5.De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat:
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] ,
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 26 oktober 2017,
te Ysselsteyn en/of Venlo, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
heeft/hebben gehandeld in strijd met bij de Regeling Dierlijke Producten aangewezen voorschriften van EU-verordeningen betreffende onderwerpen waarop de Wet dieren van toepassing is,
immers heeft/hebben zij in strijd met artikel 32 van Verordening 1069/2009 organische meststoffen en/of bodemverbeteraars in de handel gebracht,
terwijl deze organische meststoffen en/of bodemverbeteraars niet waren geproduceerd
overeenkomstig de voorwaarden voor sterilisatie onder druk en/of andere voorwaarden ter
voorkoming van risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid op grond van Verordening 1069/2009 en/of Verordening 142/2011,
- beschikte de biogasinstallatie aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet over een pasteurisatie-/ontsmettingstoestel dat niet overgeslagen kon worden (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef Verordening 142/2011), en
- was het pasteurisatie-/ ontsmettingstoestel aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet uitgerust met apparatuur waarmee kon worden bewaakt of de temperatuur van 70 °C gedurende een uur werd bereikt (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef en onder a Verordening 142/2011), en
- was het pasteurisatie-/ontsmettingstoestel aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet uitgerust met registreertoestellen die de bewakingsresultaten continu registreren (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef en onder b Verordening 142/2011), en
- was het pasteurisatie-/ontsmettingstoestel aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet uitgerust met een adequaat veiligheidssysteem om te voorkomen dat het te verwerken materiaal onvoldoende werd verhit (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef en onder c Verordening 142/2011), en
- werden geen regelmatige inspecties van de omgeving en/of de apparatuur uitgevoerd en/of werden de inspectieschema's en -resultaten niet goed gedocumenteerd (Bijlage V, Hoofdstuk II, onder 5 Verordening 142/2011), en
- werden de installaties en/of apparatuur aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet goed onderhouden en/of werd de meetapparatuur niet regelmatig geijkt (Bijlage V, Hoofdstuk II, onder 6 Verordening 142/2011), en
- werden gistingsresiduen in de biogasinstallatie aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet zodanig gehanteerd en/of opgeslagen dat herverontreiniging werd voorkomen (Bijlage V, Hoofdstuk II, onder 7 Verordening 142/2011), en
- werd niet voldaan aan de eis dat al het materiaal minimaal gedurende 60 minuten bij een minimumtemperatuur van 70 °C in de installatie aan de [adres 2] te Ysselsteyn was (Bijlage V, Hoofdstuk III, onder 1b en 1c Verordening 142/2011)
tot/aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, opdracht dan wel leiding heeft gegeven.
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] ,
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 26 oktober 2017,
te Ysselsteyn en/of Venlo, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
opzettelijk,
niet heeft/hebben gezorgd voor de invoering en/of toepassing en/of handhaving van eigen controles in de inrichting aan de [adres 2] te Ysselsteyn om op de naleving van Verordening 1069/2009 toe te zien
niet ervoor heeft/hebben gezorgd dat geen dierlijke bijproducten en/of afgeleide producten
waarvan wordt vermoed en/of is vastgesteld dat zij niet aan Verordening 1069/2009 voldoen, de inrichting en/of het bedrijf aan de [adres 2] te Ysselsteyn verlaten,
- beschikte de biogasinstallatie aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet over een pasteurisatie-/ontsmettingstoestel dat niet overgeslagen kon worden (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef Verordening 142/2011), en
- was het pasteurisatie-/ ontsmettingstoestel aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet uitgerust met apparatuur waarmee kon worden bewaakt of de temperatuur van 70 °C gedurende een uur werd bereikt (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef en onder a Verordening 142/2011), en
- was het pasteurisatie-/ontsmettingstoestel aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet uitgerust met registreertoestellen die de bewakingsresultaten continu registreren (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef en onder b Verordening 142/2011), en
- was het pasteurisatie-/ontsmettingstoestel aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet uitgerust met een adequaat veiligheidssysteem om te voorkomen dat het te verwerken materiaal onvoldoende werd verhit (Bijlage V, Hoofdstuk I, Afdeling 1, aanhef en onder c Verordening 142/2011), en
- werden geen regelmatige inspecties van de omgeving en/of de apparatuur uitgevoerd en/of werden de inspectieschema's en -resultaten niet goed gedocumenteerd (Bijlage V, Hoofdstuk II, onder 5 Verordening 142/2011), en
- werden de installaties en/of apparatuur aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet goed onderhouden en/of werd de meetapparatuur niet regelmatig geijkt (Bijlage V, Hoofdstuk II, onder 6 Verordening 142/2011), en
- werden gistingsresiduen in de biogasinstallatie aan de [adres 2] te Ysselsteyn niet zodanig gehanteerd en/of opgeslagen dat herverontreiniging werd voorkomen (Bijlage V, Hoofdstuk II, onder 7 Verordening 142/2011), en
- werd niet voldaan aan de eis dat al het materiaal minimaal gedurende 60 minuten bij een minimumtemperatuur van 70 °C in de installatie aan de [adres 2] te Ysselsteyn was (Bijlage V, Hoofdstuk III, onder 1b en 1c Verordening 142/2011) en
- was sprake van een gebrekkige Administratieve Organisatie en Interne Beheersing (AO/IB),
tot/aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, opdracht dan wel leiding heeft gegeven.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.