ECLI:NL:RBOBR:2024:5471

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
C/01/396566 / HA ZA 23-580
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding vanwege beëindiging huurovereenkomst en uitleg algemene voorwaarden

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Movico B.V. en One Motorsport Limited. Movico vorderde schadevergoeding van One Motorsport vanwege de annulering van een huurovereenkomst voor de huur van een hospitality unit, die zou worden gebruikt tijdens races in het British Touring Car Championship. De huurovereenkomst was gesloten voor een periode van zes maanden, maar werd enkele weken voor de start van de huurperiode door One Motorsport geannuleerd. Movico stelde dat zij recht had op schadevergoeding op basis van haar algemene voorwaarden, die een staffel voor annuleringsvergoedingen bevatten. De rechtbank oordeelde dat Movico recht had op een schadevergoeding van € 193.701,00, vermeerderd met wettelijke rente, en dat One Motorsport in verzuim verkeerde. De rechtbank wees ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toe, waarbij One Motorsport grotendeels in het ongelijk werd gesteld. De rechtbank concludeerde dat de algemene voorwaarden van Movico van toepassing waren en dat de schadevergoeding op basis van de werkelijke schade moest worden berekend, waarbij Movico voldoende bewijs had geleverd voor haar vordering.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/396566 / HA ZA 23-580
Vonnis van 20 november 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
MOVICO B.V.,
gevestigd te Deurne,
eisende partij,
hierna te noemen: ‘Movico’,
advocaat: mr. F.W.H. Weelen,
tegen
de rechtspersoon naar Brits recht,
ONE MOTORSPORT LIMITED,
gevestigd te Southwick, Brighton (Engeland),
gedaagde partij,
hierna te noemen: ‘One Motorsport’,
advocaat: mr. R.J. Stoop.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 juli 2023 met 29 producties;
- de conclusie van antwoord met 11 producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte wijziging eis en overlegging producties namens Movico, met 65 producties;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 oktober 2024.
1.2.
Aan het einde van de mondelinge behandeling is bepaald dat schriftelijk uitspraak zal worden gedaan. De datum daarvan is uiteindelijk vastgesteld op vandaag.

2.Waar de zaak over gaat en wat de rechtbank beslist

2.1.
Partijen hebben een huurovereenkomst gesloten voor de huur van een hospitality unit door One Motorsport. Enkele weken voor de start van de huurperiode heeft One Motorsport de huurovereenkomst geannuleerd. Movico vordert daarom een annuleringsvergoeding op grond van haar algemene voorwaarden. De primaire vordering van Movico zal grotendeels worden toegewezen.

3.De feiten

3.1.
Movico legt zich (onder meer) toe op het verhuren en verkopen van voertuigen voor mobiele promotie, productpresentaties en evenementenorganisatie. One Motorsport opereert een autoraceteam dat onder andere meedoet aan het British Touring Car Championship (BTCC).
3.2.
Tussen partijen is een huurovereenkomst (hierna: ‘de huurovereenkomst’) tot stand gekomen voor de huur van het voertuig ‘Giant XL 02’ (hierna: ‘het Voertuig’), welke door One Motorsport zou worden gebruikt als hospitality unit tijdens haar races in de BTCC. De huurovereenkomst is gedateerd op 5 oktober 2022 en zag op de periode tussen 15 april 2023 en 23 oktober 2023. Gedurende deze periode zou het Voertuig exclusief worden gehuurd door One Motorsport tegen een huurprijs van € 253.000,00 exclusief btw en overige (vervoers)kosten zoals benoemd in artikel 4 van de huurovereenkomst.
3.3.
Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Movico van toepassing verklaard (hierna: ‘de algemene voorwaarden’). In de algemene voorwaarden staat, voor zover relevant:

