ECLI:NL:RBOBR:2024:6329

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
c01409407 fa rk 24-4269
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een aansluitende zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 8 november 2024 een beschikking gegeven inzake de verlening van een aansluitende zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, aansluitend op een eerder verleende zorgmachtiging die op 2 mei 2024 was verleend en op 2 november 2024 zou eindigen. De rechtbank oordeelde dat de zorgmachtiging niet was vervallen, omdat het verzoek tijdig was ingediend, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien betrokkene zorgmijdend was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk chronische schizofrenie, die ernstig nadeel veroorzaakt, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met het zorgplan, medische verklaringen en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot en met 8 november 2025, en wees enkele verzochte maatregelen af, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren en niet meer toegepast werden.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter F. Kooijman, in aanwezigheid van griffier L.J.E. Boudewijns-van den Wijngaard. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/409407 / FA RK 24-4269
Datum uitspraak: 8 november 2024
Beschikking aansluitende zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats]
hierna te noemen betrokkene,
verblijvende in [verblijfplaats] ,
advocaat: mr. S.E.H. Kehrens.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 25 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- [naam] , zorgverantwoordelijke.
1.3.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet gehoord wil worden. De advocaat van betrokkene heeft verklaard dat zij namens betrokkene het woord voert en dat betrokkene zelf niet gehoord wil worden.

2.Wat vaststaat

2.1.
Op 2 mei 2024 is een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, dus tot en met 2 november 2024.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen aansluitend op de op 2 mei 2024 verleende zorgmachtiging.
3.2.
Betrokkene voert verweer tegen de verzochte maatregelen ‘het beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’.
3.3.
Op de standpunten van partijen wordt, voor zover van belang, hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk chronische schizofrenie.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- maatschappelijke teloorgang.
4.4.
Bij betrokkene is sprake van achterdochtig gedrag. Zonder medicatie verergert de achterdocht en raakt hij de grip op de realiteit (verder) kwijt. Hij laat dreigend gedrag zien en hij heeft in het verleden overlast veroorzaakt.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de fysieke en geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene is zorgmijdend. Daarom is verplichte zorg nodig.
4.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
4.8.
De verzochte maatregelen ‘het toedienen van vocht en voeding’, ‘het beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’ zullen worden afgewezen. De rechtbank overweegt hiertoe dat deze maatregelen al langere tijd niet zijn toegepast en onvoldoende onderbouwd is dat deze maatregelen nodig zullen zijn.
4.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.11.
De rechtbank zal de machtiging verlenen voor de verzochte duur van twaalf maanden. De machtiging geldt tot en met 8 november 2025. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
4.12.
Bij beschikking van 2 mei 2024 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 2 november 2024. De officier van justitie heeft het onderhavige verzoek ingediend op 25 oktober 2024 en daarmee voor 2 november 2024. Dit betekent dat de op
2 mei 2024 verleende zorgmachtiging niet is vervallen (art. 6:6 lid 2 Wvggz). De rechtbank kan dus een zorgmachtiging verlenen die aansluit op een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:5, aanhef en onder b, Wvggz. De vraag is voorts tot wanneer deze aansluitende machtiging geldt. Uit de conclusie van de A-G van 1 mei 2023, ECLI:NL:PHR:2023:463, r.o. 3.15 leidt de rechtbank af dat bij het verlenen van deze zorgmachtiging geen rekening hoeft te worden gehouden met de dagen tussen 2 november 2024 en onderhavige beslissing, omdat de wettekst daartoe niet dwingt. Dit betekent dat onderhavige zorgmachtiging zal worden verleend en met 8 november 2025.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 4.7 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 november 2025;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2024 door mr. F. Kooijman, rechter, in aanwezigheid van mr. L.J.E. Boudewijns-van den Wijngaard, griffier en op schrift gesteld op 8 november 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.