ECLI:NL:GHAMS:2022:2422

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
200.286.212/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie vordering wegens annulering vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak vordert Flightright namens zes passagiers van KLM een vergoeding op grond van Verordening (EG) nr. 261/2004 wegens een geannuleerde vlucht. KLM betwist de vordering en stelt dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk zeer slechte weersomstandigheden die door het KNMI waren voorspeld. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de vordering van Flightright toegewezen, maar KLM is in hoger beroep gegaan. Het hof heeft de feiten vastgesteld en beoordeeld of KLM aan de vereisten van de verordening voldeed. Het hof concludeert dat KLM voldoende heeft aangetoond dat de annulering van de vlucht KL1778 het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering te voorkomen. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van Flightright af, waarbij Flightright wordt veroordeeld tot terugbetaling aan KLM van de eerder uitgekeerde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.286.212/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : 8219708 CV EXPL 19-25712
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 augustus 2022
inzake
KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
appellante,
advocaat: mr. M. Lustenhouwer te Rotterdam,
tegen
FLIGHTRIGHT GMBH,
gevestigd te Potsdam (Duitsland),
geïntimeerde,
advocaat: mr. R.J. Snip te Amsterdam.
Partijen worden hierna KLM en Flightright genoemd.

1.De zaak in het kort

Namens zes passagiers vordert Flightright van KLM betaling van een vergoeding op grond van Verordening (EG) nr. 261/2004 wegens een geannuleerde vlucht. KLM meent dat zij geen vergoeding hoeft te betalen, omdat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden en dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van Flightright toegewezen. In hoger beroep beoordeelt het hof de vordering anders.

2.Het geding in hoger beroep

KLM is bij dagvaarding van 2 november 2020 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 21 augustus 2020, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen Flightright als eiseres en KLM als gedaagde.
De dagvaarding bevat de grieven van KLM. KLM heeft daarna een akte overlegging producties ingediend.
Bij rolbeslissing van 8 december 2020 heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de vraag of in deze zaak de appelgrens van artikel 332 lid 1 Rv wordt gehaald. Beide partijen hebben vervolgens een akte genomen. Bij tussenarrest van 6 april 2021 heeft het hof geoordeeld dat KLM ontvankelijk is in haar hoger beroep.
Vervolgens heeft Flightright een memorie van antwoord met producties ingediend. KLM heeft daarna nog een akte genomen.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 31 maart 2022 doen bepleiten, KLM door mr. Lustenhouwer voornoemd en Flightright door haar feitelijk zaakbehandelaar (tevens gemachtigde in eerste aanleg) mr. H. Yildiz, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Ten slotte is arrest gevraagd.
KLM heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van Flightright zal afwijzen, en – uitvoerbaar bij voorraad – Flightright zal veroordelen om al hetgeen KLM ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan aan haar terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, met veroordeling van Flightright in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten.
Flightright heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van KLM in de kosten van het geding in hoger beroep.
KLM heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

3.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
3.1
[passagier 1] , [passagier 2] , [passagier 3] , [passagier 4] , [passagier 5] en [passagier 6] (hierna: de passagiers) hebben bij KLM de volgende vluchten geboekt:
Vluchtnr.
Datum
Van
Vertrektijd (lokale tijd)
Naar
Aankomsttijd (lokale tijd)
KL1778
13 januari 2019
Hamburg
10:15 uur
Amsterdam
11:25 uur
KL0723
13 januari 2019
Amsterdam
12:35 uur
Havana
17:15 uur
KL1778 was onderdeel van een rotatievlucht KL1777/1778 tussen Amsterdam en Hamburg. KL1777 (Amsterdam-Hamburg) had als geplande vertrektijd 6.20 uur (lokale tijd, 7.20 UTC) en 10.20 uur (lokale tijd, 11.20 UTC) als geplande aankomsttijd.
3.2
Het KNMI, dat iedere zes uur voorspellingen afgeeft voor de weersomstandigheden voor de komende 30 uur, heeft op 12 januari 2019 om 11.58 uur een voorspelling afgegeven voor de periode tussen 12 januari 2019 13.00 uur en 13 januari 2019 19.00 uur. Daarin werden voor Schiphol zeer slechte weersomstandigheden voorspeld, met regen en wind met een gemiddelde snelheid van 18 knopen en uitschieters van 28 knopen en in de middag van 13 januari 2019 uitschieters tot 40 knopen.
3.3
Op 12 januari 2019 om 13.59 uur heeft de exploitant van de luchthaven Schiphol aan KLM de volgende e-mail gestuurd, met als onderwerp ‘
Airport Operations Alert: Severe capacity reduction at Amsterdam Airport Schiphol’:

