ECLI:NL:RBOBR:2024:4935
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en garagebox in het kader van belastingrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 21 oktober 2024, wordt de WOZ-waarde van een woning en een garagebox beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Eersel had de waarde van de woning vastgesteld op € 328.000 en de garagebox op € 14.000. Eiser, eigenaar van beide objecten, maakte bezwaar tegen deze waarderingen, maar de heffingsambtenaar handhaafde de vastgestelde waarden in de uitspraak op bezwaar van 23 november 2023. Eiser stelde beroep in tegen deze uitspraak.
De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de woning en de garagebox terecht als afzonderlijke objecten had aangemerkt, aangezien ze op verschillende kadastrale percelen liggen en er geen visuele samenhang is. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de verschillen in de waardering van de woning. Eiser had geen bewijs geleverd voor zijn stellingen over de matige toestand van de woning, ondanks afspraken over het aanleveren van fotomateriaal. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning niet te hoog had vastgesteld en dat het beroep ongegrond was. Eiser kreeg geen gelijk en het griffierecht werd niet teruggegeven.