Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het onderzoek.
2.De vordering.
€ 480.000,-- wordt vastgesteld.
3.Het standpunt van de verdediging.
4.Het afdoeningsvoorstel.
- veroordeelde en medeveroordeelde [medeverdachte 1] . gaan akkoord met een hoofdelijke verplichting tot betaling aan de Staat van € 480.000,--;
- [medeverdachte 2] gaat akkoord met een verplichting tot betaling aan de Staat van € 720.000,--;
- de rechtbank zal de duur van de gijzeling bepalen in overeenstemming met het normale hiervoor geldende rechtskader.
5.De veroordeling.
De beoordeling van de vordering en het afdoeningsvoorstel met betrekking tot de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
7.De bewijsmiddelen.
8.De betalingsverplichting.
- [verdachte] en/of [medeverdachte 1] . betalen een geldbedrag ter grootte van € 480.000,--;
- [medeverdachte 2] betaalt een geldbedrag ter grootte van € 720.000,--;
- de verplichting tot betaling wordt ten aanzien van de overige entiteiten, te weten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , op nihil gesteld.