
1. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] moet [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] betalen voor de plaatsing van extra zonnepanelen.
4.52.
Het aantal te installeren zonnepanelen is door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] aangepast van 35 naar 66, waarna partijen overleg hebben gehad over de prijs van dit meerwerk. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft terzake aangevoerd dat een totaalprijs voor de extra te leggen zonnepanelen van EUR 910,00 overeengekomen is. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft echter gemotiveerd betwist met deze prijs ingestemd te hebben en geeft aan een prijs van EUR 350,00 per extra te leggen paneel voorgesteld te hebben. Partijen hebben dus over de prijs voor dit meerwerk gesproken, maar daarover geen overeenstemming bereikt. Dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] de noodzaak voor een prijsverhoging als gevolg van dit meerwerk begreep staat hiermee echter wel vast. Op grond van artikel 7:752 BW moet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] voor dit meerwerk dan een redelijke prijs betalen. De rechtbank is niet voldoende voorgelicht om deze redelijke prijs te bepalen, ook omdat geen van de genoemde prijzen haar redelijk voorkomt. Partijen dienen zich hierover dus uit te laten. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] wordt als eerste in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over een redelijke prijs voor het leggen van 31 extra zonnepanelen, waarna [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] hierop bij antwoordakte kan reageren.
2. Ook voor de vensterbanken op de eerste verdieping moet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] betalen.
4.53.
Op basis van wat partijen hierover onder meer ter zitting verklaard hebben, komt de rechtbank tot het oordeel dat hier sprake is van overeengekomen meerwerk. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft onderbouwd gesteld dat partijen over deze vensterbanken aanvullende afspraken gemaakt hebben, waarbij expliciet de uitvoering daarvan aan de orde is geweest – deze moest namelijk hetzelfde zijn als de muurbureaus en de trap. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft die gestelde afspraken niet betwist maar daartegenover slechts aangevoerd dat hij ervan uit mocht gaan dat verwijdering van de oude vensterbanken zonder meer plaatsing van nieuwe omvatte. Hieraan gaat de rechtbank voorbij. Algemeen bekend is dat nieuwe vensterbanken kostbaar zijn, zeker als het gaat om eikenhouten vensterbanken zoals hier het geval is. Daarbij geldt dat voor bijvoorbeeld de trappen en de plafonds in de overeenkomst naast verwijdering daarvan expliciet plaatsing van nieuwe opgenomen is, terwijl dat ten aanzien van de vensterbanken niet het geval is. Hier is dan ook sprake van meerwerk, en wel van zodanige aard dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] had moeten begrijpen dat hij daarvoor zou moeten betalen. Op grond van artikel 7:752 BW moet hij [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] voor dit meerwerk een redelijke prijs betalen. Ook over deze redelijke prijs dienen partijen zich in hun akte uit te laten.
3. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] hoeft niet extra te betalen voor de gevelbekleding op de eerste verdieping.
4.54.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft aangevoerd dat het aanbrengen van houten gevelbekleding voor het hele huis onderdeel van de overeenkomst is. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft mede in het licht van de tekst van de overeenkomst onvoldoende onderbouwd gesteld dat de gevelbekleding op de eerste verdieping daar niet onder valt. Dat hier sprake is van meerwerk komt daarom niet vast te staan en de rechtbank zal dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] afwijzen.
4. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] hoeft niet extra te betalen voor de boeiboorden op de garage.
4.55.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft onvoldoende gesteld om te concluderen dat hij [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging voor de plaatsing van deze boeiboorden. Hij heeft dus niet voldaan aan zijn waarschuwingsplicht ten aanzien van de noodzaak van een prijsverhoging voor dit meerwerk. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] hoefde die noodzaak ook niet te begrijpen. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft aangevoerd dat een leek als hij mocht begrijpen dat boeiboorden deel zijn van de gevelbekleding c.q. afwerking van het dak. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dat niet weersproken, zodat de rechtbank daarvan uitgaat. Dat betekent dat, als hier al sprake is van meerwerk, daarvoor op grond van de wet geen aanvullende betalingsverplichting bestaat.
