ECLI:NL:RBOBR:2025:2658

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
C/01/409540 / FA RK 24-4356
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging geslacht en voornaamswijziging in de geboorteakte

Op 25 april 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in de zaak van [betrokkene], die verzocht om wijziging van de geslachtsvermelding in de geboorteakte naar 'X' en om een voornaamswijziging. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 april 2025, waarbij [betrokkene] en hun advocaat, mr. K.S.M. Smienk, aanwezig waren. De ambtenaar van de burgerlijke stand was niet aanwezig, maar had wel schriftelijk gereageerd en verzocht om afwijzing van het verzoek wegens gebrek aan wettelijke grondslag en deskundige onderbouwing. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er voldoende maatschappelijke en juridische erkenning is voor non-binaire identiteiten en dat het verzoek inhoudelijk behandeld moet worden, ondanks het ontbreken van specifieke wetgeving op dat moment. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding op dezelfde manier moet worden behandeld als verzoeken van transgender personen. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op genderidentiteit beschermt. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek toegewezen, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand werd gelast om de wijziging in de geboorteakte aan te brengen en de voornaam van [betrokkene] te wijzigen in [gewenste voornaam].

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/409540 / FA RK 24-4356
Uitspraak : 25 april 2025
Beschikking betreffende wijziging vermelding geslacht in de geboorteakte en voornaamswijziging in de zaak van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [betrokkene] ,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. K.S.M. Smienk.
Als belanghebbende ten aanzien van de vermelding van het geslacht wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] ,

