ECLI:NL:RBOBR:2025:1579

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
71/333269-22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van het in vereniging invoeren van drugs en voorbereidingshandelingen voor drugstransport

Op 24 maart 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere druggerelateerde feiten. De verdachte is beschuldigd van het in vereniging invoeren van tetrahydrocannabinol (THC) vanuit de Verenigde Staten naar Nederland, het plegen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van cocaïne vanuit Ecuador naar Sint-Petersburg, en het produceren en verhandelen van MDMA. Daarnaast is de verdachte beschuldigd van het overtreden van de Geneesmiddelenwet door ketamine te verkopen en het in bezit hebben van aanzienlijke hoeveelheden MDMA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij een complex netwerk van drugshandel en -productie, waarbij gebruik werd gemaakt van cryptocommunicatiediensten voor communicatie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar, met aftrek van voorarrest, en een geldboete van € 50.000,-, die kan worden omgezet in 285 dagen hechtenis indien niet betaald. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij ook rekening is gehouden met de gemaakte procesafspraken tussen de verdachte en het Openbaar Ministerie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Strafrecht
Onderzoek: 26Stroud
Parketnummer: 71.333269.22
Datum uitspraak: 24 maart 2025
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren in [geboorteplaats] op [1974] ,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting Lelystad.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 mei 2023, 26 juli 2023, 13 oktober 2023, 10 januari 2024, 29 februari 2024, 21 maart 2024, 6 februari 2025 en 18 maart 2025. In deze zaak is een overeenkomst tussen de verdachte en het Openbaar Ministerie (OM) vastgesteld betreffende procesafspraken (hierna: de overeenkomst).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen aan de zijde van de verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 6 april 2023. De tenlastelegging is op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 29 februari 2024 gewijzigd. Van deze vordering is een kopie als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht. Met inachtneming van deze wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1 (Zaaksdossier 1)hij op een of meer plaatsen in of omstreeks de periode van 19 oktober 2022 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of Almere en/of een of meer (overige) plaatsen inNederland en/of een of meer plaatsen in de Verenigde Staten tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meerdere hoeveelheden van een of meerdere materialen bevattende tetrahydrocannabinol (THC), zijnde tetrahydrocannabinol, en/of een of meerdere hoeveelheden van een of meerdere materialen bevattende hennep en/of hasjiesj, (telkens) (een) middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijsten I en/of II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2 (zaaksdossier 2)hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2022 tot een met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of een of meer (overige) plaatsen in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid,middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of-zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)- een of meerdere (crypto)telefoon(s) voorhanden gehad en/of- (via die (crypto)telefoon(s)) onder meer gecommuniceerd over1. De aan- en verkoopprijzen die gangbaar zijn voor de aan- en verkoop van (kilo’s) cocaïne en/of2. De verkoop en/of het vervoer (vanuit Ecuador) van cocaïne, althans een of meer middelen als bedoeld in lijst I van de Opiumwet, in/naar Sint-Petersburg en/of3. (Het regelen van) een deklading voor het vervoer van en/of het heimelijk vervoeren van cocaïne, althans een of meer middelen als bedoeld in lijst I van de Opiumwet en/of4. (Het regelen en/of betalen van) gecorrumpeerde (haven)medewerkers;
3 (Zaaksdossier 3)hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 september 2022 tot en met 31 januari 2023 te Overasselt, gemeente Heumen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende MDMA en/of een of meerdere (overige) materialen bevattende (overige) middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel een middel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 september 2022 tot een met 31 januari 2023 te Overasselt, gemeente Heusden, en/of Capelle aan den IJssel en/of een of meer (overige) plaatsen in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of-zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)- een of meer (sleutels van) loodsen en/of schuren en/of (overslag)locaties geregeld en/of in gebruik genomen (waaronder die aan de [adres 1] en/of de [adres 2] ) en/of- die loodsen en/of schuren en/of (overslag)locaties aan een of meer personen laten zien en/of- contact onderhouden met de eigenaar/eigenaren van die loodsen en/of schuren en/of (overslag)locaties en/of- (uitgebreid) gesproken over het gebruik en/of de ingebruikneming van die loodsen en/of schuren en/of (overslag)locaties en/of- een of meer geldbedragen betaald en/of ontvangen en/of overgedragen in verband met het gebruik en/of de ingebruikneming van die loodsen en/of schuren en/of (overslag)locaties;
4 (Zaaksdossier 4, traject 1)hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 5 januari 2023 tot en met 3 februari 2023 te Capelle aan den IJssel en/of Breda en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en) althans alleen, zonder registratie (telkens) opzettelijk een (vooralsnog onbekend gebleven) hoeveelheid van een werkzame stof, te weten ketamine, heeft bereid en/of ingevoerd en/of in voorraad gehad en/of verkocht en/of afgeleverd en/of uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten Nederlands grondgebied gebracht, dan wel in een werkzame stof, te weten ketamine, een groothandel heeft gedreven;
5 Zaaksdossier 4, Drie leveringen MDMA)hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 oktober 2022 tot en met 24 oktober 2022 te Tilburg, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig heeft gehad:- 400 kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of- 54 kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of- 20 kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMAzijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel een middel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
6 (Zaaksdossier 4, traject 3 en 4 en Zaaksdossier 7, traject 6)hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode(s) van 23 november 2022 tot en met 14 januari 2023 te Capelle aan den IJssel, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) cocaïne en/of- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) MDMA en/of- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) metamfetaminezijnde cocaïne en/of MDMA en/of metamfetamine (elk) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen (sub 1°) en/of- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen (sub 2°) en/of- (een) voorwerp(en) en/of vervoermiddel(en) en/of stof(fen) en/of geld(en) en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) (sub 3°),hebbende hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s) (telkens)- gechat en/of gesproken en/of informatie ingewonnen/gedeeld en/of overlegd over- de verkrijging/aankoop en/of de verkoopprijs en/of de kosten en/of de kwaliteit en/of het (regelen van) transport en/of de (handels)voorraad en/of de verpakking en/of de (af)levering en/of de in-/uitvoer en/of het (daartoe) opzetten en/of (laten) testen van (een) traject(en)/route(s) en/of de (internationale) handel van/in/voor een of meer van bovengenoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of- de verkrijging/aankoop en/of (af)levering en/of het regelen van (een) (pre-)precursor(en)/grondstof(fen) - waaronder PMK - voor de bereiding van een of meer van genoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of de (wijze van) bereiding/productie van een of meer van die middelen en/of- (een) (potentiële) leverancier(s) en/of (potentiële) koper(s) van/voor een of meer van voornoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I gezocht en/of benaderd en/of een of meer van die middelen (aan elkaar) ter (ver)koop aangeboden en/of verkocht en/of (af)geleverd en/of- in het kader van voormelde activiteit(en) (met elkaar) middels chatapplicatie(s) op de iPhone 12 (met beslagcode HE046.02.04.001) en/of de cryptocommunicatiedienst(en)/-platform(s) EXCLU, althans een of meer cryptocommunicatiediensten/platform(s) gecommuniceerd en/of contact gehad en/of gehouden en/of geld ingelegd/geïnvesteerd en/of (een) betaling(en) verricht en/of laten verrichten en/of (een) (winst-/prijs-/betalings)afspra(a)k(en) gemaakt en/of (een) ontmoeting(en) gehad;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De beoordeling van de overeenkomst tussen de verdachte en het OM betreffende procesafspraken.
De rechtbank is bij de beoordeling van de overeenkomst uitgegaan van het kader dat de Hoge Raad heeft gegeven in het arrest van 27 september 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1252).
De rechtbank stelt vast dat de verdachte bij de totstandkoming van de overeenkomst werd bijgestaan door raadsvrouw mr. K. Blonk en dat de verdachte kennis heeft genomen van de inhoud van die overeenkomst.