5. Ook voor de verwarming van de eerste verdieping hoeft [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet bij te betalen.
4.56.
Vast staat - zie ook de beoordeling in conventie - dat partijen overlegd hebben over de wijziging van de wijze van (koelen en) verwarmen van deze verdieping. In plaats van de overeengekomen vloerverwarming zijn airconditioners geïnstalleerd. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft aangegeven dat dit meerwerk betrof, waarvoor bijbetaald moest worden bovenop het bedrag dat oorspronkelijk (voor de vloerverwarming) begroot was. Dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] de noodzaak voor een prijsverhoging ten opzichte van de oorspronkelijke situatie met vloerverwarming had moeten begrijpen ligt niet voor de hand. Daarbij is relevant dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zelf in zijn brief van 5 mei 2022 een deel van dit werk juist classificeert als minderwerk, waarna slechts EUR 200,00 aan meerwerksaldo resteert. Voor [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] zal niet zonder meer vooraf helder zijn geweest dat hier een positief saldo en dus een noodzaak tot bijbetaling zou overblijven. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] had daarover dus van tevoren duidelijkheid moeten geven en dat heeft hij niet gedaan. Voor deze wijziging in de opdracht is daarom geen extra betalingsverplichting ontstaan en dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zal daarom worden afgewezen.
6. Voor de levering en plaatsing van ventilatoren moet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] bijbetalen.
4.57.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft onderbouwd gesteld dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] hem opdracht heeft gegeven vijf ventilatoren met ingebouwde vochtsensor te leveren en te plaatsen, waarbij gesproken is over een prijs voor deze ventilatoren. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft het voorgaande onvoldoende weersproken. Dat deze ventilatoren waren inbegrepen in de overeenkomst, is onvoldoende gebleken. Ter zitting is daarentegen gebleken dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] er zelf feitelijk ook vanuit ging dat de ventilatoren onder sanitair vielen en dus door hem besteld zouden worden. Voor [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] was dus duidelijk dat de levering en plaatsing van deze ventilatoren door [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] meerwerk was, waarvoor een bijbetalingsverplichting bestond. Partijen hebben over de hoogte van deze bijbetalingsverplichting alleen geen overeenstemming bereikt. Ook over deze redelijke prijs dienen partijen zich in hun akte uit te laten.
7. Ook voor het leggen van de PVC-vloer, inclusief ondervloer, moet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] bijbetalen.
4.58.
Partijen hebben over het leggen van deze vloer, met Estrich ondervloer, als meerwerk gesproken. Zij hebben daarbij ook over de prijs gesproken. Voor [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] was dus duidelijk dat het leggen van deze vloer, inclusief ondervloer, meerwerk was, waarvoor een bijbetalingsverplichting bestond. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] voert weliswaar aan dat EUR 5.000,00 is overeengekomen als prijs voor dit meerwerk, het leggen van de vloer inclusief ondervloer. Dat heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] echter gemotiveerd betwist, onder meer met de stelling dat de Estrich ondervloer alleen al een paar duizend euro zou kosten. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft dat vervolgens onvoldoende weersproken, zodat niet komt te staan dat partijen voor dit meerwerk een prijs overeengekomen zijn. De rechtbank zal daarvoor dus de redelijke prijs dienen te bepalen. Ook over deze redelijke prijs dienen partijen zich in hun akte uit te laten.