Article 10. Default and dissolution
(…)
Interruption and cancellation of agreement
If the agreement is interrupted by you due to a cause that can be attributed to you or if the agreement is cancelled by you then you are held to compensate Movico for any and all incurred costs and any and all financial consequences deriving thereof (e.g. lost profit) for Movico on account of non-performance of the agreement. The costs and financial consequences for Movico are fixed at an amount according to the following sliding scale, without prejudice to the right of Movico to recover the actual costs and financial consequences, to the extent that they exceed this fixed amount, from you:
  • fixed fee of 10% of the total price of the agreement, plus any costs already incurred, in case of cancellation 45 days or more prior to the start date of the event or project;
  • fixed fee of 30% of the total price of the agreement, plus any costs already incurred, in case of cancellation between 10 and 45 days prior to the start date of the event or project;
  • fixed fee of 60% of the total price of the agreement, plus any costs already incurred, in case of cancellation less than 10 days prior to the start date of the event or project;
  • fixed fee of 100% of the total price of the agreement, plus any costs already incurred, in case of cancellation by the time Movico is already heading to or arrived at the location.
The term 'costs already incurred’ also includes costs not specifically included in the contract, such as costs of design, realization of lettering, interior etc.
(…)
Article 13. Complaints and disputes
Are you not satisfied with our services? We would appreciate it if you could let us know first in order that we can seriously address your complaint. In case of possible disputes occurring as a result of these terms and conditions or the agreement you should address the competent court in Oost-Brabant.
Article 14. Applicable law
Dutch law is applicable to these general terms and conditions and any and all agreements and acts as a result thereof.
3.4.
Het Voertuig was gedurende het seizoen 2022 ook al gehuurd door One Motorsport. Op 1 maart 2023 heeft [A] van Movico aan [B] (hierna: ‘ [B] ’) van One Motorsport geschreven, voor zover relevant:
“(…)
I assume the XL needs to be rebranded for the 2023 season. Is this indeed needed? For feasibility reasons I want to mention the following. Stickering is planned on 30th of March and final apporoval is needed on 22nd of March. These cannot be moved unfortunately. (…)
3.5.
In twee e-mails van 2 maart 2023 heeft [B] aan Movico zijn zorgen geuit over de voortgang van het BTCC-seizoen en de stijgende kosten voor de deelnemende teams. Op 8 maart 2023 heeft hij geschreven, voor zover relevant:

(…) We have been successful with obtaining one new large sponsor in Starline for two cars but they have also dropped a bombshell on us they have reduced their budget to us considerably and in turn, have gone for a far cheaper and independent option in an awning, that’s how big clients are acting these days, drilling us for every penny.
(…)
The remaining 6 teams controlling 22 cars are adamant that TOCA have to come to the table with rule changes to cut costs as the Championship is totally unsustainable.
(…)
If we are able to resolve matters which in the rules have to be by the 17th March, if we do continue and as an option, if we were to make the contract non-exclusive so you can use for any other event but for the 10 BTCC rounds to us, to try and keep this project afloat would you consider a 50% reduction in rental for 2023? It’s not ideal but I feel we could sell some of the space for purely fans but that will always be at a far cheaper price than Corporate which we always look to attract. (…)
3.6.
Op 23 maart 2023 heeft [B] aan Movico geschreven, voor zover relevant:

(…) Further to my email placing you on notice on the 8th March last of the likely cancellation of our contract, and with all the changes and issues here in the UK with the BTCC Championship both operationally and financially, we deeply regret to write and at this moment in time, to confirm the position from the 8th March has not improved and the cancellation our Contract for the XL2 in BTCC for 2023 is confirmed. (…)
3.7.
Op 27 maart 2023 heeft [C] van Movico aan [B] geschreven:

It is sad that we receive this news, and we regret to be notified that One-Motorsport / BTC Racing terminates the contract with Movico. We look back on a pleasant cooperation with you. We have taken knowledge about your termination letter and hereby we send you our official conditions for termination of the contract. According to our T&C's, hereby we refer to paragraph 10 interruption and cancellation of agreement - 20 / 45 days before start date of event, we hold the right to get paid 50% for the contract value for 2023. The total contract value is € 253.000 which means this amount will be € 126.500 ex VAT. Our financial department will send an invoice for this amount today to be paid within 7 days. After this period, we hold the right to require 100% as termination / cancellation fee and legal steps.
3.8.
Op 27 maart 2023 heeft [B] als volgt gereageerd:

