Op 12 juni 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een akker- en tuinbouwbedrijf, en het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel. Eiseres had een verzoek om schadevergoeding ingediend op grond van artikel 7.14 van de Waterwet, omdat zij schade zou hebben geleden door een verhoging van het waterpeil in de sloot langs haar perceel, als gevolg van de verlegging van de Banisloop. Het dagelijks bestuur heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat er geen causaal verband bestaat tussen de verlegging van de watergang en de gestelde schade. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij niet heeft aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen de verlegging van de watergang en de schade die zij stelt te hebben geleden. De rechtbank oordeelde dat de bewijslast bij eiseres ligt en dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar claims te onderbouwen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar een hydrologisch rapport dat door het waterschap is opgesteld, waaruit blijkt dat de waterstanden niet significant zijn veranderd door de verlegging van de watergang. Eiseres heeft ook geen recht op vergoeding van griffierecht of proceskosten.