ECLI:NL:RBOBR:2025:1122
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing toevoeging voor asielvergunning en rechtsbelang in bestuursrechtelijke procedures
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van een toevoeging beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een toevoeging, die door de Raad voor Rechtsbijstand op 6 oktober 2023 was afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 9 april 2024 ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar heeft op de zitting op 18 februari 2025, waar de gemachtigde van de Raad aanwezig was, laten weten niet te verschijnen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de Raad terecht heeft geoordeeld dat de procedures om dezelfde rechtsbelangen draaien, namelijk het verkrijgen van een asielvergunning. Eiseres had eerder een toevoeging gekregen voor een hoger beroep, maar de Raad heeft besloten dat dit niet opnieuw nodig was voor de huidige procedure. De rechtbank wijst erop dat de gemachtigde van eiseres de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet informeren over de status van de verblijfsvergunning van eiseres en de lopende beroepsprocedures.
De rechtbank concludeert dat eiseres geen gelijk heeft en dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug. Deze uitspraak is openbaar gedaan op 18 februari 2025, door rechter M.M.L. Wijnen in aanwezigheid van griffier P.L.M.M. Mulders.