[C]
Please do not bother to raise such an invoice, it will never be paid.
I'm in a Board meeting right now, I will review your T&Cs but you are not in the real world.
[B]
3.9.
Vervolgens heeft Movico op 27 maart 2023 factuur [nummer] aan One Motorsport gestuurd, die een “
termination fee – contract 2023” inhoudt van € 126.500,00, uiterlijk te betalen op 3 april 2023. Deze factuur is niet voldaan door One Motorsport.
3.10.
In de opvolgende periode heeft de advocaat van Movico One Motorsport zonder succes meerdere keren gesommeerd om tot betaling over te gaan. Op 4 juli 2023 heeft de advocaat van Movico aan [B] geschreven, voor zover relevant:

My client’s patience has come to an end and my client considers starting a law suit, claiming an amount of EUR 242.085 to be increased with extra-judicial costs and interest. The amount of EUR 242.085 is based on profit loss (EUR 219.951) and operational costs already made for the estimated and reserved hours for the operators to be dedicated to all events (EUR 22.134). The amount is due to the illegitimate one-sided termination of the agreement, which covered many events such as Doningham Park, Brands Hatch, Thruxton, Oulton Park, Croft, Knockhill, Snetterton and Silverstone. The extra-judicial costs amount to EUR 2.985,43. If the total amount of EUR 245.070,43 is not paid within 5 working days from now on my client’s bank account, my client will initiate the proceedings at the Dutch court and instruct the bailiff accordingly.
3.11.
Het Voertuig is tijdens de rest van het seizoen 2023 tussen 7 en 9 september 2023 verhuurd aan Alpine FR voor een huurprijs van € 26.250,00.

