ECLI:NL:RBOBR:2024:5206

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
1 november 2024
Zaaknummer
10522392 CV EXPL 23-3018
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Europees civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht door staking Franse luchtverkeersleiding

In deze zaak vorderden Passagiers compensatie van Ryanair voor de annulering van hun vlucht FR5670 van Malaga naar Eindhoven op 16 september 2022. De annulering vond plaats vanwege een staking van de Franse luchtverkeersleiding, die Ryanair als een buitengewone omstandigheid aanvoerde. Passagiers stelden dat zij recht hadden op compensatie op basis van Verordening (EG) nr. 261/2004, omdat er geen sprake zou zijn van buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat Ryanair onvoldoende had aangetoond dat de staking een causaal verband had met de annulering van de vlucht. De rechter stelde vast dat Ryanair niet alle redelijke maatregelen had genomen om de Passagiers een alternatieve vlucht aan te bieden. Hierdoor werd de vordering van de Passagiers tot compensatie van € 2.400,- toegewezen, evenals de wettelijke rente en de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen bij annuleringen en de noodzaak om Passagiers adequaat te informeren over alternatieve reisopties.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer : 10522392
Rolnummer : 23-3018
Uitspraak : 31 oktober 2024
Beschikking op grond van Verordening (EG) nr. 861/2007, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2421
in de zaak van:

1.[eiser 1] ,

2. [eiser 2] ,

3. [eiser 3] ,

4. [eiser 4] ,

allen wonende te [plaats] ,

5. [eiser 5] ,

wonende te [plaats] , [land] ,

6. [eiser 6] ,

wonende te [plaats] ,
eisers,
hierna te noemen: Passagiers,
gemachtigde: mr. R. Bos,
tegen:
de vennootschap naar buitenlands recht
Ryanair DAC,
gevestigd te Swords, Co. Dublin, Ierland,
verweerster,
hierna te noemen: Ryanair,
gemachtigde: mr. J.J. Croon.

1.Het verloop van het geding

1.1.
Dit blijkt uit het volgende:
het vorderingsformulier A van de verordening (EG) nr. 861/2007 met producties;
het verweerschrift met producties;
de conclusie van repliek met producties;
e conclusie van dupliek;
de e-mail van Ryanair d.d. 29 december 2023 waarin zij de kantonrechter verzoekt een mondelinge behandeling te bepalen;
de e-mail van Ryanair d.d. 5 september 2024 met aanvullende producties;
de e-mail van Passagiers d.d. 9 september 2024 met aanvullende producties;
de mondelinge behandeling van 18 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de spreekaantekeningen met bijlagen die de gemachtigde van Ryanair ter gelegenheid daarvan heeft overgelegd en voorgedragen.
1.2.
Op 18 september 2024 stond ook de mondelinge behandeling van de zaken met zaak- en rolnummer 10524642 CV EXPL 23-3022 en 10472862 CV EXPL 23-2410 gepland. Op verzoek van partijen zijn deze zaken en de onderhavige zaak, die betrekking hebben op dezelfde geannuleerde vlucht van Ryanair op 16 september 2022, gezamenlijk behandeld.
1.3.
Tot slot is een uitspraakdatum voor beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Passagiers hadden een vlucht geboekt voor 16 september 2022 met vluchtnummer FR5670 van Malaga, Spanje, naar Eindhoven Airport. Vlucht FR5670 had een geplande vertrek- en aankomsttijd van respectievelijk 13:40 uur en 16:30 uur.
2.2.
Ryanair heeft Passagiers op 15 september 2022 per e-mail op de hoogte gesteld dat zij vlucht FR5670 heeft geannuleerd vanwege een staking door de Franse luchtverkeersleiding. Ryanair heeft daarin het volgende geschreven:
“We're sorry to inform you that your flight FR5670 from Malaga to Eindhoven on 16-09-2022, has been cancelled. If you're traveling with others, please inform them of this cancellation. We sincerely apologise for any inconvenience caused.
Your flight was cancelled due to French ATC Strike, which are completely outside of our control. As detailed below, you can avail of re-routing to your destination and reasonable care, or a full refund of the cost of your ticket. You can change to alternative flights online, fee of charge.
1. Change your cancelled flight for free
• You are entitled to be re-routed to your final destination, under comparable transport conditions, either at the earliest opportunity or at a later date at your convenience, subject to availability.
• You can quickly change your flight for free on Ryanair.com or on our App by selecting an alternative date and/or time (before, on or after your original scheduled departure date) to the same destination. Click here to change your flight for free.
2. Apply for refund
• You can cancel your reservation and claim a full refund of your unused flight(s). Please click here to start the refund process.
• You will receive your refund within 24 hours of completing the refund
process.”