De rechtbank gaat ervan uit dat partijen weten dat de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering leidend zijn bij de beoordeling van de tenlastelegging en dat de rechtbank geen partij is bij en niet is gebonden aan de gemaakte procesafspraken. De rechtbank heeft kennisgenomen van de procesafspraken die de verdachte en zijn raadsman met de officier van justitie hebben gemaakt. De in de overeenkomst vastgelegde afspraken en de consequenties daarvan zijn door de rechtbank met de verdachte besproken. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd de inhoud van de overeenkomst en de procesrechtelijke gevolgen hiervan te kennen, te begrijpen en hiermee in te stemmen.
De rechtbank constateert dat de verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten. De rechtbank stelt vast dat de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen geen afbreuk doet aan het aan de verdachte op grond van artikel 6 EVRM toekomende recht op een eerlijk proces.
De procesafspraken houden – zakelijk weergegeven – het volgende in.
De officier van justitie zal in deze zaak:
  • ter terechtzitting een bewezenverklaring vorderen van feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 en feit 6, een en ander conform de gestreepte tenlastelegging in de overeenkomst;
  • ter terechtzitting een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vorderen voor de duur van 6 jaar met aftrek van het voorarrest, alsmede een onvoorwaardelijke geldboete van
€ 50.000,-;
  • niet overgaan tot vervolging van nieuwe, met de huidige ten laste gelegde feiten vergelijkbare/samenhangende strafbare feiten die mogelijk uit de in onderzoek 26Stroud onderzochte bronnen (alle communicatie via van/onder verdachte in beslag genomen telefoons, die zijn geopend en onderzocht, en communicatie via Exclu via de accounts [accountnaam 1] / [accountnaam 2] en [accountnaam 3] / [accountnaam 4] in de ten laste gelegde periode) nog naar voren kunnen komen of zijn gekomen;
  • geen ontneming in het onderzoek 26Stroud vorderen.
De verdachte zal in deze zaak:
  • afzien van het indienen van onderzoekswensen en de al ingediende onderzoekswensen intrekken;
  • geen bewijsverweren voeren;
  • afstand doen van de in beslag genomen goederen;
  • aanwezig zijn bij de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak;
  • zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken;
  • aangeven betalingsbereid te zijn, in staat zijn tot betaling en geen draagkrachtverweer voeren.
Overeengekomen is dat de verdachte geen nadere verklaring hoeft af te leggen in zijn eigen strafzaak.
De verdediging heeft ter terechtzitting van 6 februari 2025 de reeds ingediende (en toegewezen) onderzoekswensen ingetrokken.

De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen.

Indien tegen dit verkort vonnis een rechtsmiddel wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring en eventuele bewijsoverwegingen opgenomen in een aanvulling op dit verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan dit verkort vonnis gehecht.
De officier van justitie en de verdediging hebben te kennen gegeven dat zij afzien van hoger beroep indien de bewezenverklaring en strafoplegging door de rechtbank conform de overeenkomst plaatsvindt.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat
1.hijop een of meer plaatseninof omstreeksde periode van 19 oktober 2022 tot en met 3 februari 2023te Capelle aan den IJssel en/of Almere en/of een of meer (overige) plaatseninNederland en/of een of meer plaatsen in de Verenigde Staten tezamen en in vereniging met een of meer anderen,althans alleen,opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht,althans opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,een of meerdere hoeveelheden van een of meerdere materialen bevattende tetrahydrocannabinol (THC), zijnde tetrahydrocannabinol,en/of een of meerdere hoeveelheden van een of meerdere materialen bevattende hennep en/of hasjiesj,(telkens) (een) middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijsten Ien/of II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.hij op een of meer tijdstippen inof omstreeksde periode van 1 oktober 2022 tot een met 3 februari 2023te Capelle aan den IJssel en/of een of meer (overige) plaatsenin Nederland tezamen en in vereniging met een of meer ander(en),althans alleen,om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijktelen, bereiden, bewerken, verwerken,verkopen, afleveren, verstrekken, vervoerenen/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengenvan een of meer middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of-zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)- een of meerdere (crypto)telefoon(s) voorhanden gehad en/of- (via die (crypto)telefoon(s)) onder meer gecommuniceerd over1. De aan- en verkoopprijzen die gangbaar zijn voor de aan- en verkoop van (kilo’s) cocaïne en/of2. De verkoop en/of het vervoer (vanuit Ecuador) van cocaïne, althans een of meer middelen als bedoeld in lijst I van de Opiumwet, in/naar Sint-Petersburg en/of3. (Het regelen van) een deklading voor het vervoer van en/of het heimelijk vervoeren van cocaïne, althans een of meer middelen als bedoeld in lijst I van de Opiumwet en/of4. (Het regelen en/of betalen van) gecorrumpeerde (haven)medewerkers;