Due to forecasted strong winds the airport capacity will be reduced by 30% from 07:00 LT[hof: Local Time]
till 19:00 LT on the 13th of January. Consequently you are requested to adjust your flight schedule during this timeframe accordingly and to communicate these adjustments within 4 hours to (…) by using the following format: Between XX:XX LT till YY:YY LT on [add date] [name airline] will cancel or reschedule the following flights: [list flight numbers]. We appreciate your cooperation..
3.4
Op 12 januari 2019, om 14.45 uur, heeft de Duty Manager Operations (hierna: DMO) van KLM intern verslag gedaan van een door hem bijgewoonde sectorbriefing, waarbij de Luchtverkeersleiding Nederland (hierna: LVNL) en de exploitant van Schiphol, in aanwezigheid van een meteoroloog van het KNMI, KLM, als hoofdgebruiker van Schiphol, hebben geïnformeerd over de capaciteit. Dit verslag vermeldt onder meer:

Disruption
Tomorrow strong winds from an unfavorable direction will affect our daily operations at Schiphol Airport. Winds coming from a Northwesterly direction with 25kts, gusting up to 35-40 knots will limit the Airport’s Capacity for the period 0600z-2300z.
Consequences
Capacity will be reduced to a 1+1 runway scenario between 0600-1700z and a single runway operation for takeoff and landing between 1700z and 2300z. Delays are expected to exceed 180 minutes. Cancellations for tomorrow are necessary to keep the network manageable.’
3.5
KLM heeft vervolgens een groot aantal geplande vluchten geannuleerd. Zij heeft de bovengenoemde rotatievlucht KL1777/KL1778 op 12 januari 2019 om 17.15 uur (lokale tijd) geannuleerd.
3.6
Vanwege de verwachte storm heeft LVNL op 12 januari 2019 de capaciteit van de luchthaven voor 13 januari 2019 naar beneden bijgesteld en de Europese luchtverkeersleiding Eurocontrol gevraagd minder luchtverkeer naar de luchthaven toe te staan. LVNL heeft een verklaring afgegeven over de door haar getroffen maatregelen waarin onder meer staat:

We state that because of strong wind conditions the air traffic to Amsterdam Airport Schiphol had to be regulated by Air Traffic Control the Netherlands on 13 January 2019 between 6:20 and 13:00 hour Local Time and again between 18:00 and 21:00 hour Local Time.
(…)
During this day the number of flights intending to arrive exceeded the capacity available. In other words, the amount of scheduled flights was higher than the amount of flights that could be handled by Air Traffic Control the Netherlands under these conditions which resulted in delays and/or cancellations.”
3.7
In verband met de annulering van vlucht KL1778 heeft KLM de passagiers op alternatieve vluchten geplaatst. Uiteindelijk zijn zij via Parijs op hun eindbestemming Havana aangekomen met een vertraging van meer dan 25 uur ten opzichte van het oorspronkelijke vluchtschema.
3.8
Flightright heeft bij brief van 6 februari 2019 aan KLM namens de passagiers aanspraak gemaakt op compensatie op grond van Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). De passagiers hebben daartoe hun (vermeende) vorderingen gecedeerd aan Flightright. KLM heeft die compensatie niet uitgekeerd.