3.Het geschil

3.1.
Passagiers stellen het volgende. Aangezien vlucht FR5670 is geannuleerd, hebben zij op grond van Verordening 261/2004 (hierna de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ EU) recht op financiële compensatie van € 2.400,- / € 400,- per persoon. Van een buitengewone omstandigheid was geen sprake. Daarnaast hebben zij recht op vergoeding van een bedrag van € 387,50 aan als gevolg van de annulering gemaakte additionele kosten.
3.2.
Op grond van het voorgaande vorderen Passagiers betaling van een hoofdsom van € 2.787,50, te vermeerderen met de wettelijke rente, de buitengerechtelijke incassokosten van € 403,75 en de proceskosten.
3.3.
Ryanair heeft – samengevat – het volgende verweer gevoerd. Er is sprake geweest van een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Op 16 september 2022 was sprake van een landelijke staking van de luchtverkeersleiding in Frankrijk. Op 14 september 2022 heeft de luchtverkeersleiding een NOTAM (
Notice to Airman) afgegeven waarin zij heeft aangekondigd dat grote verstoringen te verwachten zijn in alle luchtverkeersleidingssectoren van Frankrijk vanwege capaciteitsbeperkingen en dat er slechts een minimumservice zal worden verleend. Als gevolg van deze staking heeft Ryanair 420 vluchten preventief geannuleerd, waaronder de vlucht in kwestie. Vlucht FR5670 zou worden uitgevoerd met het toestel EL-DLD en maakte onderdeel uit van het volgende vluchtschema:
  • Malaga naar Brussel, België, uitgevoerd met een vertraging 1:33 uur;
  • Brussel naar Malaga, uitgevoerd met een vertraging van 3:15 uur bovenop de reeds ontstane vertraging;
  • Malaga naar Eindhoven, vlucht FR5670 die preventief is geannuleerd;
  • Eindhoven naar Malaga, die vlucht is ook preventief geannuleerd;
  • Malaga naar Santiago de Compostella, Spanje, die tijdig is uitgevoerd omdat deze vlucht geen gebruik maakte van het Franse luchtruim.
Annulering kon ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet voorkomen worden. Daarnaast bestrijdt Ryanair dat Passagiers recht hebben op vergoeding van additionele kosten en buitengerechtelijke incassokosten.
3.4.
Primair verzoekt Ryanair de vordering af te wijzen met veroordeling van Passagiers in de proceskosten. Subsidiair dienen bij een toewijzing van de hoofdsom de gevorderde wettelijke rente en de vordering voor (overige) kosten te worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat de vordering binnen het toepassingsbereik van de Europese procedure voor geringe vorderingen valt.
4.2.
Voorts wordt vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van het geschil. Meer specifiek is, gelet op het Rehder-arrest (HvJ EU, 09-07-2009, C-204/08, ECLI:EU:C:2009:439), de kantonrechter te Eindhoven bevoegd, omdat de overeengekomen plaats van aankomst Eindhoven is.
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben Passagiers kenbaar gemaakt dat zij de vordering die strekt tot vergoeding van additionele kosten niet langer handhaven. Op die vordering hoeft dus niet te worden beslist.
4.4.
Beoordeeld dient te worden of Ryanair terecht een beroep doet op artikel 5 lid 3 van de Verordening. Vooropgesteld wordt dat Passagiers in het onderhavige geval, op grond van artikel 5 lid 1 sub c van de Verordening, in beginsel recht hebben op de in artikel 7 van de Verordening genoemde compensatie van (in dit geval) € 400,- per persoon. De luchtvervoerder is niet verplicht de compensatie te betalen indien er sprake is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat sprake was van een staking van de Franse luchtverkeersleiding op 16 september 2022. Passagiers en Ryanair verschillen van mening of deze staking een buitengewone omstandigheid oplevert ten aanzien van het preventief annuleren van de vlucht FR5670.
