In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiseres tegen een bestuurlijke boete opgelegd door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur wegens overschrijding van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen en de fosfaatgebruiksnorm. De minister had op 11 augustus 2022 een boete van € 26.304,50 opgelegd, omdat eiseres in 2019 de normen had overschreden. Eiseres betwistte de toepassing van de forfaitaire normen en stelde dat deze niet recht deden aan haar situatie, maar kon geen bedrijfsspecifiek bewijs leveren om haar stellingen te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht de forfaitaire normen had toegepast, maar dat de redelijke termijn voor de afhandeling van de zaak was overschreden. Hierdoor werd de boete met 10% gematigd tot € 23.674,05. De rechtbank vernietigde het besluit van 11 mei 2023 voor zover het de hoogte van de boete betreft en herstelde de hoogte van de boete in overeenstemming met haar uitspraak. De minister werd ook verplicht het griffierecht aan eiseres te vergoeden.