Uitspraak
[eiseres] , uit [woonplaats 1] , eiseres
[eiser] te [woonplaats 1] , eiser
[naam]uit [woonplaats 1] , de derde-partij (gemachtigde [naam] ).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Op 6 juni 1995 heeft de voormalige gemeente Den Dungen een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (milieuvergunning) verleend aan de derde-partij voor het vestigen en gebruiken van een motorcrossterrein. Op 2 december 2005 heeft het college een milieuvergunning verleend voor het openstellen van het terrein in de wintermaanden en het organiseren van wedstrijden in de vakantieperioden met uitzondering van de zomervakantie. Op 12 december 2014 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de openingstijden, waarbij de opening gedurende maximaal 8 uur per week is gehandhaafd.
- Op 12 mei 2021 heeft de derde-partij in verband met een voorgenomen fusie met een andere motorcrossclub een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor uitbreiding van de motorcrossactiviteiten, het wijzigen van de locatie van de startbaan, het verruimen van de bocht in de binnenbaan en het realiseren van een partkeerterrein.
- Het college heeft een ontwerpbesluit ter inzage gelegd. Eisers hebben tegen het ontwerpbesluit zienswijzen ingediend.
- Bij besluit van 31 juli 2023 heeft het college de omgevingsvergunning voor het wijzigen van en het in werking hebben van de gehele inrichting verleend.
- Op het terrein staat een clubhuis.
- Op het grootste deel van terrein rustte ingevolge het bestemmingsplan “Buitengebied noord en Kloosterstraat ‘s-Hertogenbosch” de bestemming “Sport” met de aanduiding ‘motorcrossterrein’. Vier delen van het terrein hebben de bestemming ‘Natuur’ waarbinnen een motorcrossterrein niet is toegestaan. Dit bestemmingsplan maakt deel uit van het omgevingsplan van de gemeente ’s-Hertogenbosch.
- De voorgenomen fusie is op een andere manier doorgegaan. De leden van de andere vereniging zijn nu lid van de derde-partij.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- stelt verweerder in de gelegenheid om binnen 6 weken na verzending van deze tussenuitspraak de gebreken te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- bepaalt dat bij het nemen van het herstelbesluit afdeling 3.4 van de Awb buiten toepassing blijft;
- houdt iedere verdere beslissing aan.