ECLI:NL:RBOBR:2024:5335

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
24/3673 en 24/3778
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing spoedeisende bestuursdwang wegens strijd met brandveiligheidseisen, sluiting en ontruiming pand binnen 24 uur, verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen

Op 24 oktober 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre aan verzoekers medegedeeld dat het op 25 oktober 2024 om 19.00 uur spoedeisende bestuursdwang zal toepassen door het pand op het perceel aan de [adres] in [woonplaats] te sluiten en te ontruimen. Verzoeker 1 heeft deze mededeling opgevat als een besluit van het college en heeft op 25 oktober 2024 bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, geregistreerd onder nummer SHE 24/3673. Verzoeker 2 heeft op dezelfde dag omstreeks 14.35 uur ook bezwaar gemaakt en een verzoek ingediend, geregistreerd onder nummer SHE 24/3778. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 25 oktober 2024 om 16.00 uur behandeld. De verzoekers zijn bewoners van het pand, terwijl derde-partij, die ook aan de zaak deelneemt, eigenaar is van het pand. Het college heeft besloten tot spoedeisende bestuursdwang vanwege strijd met (brand)veiligheidseisen en het gebruik van het pand in strijd met het omgevingsplan. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken afgewezen, oordelend dat het college bevoegd was om bestuursdwang toe te passen op basis van de bevindingen van toezichthouders en de acute gevaren die in de rapporten zijn vastgesteld. De voorzieningenrechter concludeert dat de situatie in het pand zodanig gevaarlijk was dat spoedeisende bestuursdwang gerechtvaardigd was. De uitspraak is gedaan door mr. S.D.M. Michael, voorzieningenrechter, en is uitgesproken op 25 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummers: SHE 24/3673 en SHE 24/3778

uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 oktober 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker 1,

[verzoeker], verzoeker 2,
beiden uit [woonplaats] ,
samen ook wel: verzoekers
(gemachtigde: mr. M.F. van Hulst),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre, het college

(gemachtigde: mr. F.A. Pommer).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[naam] en [naam]uit [woonplaats] (derde-partij)
(gemachtigde: mr. M.C.J. Houben).

Inleiding

1. Op 24 oktober 2024 heeft het college verzoekers mondeling medegedeeld dat het op 25 oktober 2024 om 19.00 uur spoedeisende bestuursdwang zal toepassen door het pand op het perceel aan de [adres] in [woonplaats] (het pand) te sluiten en gesloten te houden en het pand te ontruimen.
2. Verzoeker 1 heeft deze mededeling opgevat als een besluit van het college en daartegen op 25 oktober 2024 om 9.07 uur bezwaar gemaakt en bij de rechtbank en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dat verzoek staat geregistreerd onder nummer SHE 24/3673.
3. Op 25 oktober 2024 omstreeks 14.30 uur heeft het college zijn beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen op schrift gesteld.
4. Op 25 oktober 2024 omstreeks 14.35 uur heeft ook verzoeker 2 tegen de beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe passen bezwaar gemaakt en bij de rechtbank een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dat verzoek staat geregistreerd onder nummer SHE 24/3778.
5. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 25 oktober 2024 om 16.00 uur op zitting gevoegd behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker 2, de gemachtigde van verzoekers, de gemachtigde van het college en de gemachtigde van derde-partij. Ook zijn [naam] en [naam] namens het college naar de zitting gekomen.
6. De griffier heeft het dictum op 25 oktober 2024 omstreeks 18.30 uur telefonisch aan partijen doorgegeven.

Wat aan de zitting vooraf is gegaan

7. Verzoekers zijn bewoners van het pand. Derde-partij is eigenaar van het pand. Naar aanleiding van een op 8 oktober 2024 door derde-partij gedane verzoek om handhaving hebben toezichthouders van de gemeente Waalre en de Veiligheidsregio Zuidoost Brabant, vergezeld door de brandweer, op 24 oktober 2024 omstreeks 11.00 uur en 16.00 uur controles uitgevoerd in het pand. Over de bevindingen en constateringen van overtredingen zijn op 25 oktober 2024 controlerapporten opgesteld. Op 24 oktober 2024 omstreeks 18.50 uur heeft het college besloten om spoedeisende bestuursdwang toe te passen door het pand te sluiten en te ontruimen wegens, onder meer, strijd met (brand)veiligheidseisen en het strijdige gebruik met het omgevingsplan. Daarbij heeft het college een termijn van 24 uur gesteld waarbinnen de bewoners het pand en het perceel moeten hebben verlaten. Dat betekent dat het pand op 25 oktober om 19.00 uur gesloten en ontruimd zal worden.
8. In het schriftelijk besluit van 25 oktober 2024 heeft het college overtredingen van de volgende wettelijke voorschriften genoemd:
  • artikel 6.4 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl): (brand)veiligheidseisen;
  • artikel 1.7 van de Omgevingswet en artikel 7.1a van de Omgevingswet: de algemene zorgplicht:
  • artikel 11.1 van het omgevingsplan of de planregels: strijdig gebruik met het omgevingsplan; en
  • artikel 15 en16 Afvalstoffenvereniging Waalre 2024: opgeslagen afvalstoffen.
Volgens het college is het gelet op die overtredingen bevoegd om spoedeisende bestuursdwang toe te passen. Het college heeft daarbij de bewoners van het pand geadviseerd om, als zij geen alternatieve huisvesting kunnen vinden, gebruik te maken van de maatschappelijke opvang voor dak- en thuislozen in Eindhoven.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

9. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet. De relevante wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
10. Beoordeeld dient te worden of het college, gelet op de, ten tijde van de besluitvorming op 24 oktober 2024 om spoedeisende bestuursdwang toe te passen, bij hem aanwezige kennis en ter beschikking staande gegevens, ervan mocht uitgaan dat zich een overtreding van, in ieder geval, artikel 6.4 van het Bbl voordeed en of het daarbij tot de conclusie kon komen dat zich een zodanig gevaarlijke situatie voordeed dat, met het oog op de gezondheid en veiligheid van personen, spoedeisende bestuursdwang was vereist om deze situatie te beëindigen (vergelijk onder meer de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Statie (Afdeling) van 18 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1283, r.o. 2.2.).
11. Niet in geschil is dat sprake is van, in ieder geval, een overtreding van artikel 6.4 van het Bbl. Gelet hierop is het college bevoegd om bestuursdwang toe te passen.
12. Het college heeft aan zijn besluit tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang (onder meer) ten grondslag gelegd het controlerapport van toezichthouders B. Erbisim en N. Smits van de gemeente Waalre, het controlerapport van toezichthouder M. van Mensvoort van de gemeente Waalre en het controlerapport van toezichthouder C. Lijfrock van Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, die alle op 25 oktober 2024 zijn opgesteld. In het laatstgenoemde controlerapport is aan de hand van foto’s toegelicht waarom het perceel niet aan de (brand)veiligheidseisen voldoet en dat door de wijze van ingebruikname een acuut brand- en elektrocutiegevaar bestaat. Zo staat in dat rapport dat in het pand veel brandbare spullen staan opgeslagen die het vluchten en/of bestrijden van brand tijdens een calamiteit belemmeren, dat er onvoldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn en dat de aanwezige brandslanghaspel niet is gekeurd, dat er stand alone rookmelders nabij de slaapvertrekken en wasmachine zijn geplaatst maar dat vanwege de grootte van het pand gekoppelde rookmelders moeten worden geplaatst op elke verdieping en in de vluchtroute zodat bewoners tijdig gealarmeerd worden in geval van brand, dat diverse elektriciteitskabels zijn doorgelust, dat gebruik gemaakt wordt van kroonsteentjes om elektrakabels met elkaar te verbinden, en dat er loshangende kabels zijn en een overbelasting van elektrahaspels waardoor de kans op kortsluiting erg groot is. In de rapporten wordt ook vermeld dat de brandweer een AOL-melding heeft afgegeven inhoudende dat de brandweer niet kan garanderen dat zij het pand zal betreden op het moment dat er een calamiteit uitbreekt.
13. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het college gelet op de bevindingen in de genoemde rapporten bij het nemen van zijn besluit op 24 oktober 2024 omstreeks 18.50 uur mocht aannemen dat er een acuut gevaarlijke situatie was waardoor het, met het oog op de gezondheid en veiligheid van personen, kon overgaan tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang met toepassing van artikel 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter overweegt dat de rapporten deskundigenrapporten zijn en ziet geen grond voor het oordeel dat het college niet mocht uitgaan van de daarin geconstateerde bevindingen. De gemachtigde van verzoeker heeft op zitting, mede aan de hand van foto’s, kritische kanttekeningen geplaatst bij die bevindingen, maar die zijn onvoldoende om daaraan te twijfelen. Voor zover met verzoekers moet worden aangenomen dat de vluchtwegen inmiddels zijn vrijgemaakt en geschikte brandmelders zullen worden aangebracht, is dat onvoldoende om aan te nemen dat de situatie in haar totaliteit, die werd gevormd door overige in de rapporten genoemde omstandigheden, niet tot ernstig brand- en elektrocutiegevaar leidt.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af. Dat betekent dat het college mocht overgaan tot sluiting en ontruiming van het pand gelegen op het perceel aan de [adres] in [woonplaats] . Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. mr. S.D.M. Michael, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. mr. T.N.H. Tran, griffier. De uitspraak is uitgesproken op 25 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

BIJLAGE

Algemene wet bestuursrecht
Artikel 5:31
1. Een bestuursorgaan dat bevoegd is om een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in spoedeisende gevallen besluiten dat bestuursdwang zal worden toegepast zonder voorafgaande last. Artikel 5:24, eerste en derde lid, is op dit besluit van overeenkomstige toepassing.
2 Indien de situatie zo spoedeisend is, dat een besluit niet kan worden afgewacht, kan terstond bestuursdwang worden toegepast, maar wordt zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit als bedoeld in het eerste lid bekendgemaakt.
Gemeentewet
Artikel 125
(…)
2 De bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wordt uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
(…)
Besluit bouwwerken leefomgeving
Artikel 6.4. (specifieke zorgplicht: brandveilig gebruik van bouwwerken)
Degene die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat als gevolg van het gebruik een van de volgende situaties kan ontstaan, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevraagd om te voorkomen dat:
a. brandgevaar wordt veroorzaakt;
b. bij brand een gevaarlijke situatie wordt veroorzaakt;
c. de melding van, alarmering bij of bestrijding van brand wordt belemmerd;
d. het gebruik van vluchtmogelijkheden bij brand wordt belemmerd;
e. het redden van personen of dieren bij brand wordt belemmerd; en
f. er op een andere manier gevaar voor de brandveiligheid ontstaat of voortduurt.