2.14.Bij brief van 10 januari 2023 heeft [D] namens het Faculteitsbestuur het volgende aan [verweerder] geschreven:
“Dank voor uw brief van 22 december 2022. In de situatie, zoals die voor u in de afgelopen periode is ontstaan, heeft het faculteitsbestuur onzorgvuldig gehandeld. Dit heeft een grote impact gehad op u. Hiervoor heeft u op 24 maart 2022 van prof. [C] , namens het faculteitsbestuur, excuses ontvangen (vastgelegd in het gespreksverslag van die bijeenkomst). Op 4 november 2022 (de dag na het driegesprek met de ombudsman) zijn door het faculteitsbestuur schriftelijk de klachten jegens u, en de maatregelen daaraan verbonden, ingetrokken.
Gezien de aard van de impact die de situatie op u had en heeft is het faculteitsbestuur tevens van mening dat het faciliteren van eerherstel en een passende compensatie op hun plaats zijn. Ook dient er aandacht te zijn voor uw verdere carrièreontwikkeling. Hiervoor doet het faculteitsbestuur u het volgende voorstel:
1. Eerherstel: De groep TPM, waar nodig uitgebreid met faculteitsbestuursleden of andere
collega's, wordt begeleiding ter beschikking gesteld door een professionele team mediator of conflict coach. Het primaire doel is het wegnemen van de ontstane beeldvorming rondom u, en daarnaast om het herstel te realiseren van een productieve en collegiale samenwerking, in groep en faculteit, op basis van onderling vertrouwen, begrip, en respect. Bij de keuze van de begeleiding kunt u een belangrijke stem hebben, indien u daar prijs op stelt.
2. Compensatie: Het faculteitsbestuur biedt u een bedrag van 250k€, gespreid over 4 jaar, voor de financiering van één promovendus in uw groep. U bent eerste promotor van deze promovendus, die in de faculteit APSE aangesteld zal zijn. Met deze financiële impuls zou u, bijvoorbeeld, het strategische thema hydrogen storage in eerste aanzet vorm kunnen gaan geven; het faculteitsbestuur ontvangt t.z.t. van u graag een korte projectomschrijving (max. 2 A4) voor zo'n project.
3. Carrièreontwikkeling: Het faculteitsbestuur is bereid gesprekken over een deeltijdaanstelling elders te hervatten of te initiëren, en verneemt graag van u welke voor de TU/e strategisch relevante kansen u daarvoor ziet in uw netwerk. De uitkomst van zulke gesprekken kan het faculteitsbestuur uiteraard niet garanderen. Faculteitsbestuur en HR zien toe op een faire behandeling van uw dossier bij eventuele toekomstige bevorderingsprocedures binnen de TU/e.
De keuze is aan u om een formele eindrapportage op te vragen bij de ombudsman. Het faculteitsbestuur heeft hiertegen, ongeacht of u bovenstaand voorstel voor oplossing accepteert of niet, geen bezwaar. Indien u ervoor kiest om zo'n rapportage wel op te vragen stemt het faculteitsbestuur, in verband met de privacy van alle betrokkenen, niet in met een openbaar eindrapport.
Tenslotte: ik ( [D] ) heb u vandaag ook separaat, en in de vertrouwelijkheid van het ombudstraject, een meer uitgebreide reactie op uw brief gestuurd. Ik heb dit zó gedaan, omdat er in die brief zaken aan de orde komen die wij aan de ombudstafel besproken hebben, en die daarom niet in uw HR-dossier benoemd mogen worden.
Het faculteitsbestuur meent u hiermee een passend voorstel voor een oplossing gedaan te hebben, en hoopt dan ook van harte dat u met bovenstaande akkoord kunt gaan. Graag vernemen wij binnen 2 weken na dagtekening uw reactie.”