Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- mr. J.D. de Bruin, advocaat van betrokkene;
- [naam] , zorgverantwoordelijke;
- [naam] , beoogd casemanager;
- [naam] , beeogd casemanager;
- [naam] , politieagent
- [naam] , politieagent.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene die niet bereid was om gehoord te worden door de rechter of een onafhankelijk psychiater. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 21 maart 2025 en de zitting vond plaats op 8 april 2025. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk een paranoïde psychose, die ernstig nadeel veroorzaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om te worden gehoord en dat er geen voldoende toegelicht bezwaar was tegen de voorgestelde verplichte zorg. De rechtbank oordeelde dat de onafhankelijke psychiater voldoende inspanningen had geleverd om de betrokkene te onderzoeken, maar dat dit niet mogelijk was. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor zes maanden, met de noodzaak van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de toegewezen zorgvormen evenredig en effectief waren. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter I.S. Verstraelen.