Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het onderzoek.
2.De vordering.
3.Het standpunt van de verdediging.
4.Het afdoeningsvoorstel.
- veroordeelde en medeveroordeelde [bedrijf] gaan akkoord met een hoofdelijke verplichting tot betaling aan de Staat van € 867.820,-;
- de rechtbank zal de duur van de gijzeling bepalen in overeenstemming met het normale hiervoor geldende rechtskader.
5.De veroordeling.
De beoordeling van de vordering en het afdoeningsvoorstel met betrekking tot de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
7.De bewijsmiddelen.
8.De betalingsverplichting.
€ 867.820,-;
€ 867.820,-ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, dat hij, door middel van of uit de baten van het feit ter zake waarvan hij is veroordeeld, heeft verkregen;