4.Het geschil

4.1.
Movico vordert primair veroordeling van One Motorsport tot betaling van € 242.085,00 aan schadevergoeding, althans een bedrag van € 98.034,00, althans een schadevergoeding op te maken bij staat, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. Subsidiair vordert Movico, naast het bovenstaande, nakoming van de huurovereenkomst. Tot slot vordert Movico One Motorsport te veroordelen tot betaling van de proceskosten, waaronder begrepen € 1.505,08 aan vertaalkosten van het exploot van dagvaarding.
4.2.
Samengevat stelt Movico dat zij op grond van artikel 10 van haar algemene voorwaarden recht heeft op schadevergoeding in verband met de voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst door One Motorsport. Zij vordert in dat verband vergoeding van
€ 219.951,00 aan gederfde winst en € 22.134,00 aan gemaakte kosten. Voor zover dat niet opgaat doet Movico een beroep op de staffel die in hetzelfde artikel is opgenomen.
4.3.
One Motorsport voert verweer. One Motorsport concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Movico, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Movico, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Movico in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De rechtbank is bevoegd en Nederlands recht is van toepassing
5.1.
Omdat One Motorsport gevestigd is in het Verenigd Koninkrijk heeft de zaak een grensoverschrijdend karakter. De rechtbank dient daarom te beoordelen of zij bevoegd is om van de vordering tegen One Motorsport kennis te nemen.
5.2.
De Verordening (EG) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Verordening Brussel I-bis) is niet van toepassing, omdat One Motorsport geen woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie. Ook andere internationale regelingen op het gebied van de rechterlijke bevoegdheid zijn niet van toepassing. Dat betekent dat de internationale bevoegdheid van de voorzieningenrechter beoordeeld moet worden aan de hand van de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: ‘Rv’) neergelegde regels over de rechtsmacht van de Nederlandse rechter (artikel 1 t/m 14 Rv). Partijen zijn het erover eens dat zij in artikel 13 van de algemene voorwaarden een forumkeuze in de zin van artikel 8 lid 1 Rv zijn overeengekomen. Daarin is bepaald dat geschillen die voortvloeien uit de huurovereenkomst dienen te worden voorgelegd bij deze rechtbank. Ook staat de onderhavige rechtsbetrekking tot hun vrije bepaling. De rechtbank acht zich daarom bevoegd om kennis te nemen van de vordering van Movico.
5.3.
Vervolgens is van belang welk recht van toepassing is op de huurovereenkomst. Het toepasselijke recht in de verhouding Movico en One Motorsport dient vastgesteld te worden aan de hand van de Verordening (EG) nr. 953/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: ‘Rome I’). Rome I heeft namelijk een universele formele werkingssfeer. In artikel 14 van de algemene voorwaarden hebben partijen een rechtskeuze gemaakt in de zin van artikel 3 Rome I. Dit betekent dat Nederlands recht van toepassing is.
Movico heeft na opzegging recht op de werkelijk geleden schade (artikel 10 algemene voorwaarden)
5.4.
Op 23 maart 2023 heeft One Motorsport, voorafgaand aan de start van het raceseizoen 2023 en daarmee ook voorafgaand aan de aanvang van de huurperiode, de huurovereenkomst opgezegd. In de aanhef van artikel 10 van de algemene voorwaarden is bepaald dat One Motorsport vanwege deze opzegging gehouden is om alle schade van Movico door de niet-nakoming van de huurovereenkomst te vergoeden, waaronder gederfde winst. Het artikel verwijst voor de berekening van de schade naar een staffel, gebaseerd op percentages van de waarde van de huurovereenkomst en de datum van opzegging ten opzichte van de startdatum van het betreffende project.
5.5.
Partijen zijn het oneens over de toepassing van dit artikel. Volgens Movico heeft zij ondanks de staffel recht op vergoeding van alle al gemaakte kosten en alle financiële nadelige gevolgen door de opzegging, waaronder de gederfde winst, voor zover deze schade het bedrag dat uit de staffel volgt overstijgt. Dat volgt uit de toevoeging: “
without prejudice to the right of Movico to recover the actual costs and financial consequences, to the extent that they exceed this fixed amount”. Movico berekent haar schade op
€ 219.951,00 aan gederfde winst en € 22.134,00 aan gemaakte kosten, terwijl uit de staffel een bedrag van € 75.900,00 (op basis van 30% van de contractprijs) en € 22.134,00 aan gemaakte kosten volgt. Volgens One Motorsport is artikel 10 van de algemene voorwaarden een boetebeding en dient de staffel het uitgangspunt te zijn voor de berekening van de boete.
5.6.
De vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding tussen partijen is geregeld kan niet worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op wat zij ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158, Ermes/Haviltex).
5.7.
Zuiver taalkundig blijkt uit de tekst van artikel 10 van de algemene voorwaarden dat dit artikel beoogt een schadevergoeding te regelen en geen opzeggingsboete. Er wordt namelijk bepaald dat opzegging resulteert in “