hierna te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand.
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 10 oktober 2024;
  • een F9-formulier met bijlage van mr. Smienk van 30 november 2024.
De zaak is behandeld ter zitting van 10 april 2025. Gehoord zijn: [betrokkene] en hun advocaat.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft laten weten niet bij de zitting aanwezig te kunnen zijn. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft bij brief van 4 april 2025 gereageerd op het verzoek. Zij vraagt de rechtbank het verzoek af te wijzen bij gebreke van een wettelijke grondslag, een medische verklaring of deskundige onderbouwing en gelet op de gevolgen voor de rechtszekerheid, internationale herkenning en het doel van de BRP.
Het verzoek
[betrokkene] verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht X zal zijn;
te bepalen dat hun voornaam gewijzigd wordt in de voornaam [gewenste voornaam] en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) toe te voegen.
De beoordeling
Wijziging vermelding geslacht in geboorteakte dan wel verbetering geboorteakte
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank Den Haag heeft bij beschikking van 17 december 2021 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad met onder andere de vraag: “hoe dient in een genderneutrale vermelding te worden voorzien: door bij het geslacht een ‘X’ op te nemen, door bij het geslacht een ‘-’ op te nemen, door de vermelding ‘waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’, of op een andere wijze?”
De Advocaat-Generaal P. Vlas heeft de Hoge Raad op 25 januari 2022 geadviseerd om op de voet van artikel 393 lid 8 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering af te zien van beantwoording van de prejudiciële vragen.
Bij uitspraak van 4 maart 2022 heeft de Hoge Raad inderdaad afgezien van het beantwoorden van de prejudiciële vragen. Daartoe overweegt de Hoge Raad onder andere dat het Tweede Kamerlid Van Ginneken op 30 november 2021 op het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte (wetsvoorstel 35825) een amendement heeft ingediend. Dat amendement strekt ertoe een nieuw artikel (artikel 1:28e BW) aan het Burgerlijk Wetboek toe te voegen dat de registratie van ‘X’ als geslachtsaanduiding voor non-binaire personen zonder tussenkomst van de rechter mogelijk maakt. Naar aanleiding van dit amendement heeft de minister voor Rechtsbescherming op 17 december 2021 een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer gestuurd waaruit blijkt dat advies wordt gevraagd over het amendement.
De Raad van State heeft geadviseerd om de mogelijkheid tot wijziging naar een genderneutrale registratie niet in wetsvoorstel 35825 te regelen. Daartoe zou een zelfstandig wetsvoorstel moeten dienen, waarbij een compleet overzicht wordt gemaakt van de effecten op bestaande wet- en regelgeving en de uitvoering daarvan. Ook de financiële consequenties van een dergelijke wijziging zouden in kaart moeten worden gebracht (Kamerstukken II 2021/22, 35825, nr. 16).
Het wetsvoorstel 35825 is op 7 september 2023 controversieel verklaard. Dit houdt in dat gedurende de periode dat een kabinet demissionair is het wetsvoorstel niet op de Kameragenda komt.
Op 27 oktober 2023 is het voorstel van wet van het lid Van Ginneken tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het vereenvoudigen van het registreren van een non-binaire geslachtsvermelding in de akte van geboorte gepubliceerd. Dit wetsvoorstel maakt het makkelijker om een non-binaire geslachtsvermelding (‘X’) te registreren. Door dit wetsvoorstel kunnen mensen die een non-binaire geslachtsvermelding willen laten registreren dit eenvoudig doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente. Dat is dezelfde procedure als die nu geldt voor transgender personen. De consultatie van het wetsvoorstel is op 8 december 2023 gesloten. Dat is op dit moment de stand van zaken.
Uit deze gang van zaken blijkt dat wetgeving in voorbereiding is over dit onderwerp, maar dat het wetsvoorstel nog niet is aangenomen. Van [betrokkene] kan niet worden verwacht dat hen wacht op wetgeving. De rechtbank zal het verzoek daarom inhoudelijk behandelen.
Voor het verzoek onder I. ontbreekt een wettelijke basis. Op grond van artikel 1:19d BW is het mogelijk om – in het geval dat het geslacht van een kind (om medische redenen) twijfelachtig is – in de geboorteakte de vermelding op te nemen dat het geslacht van het kind niet is kunnen worden vastgesteld. Echter, hiervan is bij [betrokkene] geen sprake. In tegenstelling tot wat de Hoge Raad daarover op 30 maart 2007 heeft overwogen (ECLI:NL:HR:2007:AZ5686), is er inmiddels sprake van een maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek tot wijziging van de geslachtsaanduiding op dezelfde wijze dient te worden benaderd als die welke is omschreven in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW voor mensen die de – door een deskundige getoetste en onderschreven – overtuiging hebben tot “het andere geslacht” te behoren. Nu deze artikelen niet voorzien in de mogelijkheid om te kiezen voor een non-binaire geslachtsaanduiding, wordt naar het oordeel van de rechtbank een ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt tussen personen die de overtuiging hebben tot het andere geslacht te behoren en personen die de overtuiging hebben buiten de exclusief mannelijke of vrouwelijke geslachtsaanduiding te vallen (non-binair).
In het amendement wordt ook aansluiting gezocht bij een uitspraak van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2021:3732) om in plaats van ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’ zoals in eerdere uitspraken is gedaan, de geslachtsaanduiding op de geboorteakte te wijzigen naar ‘X’. De rechtbank kan zich in deze overwegingen vinden en vindt de overwegingen in lijn met uitspraken van andere rechtbanken.
Ook bezien in het licht van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) zou ontzegging van een geslachtsregistratie overeenkomstig de innerlijke overtuiging van [betrokkene] in strijd met dit artikel zijn. In 2003 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) al bevestigd dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling een fundamenteel element van artikel 8 EVRM vormt en genderidentiteit één van de meest intieme aspecten van het privéleven en één van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking vormt (EHRM 12 juni 2003, ECLI:EC:ECHR:2003:0612JUD003596897, Van Kück tegen Duitsland).
Het verzoek zal daarom worden toegewezen. Daarbij speelt mee dat [betrokkene] voldoende heeft onderbouwd niet tot het geslacht te behoren dat op hun geboorteakte staat vermeld, maar zich te identificeren als non-binair persoon.
Nu aan de vereisten van artikel 1:28a BW is voldaan, zal de rechtbank op de voet van artikel 1:28b BW de ambtenaar gelasten aan de akte van geboorte van [betrokkene] een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, waarbij het gewijzigde non-binaire geslacht zal worden aangeduid met ‘X’.
Wijziging voornaam
Voor toewijzing van een verzoek tot voornaamswijziging is vereist dat de betrokken persoon een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de verzochte wijziging dat dit belang dient te prevaleren boven het algemeen belang dat namen zoals vermeld in de registers van de burgerlijke stand zoveel mogelijk ongewijzigd blijven. Daarnaast dient de rechtbank te toetsen of de nieuwe voornamen niet ongepast zijn dan wel overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen (tenzij deze ook gebruikelijke voornamen zijn).
De rechtbank is van oordeel dat de verzochte naamswijziging voldoet aan de hiervoor beschreven eisen. De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
De beslissing
De rechtbank:
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht in die zin dat het geslacht zal zijn: X;
gelast de wijziging van de voornaam van [voornaam] in: [gewenste voornaam] .
Deze beschikking is gegeven door mr. G. Aarts, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 25 april 2025.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Conc: db
Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!