8. Ook de verwijdering van de schoorsteen komt voor rekening van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie]
4.59.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] stelt dat de verwijdering van de schoorsteen, inclusief verwijdering van de afvoerkanalen en het daarna aanhelen van de vloeren, niet onder de overeenkomst valt, maar meerwerk is, waarvoor bijbetaald moet worden. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft ter zitting aangevoerd dat conform tekeningen van zijn architect gewerkt moest worden. Dat heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet weersproken en blijkt ook uit de tekst van de overeenkomst, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat het overeengekomen werk ook vastligt in deze tekening. Op de tekening van de door [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ingeschakelde architect stond een schoorsteen getekend. De rechtbank beschikt niet over deze tekening, maar begrijpt uit de stellingen van [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] dat op deze tekening elders de woorden “geen rookkanaal” staan. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] voert aan dat daaruit volgt dat het werk de verwijdering van de schoorsteen, en alles wat daarbij komt kijken, omvatte, en dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dat ook zo had moeten begrijpen bij het aangaan van de overeenkomst.
4.60.
Met [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is de rechtbank van oordeel dat niet valt in te zien waarom [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dat zo had moeten begrijpen, terwijl de architect zelf bij het maken van de tekening uit deze woorden kennelijk niet de conclusie heeft getrokken dat geen schoorsteen ingetekend moest worden. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft dus voldoende gesteld om tot het oordeel te komen dat de verwijdering van de schoorsteen geen onderdeel van de overeenkomst was. De rechtbank zal de redelijke prijs dus dienen te bepalen. Ook over deze redelijke prijs dienen partijen zich in hun akte uit te laten.
9. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] hoeft niet bij te betalen voor steenwolisolatie en de massieve muur.
4.61.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft niet, althans onvoldoende onderbouwd, gesteld dat het leveren en aanbrengen van deze isolatie geen onderdeel van de overeenkomst is, maar later besproken is als meerwerk, waarvoor bijbetaald zou moeten worden. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft dit betwist en in de overeenkomst is isolatie opgenomen als deel van het overeengekomen werk. Een aanvullende afspraak op dit punt komt daarom niet vast te staan. De rechtbank wijst dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] af.
Voor de niet dragende binnenwanden is in de overeenkomst voorzien in de plaatsing van Ytong-wanden (cellenbeton), en niet van een kennelijk daarvan afwijkende “massieve muur”. De plaatsing van een massieve muur is dus meerwerk. Maar gesteld noch gebleken is dat overleg over dit meerwerk met gebruik van ander dan het overeengekomen materiaal heeft plaatsgevonden. En ook niet valt in te zien dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] zonder meer hadden moeten begrijpen dat het gebruik van een ander materiaal tot een kostenverhoging zou leiden. De rechtbank zal dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] dus afwijzen.
10. Ook voor de extra geplaatste muur hoeft [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet bij te betalen.
4.62.
Ook dit deel van de vordering zal worden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft gewaarschuwd dat dit meerwerk betrof, waarvoor bijbetaald zou moeten worden. Daarbij speelt ook een rol dat voor de hand ligt dat deze Ytong-muur onder de overeenkomst valt. Daarin staat onder de overeengekomen werkzaamheden immers “tussenwanden niet dragend uitvoeren in Ytong”, terwijl [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet aangeeft waarom juist deze Ytong tussenwand hieronder niet zou vallen.
11. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] moet bijbetalen voor de muurbureaus.
4.63.
Ter zitting is gebleken dat over het maken van de “muurbureaus” als meerwerk gesproken is, waarbij partijen ook over de prijs gesproken hebben, maar daarover geen overeenstemming bereikt hebben. Dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] is dus toewijsbaar. Er moet een redelijke prijs voor het maken van de muurbureaus bepaald worden. De rechtbank is nog onvoldoende voorgelicht om die redelijke prijs te bepalen. Ook hier zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen zich over deze redelijke prijs uit te laten.
12. De aanleg van de netwerkkabels en de aansluiting van de coaxverbinding is geen overeengekomen meerwerk.
4.64.
