Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
Onderzoek van de zaak:
De beoordeling
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegden
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11 derde, vierde en vijfde lid van de Opiumweten
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2º of onderdeel 7º, meermalen gepleegd. [1]
Opbrengsten.
Voordeel uit strafbare feiten waarvoor veroordeelde is veroordeeld
9 kilogram.
€ 146.362,50(26.215 + 50.830,00 + 31.067,50 + € 38.250,00).
Voordeel uit andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat die door veroordeelde zijn begaan
€ 183.102,50(26.215 + 50.830,00 + 31.067,50 + € 38.250,00 + 36.740,00).
Kosten.
- 30 maart 2020 / 87 uur,
- 5 april 2020/ 87 uur,
- 14 april 2020/ 92 uur,
- 24 april 2020 / 114 uur,
- 11 mei 2020 / 102 uur,
- 18 mei 2020 / 106 uur.
€ 20.580,00(588 x € 35,00) aan salariskosten voor [medeverdachte 1] heeft betaald.
€ 170,00.
€ 6.099,81heeft betaald voor hennepstekken.
€ 6.211,88.
€ 37.500,00.
€ 70.561,69(€ 20.580,00 + € 170,00 + € 6.099,81 + € 6.211,88 + € 37.500,00).
Conclusie
€ 112.540,81(€ 183.102,50 – € 70.561,69).
Toepasselijke wetsartikelen
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
€ 112.540,81(honderdtwaalfduizend en vijfhonderdveertig euro en eenentachtig cent), ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, dat zij, door middel van of uit de baten van het feit ter zake waarvan zij is veroordeeld, heeft verkregen.