4.6.
Ryanair heeft aangevoerd dat uit Overweging 14 van de Verordening (hierna: Overweging 14) volgt dat buitengewone omstandigheden zich kunnen voordoen in geval van stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Volgens Ryanair hoeft zij enkel aan te tonen dat de staking gevolgen voor de operatie van de luchtvaartmaatschappij heeft gehad en is niet vereist dat zij aantoont dat de staking er voor de vlucht in kwestie specifiek toe heeft geleid dat de vlucht geannuleerd moest worden. De staking had gevolgen voor haar operatie, zodat sprake is van buitengewone omstandigheden, aldus Ryanair. Volgens Passagiers moet de Verordening restrictief worden uitgelegd en kan geen sprake zijn van een buitengewone omstandigheid in geval van de preventieve annulering van vluchten omdat Ryanair zelf heeft invloed heeft op welke vluchten zij uitvoert en welke zij annuleert.
4.7.
De kantonrechter overweegt als volgt. HvJ EU heeft twee cumulatieve voorwaarden ontwikkeld voor de kwalificatie van gebeurtenissen als buitengewone omstandigheden, die in zijn gehele rechtspraak consequent zijn toegepast (zie onder meer HvJ EU inzake
Wallentin-Hermann, 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771):
een gebeurtenis mag vanwege haar aard of oorsprong niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij; en
de luchtvaartmaatschappij kan hierop geen daadwerkelijke invloed uitoefenen wegens de aard of de oorsprong van die gebeurtenis. Het gaat hierbij om “externe” gebeurtenissen als gevolg van een natuurverschijnsel of een handeling van een derde.
Geval per geval dient beoordeeld te worden of hieraan wordt voldaan, zo blijkt eveneens uit die vaste rechtspraak.
4.8.
De kantonrechter is van oordeel dat Ryanair voldoende heeft onderbouwd dat de staking van de Franse luchtverkeersleiding niet inherent is aan de normale uitoefening van haar activiteiten als luchtvaartmaatschappij. Aan de eerste volwaarde onder a) is dus voldaan. Ook aan de tweede voorwaarde onder b) is voldaan. Anders dan Passagiers ter zitting hebben aangevoerd, gaat het bij de kwalificatie van onderhavige omstandigheden als buitengewone omstandigheden niet om de keuze van Ryanair om vlucht FR5670 preventief te annuleren, maar om de staking van de Franse luchtverkeerleiding zelf. Niet valt in te zien op welke wijze Ryanair hierop invloed heeft kunnen uitoefenen. Het gaat immers om een handeling van een derde, van wie Ryanair bij de uitvoering van haar vluchten afhankelijk is. Dat stakingen van luchtverkeerleiders anders dan stakingen van het eigen personeel van een luchtvaartmaatschappij (in beginsel) buitengewone omstandigheden opleveren, volgt eveneens uit het door Ryanair aangehaalde arrest van HvJ EU van 23 maart 2021 (HvJ EU, C-28/20, ECLI:EU:C:2021:226).
4.9.
Dat betekent echter niet dat Ryanair zonder meer een geslaagd beroep op artikel 5 lid 3 van de Verordening kan doen. Om vrijgesteld te worden van het betalen van compensatie moet zij niet alleen het bestaan van buitengewone omstandigheden, maar ook het verband tussen deze omstandigheden en de (preventieve) annulering aantonen.
4.10.
Ryanair heeft haar verweer gebaseerd op Overweging 14, die luidt:
“(14) Evenals in het kader van het Verdrag van Montreal dienen de verplichtingen die worden opgelegd aan de luchtvaartmaatschappijen die de vluchten uitvoeren, te worden beperkt of uitgesloten in gevallen waarin een gebeurtenis het gevolg is van buitengewone omstandigheden die zelfs door het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden. Dergelijke omstandigheden kunnen zich met name voordoen in gevallen van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.”