non-performance of the agreement”, oftewel een tekortkoming in de nakoming zoals bedoeld in artikel 6:74 BW. Verder is juist dat de tekst van het artikel bepaalt dat de schadevergoeding wordt berekend aan de hand van de staffel. Movico kan echter volgens de tekst van het artikel ook de werkelijke schade van One Motorsport vorderen, voor zover de schade het bedrag dat uit de staffel volgt overstijgt. Partijen hebben geen andere feiten en omstandigheden gesteld waaruit een andere partijbedoeling blijkt. De rechtbank gaat dan ook uit van de door Movico verdedigde (taalkundige) uitleg.
Movico heeft voor € 193.701,00 schade geleden
5.8.
One Motorsport betwist verder dat de schade van Movico het bedrag uit de staffel overstijgt. Zij voert aan dat Movico de hoogte van de gestelde schade onvoldoende heeft onderbouwd. One Motorsport sluit daarom aan bij een annuleringsvergoeding van 10%, of hoogstens 30% van de totale contractprijs, op basis van de staffel.
5.9.
Als reactie daarop heeft Movico nadere producties ingebracht en ter zitting haar schade nader toegelicht. Met deze stukken en de (nadere) toelichting heeft Movico voldoende gemotiveerd en onderbouwd dat haar gederfde winst vanwege de opzegging door One Motorsport hoger is dan het bedrag dat uit de staffel zou volgen, namelijk
€ 219.951,00. Concreet verwijst de rechtbank naar de toelichting op de tabellen met de berekening van de gederfde winst (productie 28), de gerealiseerde winst met het contract van 2022 (productie 70) en de correspondentie met [D] van FAB Financial Services (productie 71 en 72), waaruit de gederfde winst en gemaakte kosten over 2023 kunnen worden afgeleid. De vergelijking met de gerealiseerde winst in 2022 gaat op, omdat de huurovereenkomst in 2023 ziet op hetzelfde Voertuig, over dezelfde huurperiode en onder vrijwel dezelfde voorwaarden.
5.10.
Dat geldt niet voor de door Movico gestelde kosten van € 22.134,00 die zij al voor de uitvoering van de huurovereenkomst zou hebben gemaakt en die niet zijn vergoed. Movico heeft gesteld dat deze kosten zien op de inkoop van de uren van operators. Het bovengenoemde bedrag heeft zij bepaald door het aantal geraamde uren per operator per circuit te vermenigvuldigen met de inkoopprijs per uur per operator. Deze kosten zijn door One Motorsport betwist. Zij wijst erop dat Movico heeft verzuimd om aan te tonen dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Bij haar nadere akte heeft Movico correspondentie over het inplannen van trainingen met One Motorsport, gemaakte hotelreserveringen en verklaringen van operators overgelegd.
5.11.
Ook met deze stukken heeft Movico onvoldoende gemotiveerd gesteld dat de gestelde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, hoe het gestelde bedrag is opgebouwd en welke kosten daaraan precies ten grondslag liggen. Movico heeft ter zitting toegelicht dat het gaat om interne kosten en voornamelijk personeelskosten van vaste werknemers. Deze kosten had Movico hoe dan ook gemaakt, zodat dit geen schadepost is die in causaal verband staat met de opzegging van One Motorsport. Los daarvan heeft Movico de door haar gehanteerde berekeningswijze niet gespecificeerd, zodat de rechtbank niet kan nagaan of deze juist is. Voor het overige bleef de toelichting op zitting te algemeen. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat Movico deze schade heeft geleden. Aan schatting van de schade in de zin van artikel 6:97 BW komt de rechtbank niet toe. Ter zitting heeft Movico haar bewijsaanbod ten aanzien van dit gedeelte van haar vordering ingetrokken, zodat de rechtbank ook niet aan nadere bewijslevering toekomt.
5.12.
Het bedrag aan gederfde winst dat kan worden toegewezen (€ 219.951,00) dient nog wel te worden verminderd met de inkomsten die Movico in 2023 met het Voertuig heeft gerealiseerd. Tussen partijen is niet in geschil dat het Voertuig tussen 7 en 9 september 2023 is verhuurd aan Alpine FR voor een huurprijs van € 26.250,00. Dit bedrag komt door toepassing van artikel 6:100 BW (voordeelstoerekening) in mindering op de schade van Movico. Er is niet gebleken dat Movico andere inkomsten met het Voertuig heeft gerealiseerd in 2023. One Motorsport heeft erop gewezen dat het Voertuig tijdens de Dutch GP in Zandvoort zou zijn ingezet, maar Movico heeft toegelicht dat dit de Giant XL 01 betrof en niet het Voertuig.
5.13.
One Motorsport heeft daarnaast gesteld dat Movico niet heeft voldaan aan haar schadebeperkingsverplichting. Movico heeft zich namelijk onvoldoende ingezet om het Voertuig alsnog te verhuren. Ter onderbouwing wijst One Motorsport erop dat Movico slechts een enkel LinkedIn-bericht heeft overgelegd waarin het Voertuig wordt aangeboden. Movico heeft dat betwist. Zij heeft toegelicht dat het, ondanks haar inspanningen, vlak voorafgaand aan en gedurende het (nieuwe) raceseizoen lastig is om een hospitality unit zoals het Voertuig alsnog verhuurd te krijgen. Raceteams zijn dan al voorzien en zij hebben dan al overeenkomsten met andere aanbieders gesloten. De rechtbank volgt Movico daarin. Zij heeft met haar aanvullende producties 74 tot en met 79 ook voldoende onderbouwd dat zij wel degelijk inspanningen heeft verricht om het Voertuig aan een derde te verhuren.
