ECLI:NL:RBOBR:2024:6105
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 6 juni 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoekster, die verdachte is in een strafzaak met parketnummer 71-149502-24, had de wraking ingediend na een zitting op 24 mei 2024, waar zij een verzoek tot aanhouding had gedaan. De rechter, mr. S.A.E.M. Rampaart, had dit verzoek afgewezen, wat verzoekster deed concluderen dat er mogelijk sprake was van vooringenomenheid. In haar reactie op het wrakingsverzoek gaf de rechter aan dat zij niet berustte in de beschuldigingen en dat haar beslissing procedureel was, zonder blijk van vooringenomenheid.
De wrakingskamer oordeelde dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. Het verzoek werd ongegrond verklaard, omdat de wrakingskamer van mening was dat de rechterlijke beslissing om het aanhoudingsverzoek af te wijzen geen grond kan vormen voor wraking. De wrakingskamer benadrukte dat er geen concrete feiten of omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.