4.11.
Anders dan Ryanair lijkt te impliceren blijkt uit Overweging 14 niet dat stakingen (van de luchtverkeersleiding) die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering per definitie buitengewone omstandigheden opleveren die de annulering van een vlucht tot gevolg hebben. Het ontbreken van een dergelijk automatisme blijkt uit de bewoordingen “
Dergelijke omstandighedenkunnen[onderstreping kantonrechter] zich met name voordoen in”. Vergelijkbare bewoordingen zijn gebruikt in de Engelse (“
may”) en Duitse (“
können”) tekst van Overweging 14. In het eerder genoemde arrest inzake
Wallentin-Hermannheeft het HvJ EU dat ook bevestigd (zie ro. 22). Uit dat arrest volgt verder dat de zinsnede “
die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering” niet slechts betrekking heeft op stakingen, maar ziet op de in Overweging 14 opgesomde gebeurtenissen die een buitengewone omstandigheid kunnen opleveren (zie ro. 23). Anders dan Ryanair betoogt, neemt de staking als zodanig dus geen bijzondere positie in en gelden voor de staking ook geen andere of specifieke voorwaarden.
4.12.
Uit het arrest van HvJ EU inzake
TAP(HvJ EU, 11 juni 2020, C-74/19, ECLI:EU:C:2020:460) volgt dat artikel 5 lid 3 van de Verordening dient te worden gelezen in het licht van Overweging 14. De ruime uitleg met betrekking tot het aan te tonen verband die Ryanair bepleit, volgt niet uit de tekst van de Verordening en is uitsluitend gebaseerd op de taalkundige betekenis van de zinssnede
“die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering”als zodanig zonder deze woorden in de context te lezen van de eerste volzin en het begin van de tweede volzin van overweging 14 en artikel 5 lid 3 van de Vordening. Als de stellingen van Ryanair zouden moeten worden gevolgd, zou dat er in dit geval toe leiden dat zij zich bij de uitvoering van de eerste en tweede vlucht van het vluchtschema – in feite voor alle vluchten door het Franse luchtruim – op de uitzondering van artikel 5 lid 3 van de Verordening zou kunnen beroepen, louter op basis van de omstandigheid dat de staking gevolgen had voor de uitvoering van die vluchten, althans de vluchtuitvoering; de operatie zoals Ryanair dat noemt. Een dergelijke uitleg zou haar ingeval van staking van de luchtverkeersleiding een vrijbrief geven om naar eigen inzicht vluchten te annuleren. Die uitleg blijkt niet uit de Verordening, vindt geen oorsprong in de rechtspraak van het HvJ EU en strookt bovendien niet met doel van Verordening; het waarborgen van een hoog niveau van bescherming van passagiers (zie Overweging 1 van de Verordening). Uit voormeld arrest blijkt verder, zoals ook in andere rechtspraak van HvJ EU tot uiting komt, dat Overweging 14 en 15 noch artikel 5 lid 3 van de Verordening het beroep op buitengewone omstandigheden beperken tot enkel het geval dergelijke omstandigheden de vertraagde of geannuleerde vlucht zelf hebben getroffen. Indien meerdere opeenvolgende vluchten met hetzelfde toestel worden uitgevoerd, kunnen omstandigheden die zich voordoen op een eerdere vlucht gevolgen hebben voor de uitvoering van de latere vlucht(en). Buitengewone omstandigheden kunnen doorwerken mits sprake is van een direct causaal verband (zie ro. 51 tot en met 55). In zoverre kan Ryanair in haar redenering worden gevolgd dat vluchten niet op zichzelf staan, maar onderdeel zijn van een uit te voeren vluchtschema – een bepaalde planning – en dat de gevolgen van buitengewone omstandigheden in dat onderlinge verband moeten worden beoordeeld. Dit geldt dus ook voor de gevolgen van de staking van de Franse luchtverkeersleiding.