5.14.
One Motorsport verkeert met het betalen van de schadevergoeding in verzuim. Dat volgt uit de e-mail van [B] aan Movico op 27 maart 2023, waarin [B] heeft geschreven dat Movico geen factuur voor de schadevergoeding hoeft te sturen omdat One Motorsport een dergelijke factuur niet zal betalen. De rechtbank begrijpt dat als een mededeling waaruit Movico moet afleiden dat One Motorsport in de nakoming van de schadevergoedingsverbintenis zal tekortschieten (artikel 6:83 onder c BW). De mededeling van One Motorsport is zo algemeen geformuleerd dat Movico hieruit heeft kunnen afleiden dat One Motorsport geen enkele vorm van schadevergoeding zal voldoen. Het verzuim geldt daarom, vanaf 27 maart 2023, ook voor de in deze procedure gevorderde schadevergoeding.
5.15.
De vordering van Movico kan in beginsel tot een bedrag van € 193.701,00
(€ 219.951,00 - € 26.250,00) worden toegewezen.
Geen reden voor matiging
5.16.
Tot slot heeft One Motorsport een beroep op matiging gedaan. Artikel 6:109 BW bepaalt dat de rechter een verplichting tot schadevergoeding kan matigen als volledige toekenning in de gegeven omstandigheden tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. One Motorsport stelt dat dit het geval is. Het kon namelijk niet van One Motorsport gevergd worden om de overeenkomst ongewijzigd in stand te laten vanwege externe factoren en ‘een aan overmacht grenzende situatie’. Ook wijst zij op de beperkte grootte van haar onderneming, het aanbieden van alternatieve oplossingen aan Movico en het dreigende faillissement van One Motorsport bij volledige toewijzing. One Motorsport baseert haar beroep op matiging ook op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 2 BW).
5.17.
Movico heeft deze stellingen gemotiveerd betwist. Zij heeft onder andere gewezen op het succes van One Motorsport als raceteam, de grootte van One Motorsport als onderneming en de grote groep van vennootschappen van [B] waar One Motorsport onderdeel van is.
5.18.
Gelet op de betwisting van Movico heeft One Motorsport haar stellingen onvoldoende gemotiveerd om een succesvol beroep op matiging te doen. Zij heeft namelijk slechts in het algemeen de onaanvaardbare gevolgen van toewijzing gesteld, maar daarbij naar geen enkel bewijsstuk verwezen om haar beroep te ondersteunen. One Motorsport wordt daarin dus niet gevolgd en de rechtbank zal niet overgaan tot matiging.
Wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten
5.19.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de datum van het verzuim van One Motorsport (27 maart 2023), aangezien dit gegrond is op de wet en de verschuldigdheid daarvan niet door One Motorsport is betwist.
5.20.
Movico vordert ook vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. One Motorsport heeft de verschuldigdheid van deze kosten betwist, omdat de vordering van Movico is gebaseerd op schadevergoeding. Dat betekent echter niet per definitie dat geen buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd. Een vordering tot schadevergoeding valt niet binnen het bereik van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: ‘het Besluit’). Het uitgangspunt is dan dat de rechtbank de gevorderde vergoeding toetst aan de oriëntatiepunten voor de beoordeling van dergelijke vorderingen uit het rapport BGK-integraal. Concreet wordt dan nog wel aanknoping gezocht bij de tarieven zoals bepaald in het Besluit. Deze tarieven worden geacht redelijk te zijn.
5.21.
Movico heeft voldoende gesteld over de incassowerkzaamheden die namens haar zijn verricht, zodat daarvoor een vergoeding kan worden toegewezen. De vordering van € 2.985,43 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 2.712,01 bij € 193.701,00 in hoofdsom. De rechtbank wijst daarom € 2.712,01 toe. De gevorderde rente daarover zal worden toegewezen omdat daartegen geen verweer is gevoerd.
5.22.
One Motorsport is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Daaronder vallen ook de door Movico gevorderde vertaalkosten. De proceskosten van Movico worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
5.737,00
- vertaalkosten
1.505,08
- salaris advocaat
5.428,00
(2 punten × € 2.714,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.954,81
5.23.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt One Motorsport om aan Movico te betalen een bedrag van € 193.701,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom van € 193.701,00, met ingang van 27 maart 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt One Motorsport in de proceskosten van € 12.954,81, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als One Motorsport niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt One Motorsport tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
veroordeelt One Motorsport om aan Movico te betalen een bedrag van € 2.712,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding, tot de dag van volledige betaling,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Schollen-den Besten en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2024.