ECLI:NL:RBOBR:2024:5225
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde woning door mede-eigenaar ongegrond verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 6 november 2024, in de zaak tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Eersel, werd het beroep van eiseres tegen de vastgestelde WOZ-waarde van haar woning ongegrond verklaard. Eiseres, die zich zonder verdere onderbouwing op diverse gebreken van de woning beriep, werd door de rechtbank in het ongelijk gesteld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de woning vastgesteld op € 433.000, gebaseerd op een taxatierapport van 16 september 2024, waarin de waarde was vergeleken met drie andere woningen. Eiseres had geen bewijs geleverd voor haar claims over de gebreken van de woning, ondanks verzoeken om fotomateriaal. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was en volgde de toegepaste correcties. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, wat betekende dat eiseres geen gelijk kreeg en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontving.