ECLI:NL:RBOBR:2024:6771

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
31 januari 2025
Zaaknummer
C/01/402143 / FA RK 24-856
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor geslachtsnaamwijziging bij Dienst Justis

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 december 2024 een beschikking gegeven in een familiekwestie betreffende de wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Akpinar, verzocht de rechtbank om vervangende toestemming om een verzoek tot geslachtsnaamwijziging in te dienen bij Dienst Justis. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Koop-van Vliet, voerde verweer en vroeg om niet-ontvankelijk verklaring van de moeder, alsook om een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming naar de wenselijkheid van de geslachtsnaamwijziging.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op basis van artikel 1:7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ouders met gezag gezamenlijk een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam kunnen indienen. Indien er onenigheid is, kan een van de ouders vervangende toestemming vragen. De rechtbank oordeelde dat het in het belang van de minderjarige wenselijk was dat Dienst Justis de voorwaarden voor de geslachtsnaamwijziging zou onderzoeken. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de moeder toegewezen en vervangende toestemming verleend voor het indienen van de aanvraag bij Dienst Justis. Het verzoek van de vader om een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming werd afgewezen.

De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. S. ter Braak, rechter en kinderrechter, en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/402143 / FA RK 24-856
Uitspraak : 5 december 2024
Beschikking betreffende vervangende toestemming dubbele achternaam in de zaak van
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna mede te noemen: de moeder,
advocaat: mr. S. Akpinar.
tegen
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna mede te noemen: de vader,
advocaat: mr. A. Koop-van Vliet,
als vervolg op de beschikking van deze rechtbank van 15 oktober 2024, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.

1.De procedure

1.1.
Bij voormelde beschikking heeft de rechtbank de beslissing aangehouden en aan de vader een verweertermijn gegeven van vier weken om te reageren op het gewijzigde verzoek van de moeder.
1.2.
Vervolgens heeft de rechtbank kennisgenomen van de navolgende stukken:
  • het verweerschrift van de vader op het gewijzigde verzoek van de moeder van 12 november 2024;
  • het F9-formulier van mr. Akpinar van 14 november 2024 met een reactie op het verweerschrift;
  • het F9-formulier van mr. Koop-van Vliet van 18 november 2024 met een reactie op het F9-formulier van mr. Akpinar.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Het verzoek en het verweer
2.1.1.
De moeder verzoekt de rechtbank, na wijziging van haar verzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, haar vervangende toestemming te verlenen om een verzoek tot geslachtsnaamwijziging bij Dienst Justis in te dienen.
2.1.2.
De vader voert verweer en concludeert tot het niet-ontvankelijk verklaren van de moeder, dan wel tot afwijzing van het verzoek van de moeder. Daarnaast verzoekt de vader bij wijze van aanvullend verzoek een onderzoek te gelasten door de raad voor de kinderbescherming naar en advies te geven over de vraag of de beoogde wijziging van de geslachtsnaam in een gecombineerde geslachtsnaam in het belang van het kind wenselijk is.
2.2.
Beoordeling
2.2.1.
De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 1:7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de ouders met gezag als wettelijk vertegenwoordigers namens hun kind een verzoek kunnen doen tot wijziging van de geslachtsnaam door de Koning. Een dergelijke aanvraag dient op basis van het Besluit Geslachtsnaamwijziging te worden gedaan bij Dienst Justis. Indien de gezagdragende ouders het niet eens zijn over de indiening van een dergelijke aanvraag bij Dienst Justis kan op grond van artikel 1:253a BW door een van hen worden verzocht om vervangende toestemming om een dergelijke aanvraag te mogen doen. De rechtbank neemt op grond van artikel 1:253a lid 1 BW een zodanige beslissing als haar in het belang van [minderjarige] wenselijk voorkomt.
2.2.2.
De rechtbank is van oordeel dat het wenselijk is voor [minderjarige] dat Dienst Justis onderzoekt of wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld voor toekenning van het verzoek van de moeder om de huidige geslachtsnaam van [minderjarige] te wijzigen in die van de beide ouders.
De rechtbank zal daarom het verzoek van de moeder toewijzen en vervangende toestemming verlenen voor het indienen van een aanvraag tot geslachtsnaamwijziging bij Dienst Justis. Het is vervolgens aan Dienst Justis om het verzoek inhoudelijk te beoordelen. Gelet hierop ziet de rechtbank ook geen aanleiding om de raad te verzoeken een onderzoek te doen zoals door de vader is verzocht.
2.3.
Proceskosten
2.3.1.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verleent de moeder, ter vervanging van de toestemming van de vader, toestemming voor het indienen van een verzoek tot geslachtsnaamwijziging bij Dienst Justis;
3.2.
wijst het verzoek van de vader af;
3.3.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
compenseert de proceskosten tussen partijen aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. ter Braak, rechter, tevens kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 5 december 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Conc: ITi
Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!