4.13.
Er zijn geen aanknopingspunten dat de Verordening zich ertegen verzet dat luchtvaartmaatschappijen vluchten preventief annuleren. Passagiers hebben die ook niet gegeven. De luchtvaartmaatschappij zal echter wel moeten aantonen dat er sprake is van een causaal verband tussen de buitengewone omstandigheden en de preventieve annulering van de desbetreffende vlucht, bezien in het onderlinge verband van het vluchtschema van vluchten die worden uitgevoerd met hetzelfde toestel. Aan Ryanair kan toegegeven worden dat de bewoording “
de vlucht in kwestie” in Overweging 14 alleen ten aanzien van weersomstandigheden is gebruikt, maar dat doet niets af aan het hierboven vereiste causale verband tussen de buitengewone omstandigheden en de geannuleerde vlucht (in kwestie), namelijk vlucht FR5670. In de door Ryanair (en door Passagiers) aangehaalde eerdere uitspraken van de kantonrechter van deze rechtbank is dat verband slechts tot uiting gebracht met de bewoording “
vlucht in kwestie”. Het is vervolgens aan Ryanair om dat verband onderbouwd te stellen. Geval per geval zal vervolgens beoordeeld moeten worden of die onderbouwing voldoende is. Een algemene onderbouwing van de gevolgen van een staking van de Franse luchtverkeersleiding op de operatie van Ryanair zal in dat licht als onvoldoende worden beoordeeld. Gelet op het voorgaande kan Ryanair niet worden gevolgd in haar stelling dat sprake is van een onjuiste toepassing van de Verordening door vast te houden aan dat causaal verband.
4.14.
Dat de gevolgen van de staking niet in zijn algemeenheid op operatieniveau, maar per vlucht bezien in het vluchtschema moeten worden beoordeeld, blijkt ook uit de door haar ter zitting toegelichte werkwijze bij het maken van een aangepaste planning en keuze welke vluchten zij preventief annuleert. Ryanair heeft onderbouwd gesteld dat vanwege de staking van de Franse luchtverkeersleiding congestie ontstaat als gevolg van een substantiële capaciteitsreductie in en rondom het Franse luchtruim, waardoor substantiële vertragingen ontstaan. Passagiers hebben daar onvoldoende tegen ingebracht. Zij hebben slechts gewezen op vluchten die andere luchtvaartmaatschappij hebben uitgevoerd. Dat andere luchtvaartmaatschappij vluchten hebben uitgevoerd door het Franse luchtruim, wil niet zeggen dat die luchtvaartmaatschappij geen nadelige gevolgen van de staking hebben ondervonden. De stelling dat andere luchtvaartmaatschappij hun vluchten volgens planning hebben uitgevoerd, is niet onderbouwd. Dat blijkt ook nergens uit. Integendeel, uit het door Passagiers overgelegde overzicht (productie 6 bij repliek) blijkt juist dat die vluchten – een zeer beperkt aantal overigens – met substantiële vertragingen zijn uitgevoerd. Ryanair heeft voldoende onderbouwd dat zij vanwege de capaciteitsreductie niet alle geplande vluchten volgens de oorspronkelijke planning kon uitvoeren. Door vluchten preventief te annuleren, heeft zij getracht een buffer te creëren zodat zij een deel van de geplande vluchten – met vertraging – kon uitvoeren. Door één à twee dagen voor vertrek te annuleren, geeft dat daarnaast meer mogelijkheden om passagiers om te boeken op andere vluchten, aldus Ryanair.
4.15.