3 (primair).hijop één of meerdere tijdstippeninof omstreeksde periode van 10 september 2022 tot en met 31 januari 2023te Overasselt, gemeente Heumen, althansin Nederland, tezamen en in vereniging meteen of meeranderen,althans alleen,opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van een of meer materia(a)l(en) bevattende MDMAen/of een of meerdere (overige) materialen bevattende (overige) middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval, zijnde MDMA (telkens)(een)middel(en)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel een middel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.hijop een of meer tijdstippeninof omstreeksde periode van 5 januari 2023 tot en met 3 februari 2023te Capelle aan den IJssel en/of Breda en/of Amsterdam, althansin Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en) althans alleen, zonder registratie (telkens) opzettelijk een (vooralsnog onbekend gebleven) hoeveelheid van een werkzame stof, te weten ketamine, heeftbereid en/of ingevoerd en/of in voorraad gehad en/ofverkocht en/of afgeleverden/of uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten Nederlands grondgebied gebracht, dan wel in een werkzame stof, te weten ketamine, een groothandel heeft gedreven;
5.hijop één of meerdere tijdstippeninof omstreeksde periode van 10 oktober 2022 tot en met 24 oktober 2022te Tilburg, althansin Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen,althans alleen,opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig heeft gehad:- 400 kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of- 54 kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of- 20 kilogram, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMAzijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel een middel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
6.hijop een of meer tijdstippeninof omstreeksde periode(s)van 23 november 2022 tot en met 14 januari 2023te Capelle aan den IJssel, althansin Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen,althans alleen,(telkens)om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijkbewerken en/of verwerken en/ofverkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) cocaïne en/of- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) MDMA en/of- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) metamfetamine,zijnde cocaïne en/of MDMA en/of metamfetamine(elk)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)- (een) ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegenen/of te doen plegenen/of mede te plegen en/ofuit te lokken en/ofom daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen (sub 1°) en/of- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen (sub 2°) en/of- (een) voorwerp(en) en/of vervoermiddel(en) en/of stof(fen) en/of geld(en) en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en) (sub 3°),hebbende hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s)(telkens)* gechat en/of gesproken en/of informatie ingewonnen/gedeeld en/of overlegd over- de verkrijging/aankoop en/of de verkoopprijs en/of de kosten en/of de kwaliteit en/of het (regelen van) transport en/of de (handels)voorraad en/of de verpakking en/of de (af)levering en/of de in-/uitvoer en/of het (daartoe) opzetten en/of (laten) testen van (een) traject(en)/route(s) en/of de (internationale) handel van/in/voor een of meer van bovengenoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of- de verkrijging/aankoop en/of (af)levering en/of het regelen van (een) (pre-)precursor(en)/grondstof(fen) - waaronder PMK - voor de bereiding van een of meer van genoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of de (wijze van) bereiding/productie van een of meer van die middelen en/of* (een) (potentiële) leverancier(s) en/of (potentiële) koper(s) van/voor een of meer van voornoemde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I gezocht en/of benaderd en/of een of meer van die middelen (aan elkaar) ter (ver)koop aangeboden en/of verkocht en/of (af)geleverd en/of* in het kader van voormelde activiteit(en) (met elkaar)middels chatapplicatie(s)op de iPhone 12 (met beslagcode HE046.02.04.001) en/ofde cryptocommunicatiedienst(en)/-platform(s)EXCLU, althans een of meer cryptocommunicatiediensten/platform(s)gecommuniceerd en/of contact gehad en/of gehouden en/of geld ingelegd/geïnvesteerd en/of (een) betaling(en) verricht en/of laten verrichten en/of (een) (winst-/prijs-/betalings)afspra(a)k(en) gemaakt en/of (een) ontmoeting(en) gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van de feiten.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van de verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft, overeenkomstig de tussen de verdachte en het OM gesloten overeenkomst, ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 en feit 6 gevorderd:
  • een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht;
  • een onvoorwaardelijke geldboete van € 50.000,-.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft geen inhoudelijk strafmaatverweer gevoerd en heeft de rechtbank verzocht ook voor wat de strafmaat betreft aan te sluiten bij de overeenkomst.
Het oordeel van de rechtbank.
De verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim drie maanden schuldig gemaakt aan (kort gezegd) het in vereniging invoeren vanuit de Verenigde Staten naar Nederland van tetrahydrocannabinol (in de vorm van snoepjes met THC-olie erin verwerkt) (feit 1). Verder heeft hij gedurende een periode van ongeveer vier maanden in vereniging strafbare voorbereidingshandelingen gepleegd, gericht op een transport van ongeveer 500 kilogram cocaïne vanuit Ecuador naar Sint-Petersburg in Rusland (feit 2). Hij heeft zich ook in vereniging schuldig gemaakt aan (kort gezegd) de productie van en handel in MDMA (feit 3 primair). Onder feit 4 heeft de rechtbank bewezen verklaard dat de verdachte in vereniging de Geneesmiddelenwet heeft overtreden door ketamine te verkopen en/of af te leveren. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het in vereniging handelen in en/of het aanwezig hebben van in totaal 74 kilo MDMA (feit 5) en tot slot heeft de verdachte zich gedurende ongeveer twee maanden in vereniging schuldig gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van en/of handel in cocaïne, MDMA en metamfetamine (feit 6).
De rechtbank heeft acht geslagen op de afspraken in de overeenkomst en de daaruit voortvloeiende door de verdachte aanvaarde strafeis van de officier van justitie. De rechtbank heeft de uitkomst hiervan beschouwd in het licht van de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Hierbij zijn ook het wettelijke strafmaximum, de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte betrokken.
Gelet op de ernst van de feiten kan naar het oordeel niet worden volstaan met een andere straf dan een straf die vrijheidsbeneming medebrengt.
Tussen de verdachte en het OM is in de overeenkomst ten aanzien van feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 en feit 6 een strafeis van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van het voorarrest en een geldboete van € 50.000,- overeengekomen. De rechtbank is van oordeel dat deze straffen recht doen aan deze zaak, waarbij zowel het belang van de verdachte als dat van de maatschappij wordt geëerbiedigd. De rechtbank zal de verdachte daarom veroordelen tot de straf zoals die door de verdachte en het Openbaar Ministerie in de overeenkomst is afgesproken.
De tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Met betrekking tot de op te leggen geldboete zal de rechtbank, overeenkomstig het bepaalde in artikel 24c van het Wetboek van Strafrecht, voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, bevelen dat vervangende hechtenis voor de duur van 285 dagen zal worden toegepast.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24c, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10, 10a van de Opiumwet, de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 38 van de Geneesmiddelenwet.
De uitspraak.
De rechtbank:
verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 en feit 6 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor onder feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 en feit 6 bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert de misdrijven:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van het voorbereiden en/of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en/of voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
ten aanzien van feit 3 primair:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 4:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet;
ten aanzien van feit 5:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod,
en/of
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 6:
medeplegen van het voorbereiden en/of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, mede te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en/of voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
legt op de volgende
straffen:

* een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren;

beveelt dat de tijd, door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, in mindering zal worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van de aan de verdachte opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf;
* een
geldboete van € 50.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
285 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. T. Kraniotis, voorzitter,
mr. J.G. Vos en mr. C.W.H. Houg, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Weemers, griffier,
en is uitgesproken op 24 maart 2025.