Dit deel van de vordering van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zal worden afgewezen, omdat hiervoor gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft aangegeven dat dit meerwerk betrof en dat voor dat meerwerk bijbetaald zou moeten worden. Daarbij speelt een rol dat in de overeenkomst als een van de verplichtingen van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] opgenomen is
“gehele woning voorzien van nieuwe electrische installatie”, terwijl [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onweersproken aangevoerd heeft dat hij ervan uitging dat netwerkkabels en een coaxverbinding onder de noemer elektrische installatie vallen.
13. Voor de aanvullende werkzaamheden aan het dak van de garage moet [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] bijbetalen, maar voor het aanbrengen van de dakvensters niet.
4.65.
Ten aanzien van de werkzaamheden aan de garage geldt dat ter zitting duidelijk is geworden dat de werkzaamheden, waarvoor [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] bijbetaling vordert, zien op het dak van de garage (vervangen dakbedekking). Bij de beoordeling in conventie, onder b., is komen vast te staan dat de vervanging van de daktrimmen van de garage niet onder de overeenkomst valt. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft daarnaast ook aangegeven dat het vervangen van de dakbedekking van de garage, die in slechte staat bleek te zijn, niet onder de overeenkomst viel, hetgeen [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet heeft weersproken. Ter zitting is ook gebleken dat partijen over dit meerwerk gesproken hebben, waarbij geen overeenstemming over een prijs is bereikt. Er moet dus een redelijke prijs bepaald worden. De rechtbank is nog onvoldoende voorgelicht om die redelijke prijs te bepalen en zal partijen in de gelegenheid stellen zich over deze redelijke prijs uit te laten.
4.66.
Voor het plaatsen van de Velux-dakramen voert [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] onderbouwd aan dat de plaatsing daarvan onder de overeenkomst valt op grond van de tekening die daar deel van is. Daarbij is niet geheel duidelijk of de bestaande ramen zodanig afweken van die op de tekening, dat zonder meer duidelijk was dat de ramen op de tekening nieuw te plaatsen ramen betroffen. Deze onduidelijkheid blijft echter voor rekening van [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] . Als hij van mening was dat dit meerwerk betrof, had het immers op zijn gelegen weg om vóór plaatsing van nieuwe ramen hierover te overleggen. Dat heeft hij niet gedaan, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] zelf ook in de veronderstelling verkeerde dat deze ramen deel van de overeenkomst waren.
De gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen.
4.67.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] stelt dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] getekend hebben voor ontvangst van zijn algemene voorwaarden, de Algemene Voorwaarden Aanneming van werk 2013 (hierna: de AV). Daarmee zou behoudens tegenbewijs vaststaan dat deze voorwaarden ter hand gesteld zijn. Het arrest Atria/Lommerse (HR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1394) op grond waarvan een dergelijke schriftelijke ontvangstbevestiging dwingende bewijskracht heeft, is echter op een rechtsverhouding met een consument/particulier niet (meer) onverkort van toepassing.
4.68.
Op grond van het Ocidental arrest (Hof van Justitie Europese Unie 20 april 2023) is in de verhouding met een consument de mogelijkheid om vóór het sluiten van de overeenkomst van de contractuele bedingen kennis te nemen een vereiste om te concluderen dat deze bedingen niet oneerlijk zijn. De consument kan immers alleen als hij volledig over de inhoud van een overeenkomst geïnformeerd is, besluiten of hij inderdaad wil overgaan tot het sluiten van die overeenkomst.
[gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] verwijst echter alleen naar de ondertekening voor ontvangst van de AV. Hij stelt daarnaast wel dat de AV aan [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ter hand zijn gesteld tijdens een overleg, maar de rechtbank passeert zijn stelling, omdat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] daarover tegenstrijdig verklaart. Zijn gemachtigde heeft ter zitting aangegeven dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] de AV tijdens een bespreking op 2 januari aan [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] ter hand heeft gesteld. Maar [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] heeft ter zitting aangegeven dat hij zelf niet bij die bespreking aanwezig is geweest.
4.69.
[eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft daartegenover gemotiveerd betwist dat zij de AV voor het sluiten van de overeenkomst fysiek of per mail heeft ontvangen. Zij heeft betwist dat de AV fysiek ter hand zijn gesteld tijdens een bespreking op 2 januari 2021. Daarnaast heeft zij verwezen naar een e-mail van 21 januari 2021 met de opdrachtbevestiging waarbij, volgens de bijlagen, alleen de opdrachtbevestiging en de begroting zijn toegevoegd. Zij beroept zich daarom op vernietigbaarheid van de AV. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] niet de mogelijkheid heeft gehad om vóór het sluiten van de overeenkomst daadwerkelijk kennis te nemen van de AV. De rechtbank kwalificeert deze voorwaarden daarom als oneerlijk, en daarmee nietig, en zal de voorwaarden buiten beschouwing laten. De gevorderde verklaring voor recht dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] op grond van die voorwaarden een aanvullende vergoeding verschuldigd is, zal daarom worden afgewezen.
De vordering tot betaling van een aanvullende vergoeding zal worden afgewezen.
4.70.
Voor zover [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] meent op grond van de wet (artikel 6:258 BW) een aanvullende vergoeding toe te komen wegens gewijzigde omstandigheden, slaagt dat ook niet. [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] stelt namelijk geen concrete feiten of omstandigheden op grond waarvan de rechtbank tot het oordeel kan komen dat sprake is van zodanig gewijzigde omstandigheden dat een ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst onaanvaardbaar zou zijn.
Daarbij speelt een rol dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] nalaat een begin van inzicht te geven in de gevolgen van de gestelde gewijzigde algemene omstandigheden voor hem. Zo stelt [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] bijvoorbeeld dat sprake is geweest van prijsstijgingen als gevolg van de blokkade van het Suezkanaal en tekorten van de producten op de markt, maar laat hij na te stellen dat hij daadwerkelijk meer voor de voor uitvoering van de overeenkomst benodigde materialen zou hebben betaald. Aldus heeft hij niet onderbouwd dat sprake is geweest van daadwerkelijk hogere kosten.
Daarnaast heeft hij ook onvoldoende onderbouwd dat die gewijzigde omstandigheden onvoorzienbaar waren. [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] heeft erop gewezen dat al bij het aangaan van de overeenkomst in 2021 de corona crisis speelde, en dat prijzen van bouwmaterialen op dat moment al aanzienlijk waren gestegen en er ook signalen waren dat die prijzen nog meer zouden doorstijgen. Hierop heeft [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] niet gereageerd. Tot slot is volstrekt onduidelijk hoe [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] tot de door hem gestelde kostenverhoging van 17.5% is gekomen. Er zijn door hem geen stukken overgelegd waaruit dat blijkt.
De proceskosten in reconventie
4.71.
De rechtbank houdt de beslissing over de proceskosten in reconventie aan tot het eindvonnis in deze zaak.
4.72.
Gelet op de gemoeide tijd en kosten met het nemen van de aanvullende aktes, geeft de rechtbank partijen in overweging om nog tot een schikking te komen op basis van de beslissingen in dit tussenvonnis.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
stelt [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] in de gelegenheid zich bij akte op de rol van 9 juli 2025 uit te laten over hetgeen in rechtsoverweging 4.13. staat;
5.2.
bepaalt dat [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] daarop bij antwoordakte op de rol van 23 juli 2025 mag reageren;
5.3.
houdt iedere beslissing aan;
in reconventie
5.4.
stelt [gedaagde in conventie en eisende partij in reconventie 1] in de gelegenheid zich bij akte op de rol van 9 juli 2025 uit te laten over hetgeen in rechtsoverwegingen 4.52, 4.53, 4.57, 4.58, 4.60, 4.63 en 4.65. staat;
5.5.
bepaalt dat [eisers in conventie en verwerende partij in reconventie] daarop bij antwoordakte op de rol van 23 juli 2025 mag reageren;
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.M. Janssen en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.