Ryanair heeft gemotiveerd toegelicht welke gezichtspunten zij hanteert bij het maken van een aangepaste planning en de keuze voor het annuleren van vluchten. Deze afweging maakt zij dus per vlucht bezien in het vluchtschema en niet in algemene zin op operatieniveau. Uitgangspunt daarbij is gebleken dat vluchten die eerder op de dag zijn gepland een grotere kans hebben om te kunnen worden uitgevoerd dan vluchten later op de dag omdat vertrekvertragingen zich gedurende de dag opstapelen. Op vluchten later op de dag ontstaan dus de langere vertragingen en deze ondervinden daarmee het meeste nadeel van de staking. Verder heeft Ryanair vijf gezichtspunten genoemd bij het annuleren van haar vluchten, gebaseerd op de verwachte kans dat een vlucht die dag kan worden uitgevoerd en de impact van de capaciteitsreductie op vertrekslottijden. In geval van de staking van de Franse luchtverkeersleiding annuleert zij 1) Franse interne vluchten; 2) vluchten van en naar Franse luchthavens; 3) vluchten naar luchthavens met een strikte
curfew(avondklok) zoals Eindhoven Airport; 4) vluchten die meerdere keren per dag worden uitgevoerd; hiervan wordt een deel geannuleerd; 5) (langere) vluchten met bemanning met een beperkt werkrooster. Ryanair heeft gesteld dat de verwachte vertragingen op de eerste vluchten van het vluchtschema ertoe zouden leiden dat vlucht FR5670 niet tijdig – vóór de avondklok – Eindhoven Airport zou kunnen bereiken. Passagiers hebben daar niets tegen ingebracht. Nog daargelaten dat de inschatting die Ryanair heeft gemaakt achteraf gezien ook werkelijkheid is geworden, is de kantonrechter van oordeel dat Ryanair voldoende heeft onderbouwd dat de (preventieve) annulering van vlucht FR5670 het gevolg is geweest van de staking door de Franse luchtverkeersleiding. Voldoende is gebleken dat zij een afgewogen beslissing heeft genomen. Dat Ryanair andere motieven zou hebben en/of willekeurig tot annulering van (onrendabele) vluchten zou overgaan, zoals Passagiers hebben geïnsinueerd, blijkt nergens uit. Aangenomen moet worden dat Ryanair in beginsel geen belang heeft bij het annuleren van vluchten, temeer omdat dat in beginsel een compensatieplicht met zich meebrengt. Dat Ryanair bij het maken van een aangepaste planning genoodzaakt is geweest om bepaalde keuzes te maken, staat het aannemen van een buitengewone omstandigheid niet in de weg in geval van een capaciteitsreductie (zie Gerechtshof Amsterdam, 23 augustus 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2422). In dergelijke situaties moeten luchtvaartmaatschappijen kunnen uitgaan van een realistische (aangepaste) planning. Het onverkort vasthouden aan een planning waarvan op voorhand evident is dat de uitvoering daarvan niet mogelijk is, is evenmin in het belang van de passagier en zal slechts tot grotere vertragingen en annulering van meer vluchten leiden.
4.16.
Gelet op het voorgaande heeft Ryanair voldoende onderbouwd dat sprake is van buitengewone omstandigheden die gevolgen hebben gehad voor de vluchtuitvoering en hebben geleid tot de annulering van vlucht FR5670. Vervolgens moet worden beoordeeld of Ryanair alle redelijke maatregelen heeft genomen.
4.17.
Ryanair heeft in dit verband gesteld dat het omleiden van vluchten langs het Franse luchtruim geen optie was vanwege de extra afstand die toestel dan zou moeten afleggen. Dit zorgt voor meer brandstofverbruik hetgeen maakt dat het economisch onhaalbaar is om de vlucht uit te voeren. Ook heeft omleiden negatieve gevolgen voor het milieu en leidt het tot extra vertragingen in het vluchtschema omdat de vlucht substantieel langer duurt dan gepland, aldus Ryanair. Passagiers hebben daar onvoldoende tegen ingebracht. De stelling dat andere luchtvaartmaatschappijen hun vluchten omleiden, is door Ryanair betwist en niet nader door Passagiers onderbouwd. Uit het overgelegde overzicht (productie 6 bij repliek) kan die conclusie niet worden getrokken omdat daaruit niet volgt welke routes zijn afgelegd. Ryanair