4.Beoordeling

4.1
Flightright vordert veroordeling van KLM tot betaling van € 3.600,00. Flightright legt aan haar vordering ten grondslag dat de passagiers als gevolg van de geannuleerde KL1778 met een vertraging van meer dan 25 uur op hun eindbestemming zijn aangekomen en daarom recht hebben op een vergoeding van € 600,00 per persoon op basis van artikel 5 lid 1 sub c jo. artikel 7 lid 1 van de Verordening. KLM beroept zich op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening, waardoor zij niet gehouden is tot betaling van de vergoeding. De kantonrechter heeft de vordering van Flightright toegewezen. KLM komt met vier grieven op tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering.
4.2
Met de grieven 1 en 2 bestrijdt KLM het oordeel van de kantonrechter dat KLM in dit geval geen beroep op artikel 5 lid 3 van de Verordening toekomt. Niet in geschil is dat de vertraging van de passagiers is veroorzaakt door de op 12 januari 2019 om 17.15 uur lokale tijd doorgevoerde annulering van KL1778.
4.3
Het hof stelt voorop dat voor een geslaagd beroep op artikel 5 lid 3 van de Verordening vereist is dat KLM aantoont dat de annulering van de betreffende vlucht het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.4
KLM stelt dat de annulering van KL1778 die tot de vertraging heeft geleid het gevolg is van de reductie van de capaciteit van Schiphol op 13 januari 2019 vanwege de zeer slechte weersomstandigheden die het KNMI op 12 januari 2019 had voorspeld (zie 3.2). Flightright heeft niet gemotiveerd betwist dat de weersomstandigheden die ten tijde van de annulering van KL1778 werden voorspeld door het KNMI voor (de ochtend van) 13 januari 2019 zeer slecht waren. Vaststaat dat de exploitant van Schiphol op 12 januari 2019 in verband met deze voorspelling alle luchtvaartmaatschappijen heeft gevraagd om op 13 januari 2019 van 6.00 uur tot 19.00 uur een algehele capaciteitsreductie van 30% door te voeren (zie onder 3.3-3.4). Dit verzoek maakte geen onderscheid tussen inkomend en uitgaand vliegverkeer. Het hof gaat voorbij aan hetgeen partijen naar voren brengen over de maatregelen van de LVNL, nu deze na de annulering van de vlucht zijn getroffen.
4.5
Het door de verwachte zeer slechte weersomstandigheden ingegeven verzoek dat de exploitant van Schiphol op 12 januari 2019 heeft gedaan om de capaciteit op 13 januari 2019 van 6.00 uur tot 17.00 uur met 30% te reduceren, welk verzoek tot annulering van KL1778 heeft geleid, geldt in dit geval dus als buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.6
KLM stelt voorts dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om annulering van KL1778 te voorkomen. Zij stelt dat zij standaard een aanzienlijke buffer heeft in haar schema. Hierdoor is zij in staat om bij een gemiddelde vertraging tot 70 minuten uiteindelijk alle geplande vluchten uit te voeren, maar wel met vertraging. Bij een gemiddelde vertraging van boven de 70 minuten is dat niet meer mogelijk en zal zij vluchten moeten annuleren. Anders dan Flightright betoogt, kan uit de annulering van KL1778 niet worden afgeleid dat KLM niet over een buffer beschikt. Het hof deelt het standpunt van KLM dat van haar in redelijkheid niet kan worden verwacht dat zij een grotere buffer inbouwt om annuleringen op zeer verstoorde dagen te voorkomen. Flightright heeft haar, gemotiveerd door KLM betwiste, stelling dat de planning van KLM te krap is, zodat zij bij capaciteitsreducties zichzelf dwingt te annuleren, niet geconcretiseerd of onderbouwd, laat staan dat zij heeft toegelicht dat en waarom deze gestelde krappe planning in dit geval een rol heeft gespeeld of kan spelen. KLM heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat een grotere buffer, zoals kennelijk voorgestaan door Flightright, zal leiden tot onaanvaardbare offers in haar bedrijfsvoering.
4.7
KLM stelt dat de gemiddelde vertraging van haar vluchten als gevolg van de gevraagde algehele capaciteitsreductie op 13 januari 2019 meer dan 180 minuten zou bedragen (zie ook het verslag van de DMO onder 3.4). Flightright heeft dit niet gemotiveerd betwist, zodat het hof daarvan uitgaat. Volgens KLM was het in deze situatie voor haar onmogelijk om alle geplande vluchten uit te voeren en was zij genoodzaakt om 203 vluchten proactief te annuleren, waaronder de onderhavige (rotatie)vlucht (KL1777/)KL1778 die geheel binnen de periode van de gevraagde capaciteitsreductie viel. Gezien de door KLM berekende gemiddelde vertraging van meer dan 180 minuten en de duur van de capaciteitsreductie, staat voldoende vast dat annulering van vluchten in de ochtend van 13 januari 2019 onvermijdelijk was. Het betoog van Flightright dat KLM ook ervoor had kunnen kiezen een andere vlucht te annuleren om de verzochte capaciteitsreductie te bewerkstelligen en dat er op 13 januari 2019 wel andere vluchten zijn vertrokken vanaf Schiphol zonder of met minimale vertraging, neemt niet weg dat KLM op 13 januari 2019 vluchten moest annuleren om aan de gevraagde capaciteitsreductie te voldoen en dat zij, als zij KL1778 niet zou hebben geannuleerd, een andere vlucht had moeten annuleren. Gezien de overstaptijd in Amsterdam kan in het midden blijven of KLM de geannuleerde KL1778 vertraagd had kunnen uitvoeren.