heeft verder gesteld zij de overlast van de staking van de Franse luchtverkeersleiding zoveel mogelijk heeft geprobeerd te beperken door de vlucht preventief te annuleren op 15 september 2022 en Passagiers bij e-mail d.d. 15 september 2022 de keuze te geven tussen de omboeking naar een andere vlucht of restitutie van het ticket. Passagiers hebben dat betwist en gesteld dat geen alternatieve vluchten worden aangeboden anders dan vluchten die drie dagen later plaatsvinden. Indien zij vervolgens zelf op zoek gaan naar een alternatieve vlucht bij een andere luchtmaatschappij zijn er vluchten beschikbaar op de dag zelf of de dag erop.
4.18.
Overwogen wordt dat op grond van artikel 8 lid 1 sub a en b van de Verordening de luchtvaartmaatschappij haar passagier bij annulering de keuze dient te geven tussen restitutie van het vliegticket en een alternatief vervoerplan naar de overeengekomen eindbestemming
bij de eerste gelegenheid(onderstreping door de kantonrechter). In zijn uitspraak van 29 juli 2019 in inzake
Rusu/Blue Air(HvJ EU, C-354/18, ECLI:EU:C:2019:637) heeft het HvJ EU overwogen dat dit recht op bijstand van artikel 8 van de Verordening mede het recht omvat om de noodzakelijke gegevens te verkrijgen om een juiste en weloverwogen keuze te kunnen maken, waarbij de uitoefening van dat recht geen enkele verplichting voor de passagier met zich kan meebrengen om zelf actief de informatie in te winnen. Dat betekent, aldus het HvJ EU, dat de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert ertoe is verplicht om de betrokken passagiers volledig te informeren over alle in artikel 8 lid 1 van de Verordening voorziene mogelijkheden, zonder dat de betrokken passagiers enige verplichting hebben om zelf actief informatie daaromtrent in te winnen. Van Ryanair mag worden verwacht dat zij in het licht van genoemde HvJ EU-uitspraak een of meer
specifiekealternatieve vluchten aanbiedt. Onder ro. 59 van die uitspraak overweegt het HvJ EU, dat het aan de luchtvaartmaatschappij is "
om de betrokken passagiers [...] een alternatief reisplan onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden naar hun eindbestemming bij de eerste gelegenheid aan te bieden" en onder ro. 60 dat de luchtvaartmaatschappij "
bij het maken van een concreet voorstel [...] meerdere bepalende factoren in aanmerking[moet]
nemen en samenvoegen, in het bijzonder het tijdstip waarop de alternatieve vlucht zal aankomen op de eindbestemming, de omstandigheden waarin de beoogde vlucht zal kunnen plaatsvinden, en of die luchtvaartmaatschappij de beoogde alternatieve vlucht zelf kan uitvoeren dan wel of de hulp van een andere luchtvaartmaatschappij nodig is [...]". Bovendien moet die informatie worden verschaft "
zonder dat de betrokken passagiers enige verplichting hebben om zelf actief informatie daaromtrent in te winnen". Tot slot overweegt het HvJ EU dat de verantwoordelijkheid van de betrokken luchtvaartmaatschappij om een alternatieve vlucht aan te bieden en te organiseren met zich brengt dat op de luchtvaartmaatschappij de stelplicht en bewijslast rust dat de aldus georganiseerde alternatieve vlucht bij
eerstegelegenheid heeft plaatsgevonden (zie ro. 61).
4.19.
Gesteld noch gebleken is dat Ryanair zich anders dan door het versturen van de hierboven genoemde e-mail heeft ingezet om een vervangende vlucht bij eerste gelegenheid voor Passagiers te verzorgen. Desgevraagd heeft Ryanair ter zitting verklaard dat zij niet kan aangeven welke opties beschikbaar waren als Passagiers op de link hadden geklikt. Uit eerder genoemde arrest van HvJ EU inzake