4.8
Tussen partijen is voorts in geschil of de passagiers zijn omgeboekt naar de eerste beschikbare alternatieve vluchten: KLM stelt dat zij alles in het werk gesteld heeft om de passagiers op de eerstvolgende beschikbare vlucht te zetten. Flightright betwist dat en noemt een aantal alternatieve vluchtopties, waarmee de vertraging van de passagiers veel beperkter zou zijn geweest.
4.9
KLM stelt dat zij voor het omboeken van passagiers een OPR-systeem gebruikt (Optimizer Passenger Recovery). Zij heeft de werking van dit systeem als volgt toegelicht. Dit systeem zoekt naar de eerstvolgende alternatieve vluchten waar passagiers op geplaatst kunnen worden. Er zijn ongeveer 200 luchtvaartmaatschappijen aangesloten bij dit systeem. Er wordt dus ook gezocht naar mogelijke vluchten van andere maatschappijen en niet alleen naar die van KLM zelf. Uit het oogpunt van concurrentie kan men echter niet de specifieke vluchtgegevens van andere maatschappijen inzien, bijvoorbeeld hoeveel stoelen er nog beschikbaar zijn. Het systeem geeft simpelweg de eerst beschikbare opties. KLM hanteert als uitgangspunt dat passagiers die gezamenlijk een vlucht hebben geboekt bij elkaar worden gehouden. In dit geval betekent dit dat er gezocht werd naar vluchten die nog minimaal zes stoelen beschikbaar hadden. KLM stelt dat, indien er nog plaats was geweest op de door Flightright aangegeven vluchten, het systeem deze vluchten dan als optie had aangewezen. Het feit dat dat niet is gebeurd, duidt er volgens KLM op dat deze vluchten op dat moment niet beschikbaar waren voor de passagiers.
4.1
Naar het oordeel van het hof heeft KLM voldoende gemotiveerd uiteengezet wat zij heeft gedaan om de passagiers zo snel mogelijk naar hun eindbestemming te (laten) vervoeren en heeft Flightright dit onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarbij merkt het hof op dat het vereiste dat er redelijke maatregelen zijn getroffen niet zonder meer inhoudt dat de passagiers altijd op de eerstvolgende mogelijke vlucht moeten zijn geplaatst. KLM heeft betoogd en voldoende aannemelijk gemaakt dat zij passagiers die gezamenlijk hebben geboekt zoveel mogelijk bij elkaar houdt, hetgeen naar vast staat in het belang van de passagiers is, en dat het OPR-systeem, met inachtneming van het voorgaande, altijd de eerst beschikbare opties geeft. Meer hoeft van KLM volgens het hof niet verwacht te worden. Bovendien heeft Flightright onvoldoende gesteld en toegelicht dat de door haar aangedragen alternatieve vluchten op de betreffende datum een reële optie vormden, in die zin dat er voldoende plaatsen beschikbaar waren.
4.11
Gezien het voorgaande heeft KLM voldoende aangetoond dat de annulering van KL1778, die heeft geleid tot omboeking en vertraging van de vlucht van de passagiers, het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.12
Dit betekent dat grieven 1 en 2 van KLM slagen en dat reeds op grond daarvan het bestreden vonnis dient te worden vernietigd. Aan de bespreking van grieven 3 en 4 van KLM komt het hof derhalve niet meer toe. Flightright wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.

5.Beslissing

Het hof:
rechtdoende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
wijst de vorderingen van Flightright af;
veroordeelt Flightright tot terugbetaling aan KLM van al hetgeen KLM ter uitvoering van het vonnis in eerste aanleg aan Flightright heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling door KLM tot aan de dag van algehele terugbetaling;
veroordeelt Flightright in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van KLM begroot op € 480,00 voor salaris en in hoger beroep op € 843,38 aan verschotten en € 2.361,00 voor salaris en op € 163,00 voor nasalaris, te vermeerderen met € 85,00 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart beide veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. W.A.H. Melissen, mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en mr. L. Alwin en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2022.