TAPvolgt dat het in beginsel geen redelijke maatregel is, indien de passagiers met een door de vervoerder zelf uitgevoerde alternatieve vlucht de dag na de oorspronkelijk vastgestelde dag aankomen. Dit is anders indien er geen enkele andere mogelijkheid voor een rechtstreekse of indirecte alternatieve vlucht bestond met een door haarzelf of door een andere luchtvaartmaatschappij uitgevoerde vlucht die op een minder laat tijdstip aankwam dan de volgende vlucht van de betrokken luchtvaartmaatschappij, of dat het organiseren van een dergelijke alternatieve vlucht voor die laatste een onaanvaardbaar offer betekende gelet op de mogelijkheden van haar onderneming op het relevante tijdstip. In onderhavige geval is niet komen vast te staan dat Ryanair Passagiers een alternatieve vlucht heeft aangeboden. Kennelijk zijn Passagiers met een vlucht van een andere luchtvaartmaatschappij op 16 of 17 september 2022 naar Eindhoven gevlogen. Ryanair heeft zelf gesteld dat zij vluchten preventief annuleert, juist omdat er dan meer opties voor omboeking zijn dan ingeval van annulering op de dag zelf. Tegen die achtergrond is onbegrijpelijk waarom Ryanair noch de vlucht die Passagiers kennelijk zelf hebben geboekt, noch een van haar eigen vluchten op bijvoorbeeld 15 of 17 september 2022 heeft aangeboden. Wat daar verder ook van zij, gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld dat Ryanair heeft voldaan aan haar verplichtingen uit artikel 8 van de Verordening. De stelling van Ryanair dat zij uit oogpunt van flexibiliteit haar systeem zo heeft ingericht dat passagiers zelf een keuze kunnen maken doet daaraan niets af. Ryanair diende Passagiers zelf een concreet aanbod te doen, hetgeen niet is gebeurd. De slotsom is dat Ryanair om die reden niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd dat zij alle redelijk maatregelen heeft genomen. Zij kan daarom geen geslaagd beroep kan doen op artikel 5 lid 3 van de Verordening. De gevorderde compensatie van in totaal € 2.400,- is toewijsbaar.
4.20.
Tegen de gevorderde wettelijke rente is door Ryanair geen afzonderlijk inhoudelijk verweer gevoerd, zodat deze zal worden toegewezen.
4.21.
Op grond van de overgelegde producties stelt de kantonrechter vast dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Hoewel veelal gebruik is gemaakt van standaardbrieven gaat het in onderhavig geval om werkzaamheden van substantiële aard en omvang. Aan buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen een bedrag van € 360,- (exclusief btw) overeenkomstig het Besluit BIK, gelet op de hoogte van het toegewezen bedrag en op hetgeen met betrekking tot de verrichte buitengerechtelijke incassowerkzaamheden is vermeld.
4.22.
Ryanair wordt als de meest in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.
4.23.
De nakosten zijn toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen worden toegewezen zoals in de beslissing is vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Ryanair om aan Passagiers te betalen de som van € 2.760,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.400,- vanaf 16 september 2022 tot aan de dag van voldoening;
5.2.
veroordeelt Ryanair in de kosten van de procedure, aan de zijde van Passagiers tot heden vastgesteld op € 244,- aan griffierecht en € 714,- (3 punten à € 238,-) als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
5.3.
veroordeelt Ryanair in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op:
- € 119,- aan salaris gemachtigde;
- te vermeerderen met de explootkosten als betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
5.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.M. van den Berk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024.